no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/020-07

Uitgebracht op : 08/11/2007
Publicatie datum: 08/11/2007

Ontwerp-Iandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 13, tweede lid, van de Landsverordening minimumlonen (283/RNA, DWJ'07/032, LB/06-07)

Met verwijzing naar uw verzoek d.d. 8 mei 2007, door de Raad ontvangen op 16
mei 2007, om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd
onderwerp, en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies
op 5 november 2007, bericht de Raad u als volgt.

Aan de orde is het ontwerp-Iandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter
uitvoering van artikel 13, tweede lid, van de Landsverordening minimumlonen.

Algemeen
Op grond van artikel 9, zevende lid, van de Landsverordening minimumlonen
(P.B. 1972, no. 110) is de Minister van Economische en Arbeidszaken bevoegd
om bij ministeriële beschikking met algemene werking, een tijdelijke verhoging van
het minimumuurloon voor een eilandgebied vast te stellen. Bij landsbesluit,
houdende algemene maatregelen, kan, indien hiertoe bijzondere aanleiding
bestaat, krachtens artikel 13, tweede lid, van de Landsverordening minimumlonen
aan deze verhoging een permanent karakter gegeven worden.
Het onderhavige ontwerp-Iandsbesluit, houdende algemene maatregelen, strekt
ertoe de tijdelijke verhoging, opgenomen in de Ministeriële beschikking met
algemene werking, van de 25ste oktober 2006, ter uitvoering van artikel 9, zevende
lid, van de Landsverordening minimumlonen (P.B. 1972, no. 110) (P.B. 2006, no.
87), een permanent karakter te geven. Ingevolge artikel 1 van voornoemde
beschikking geldt voormelde verhoging slechts voor de periode 1 november 2006
tot en met 31 december 2007.

Bestudering van het onderhavige ontwerp-Iandsbesluit, houdende algemene maatregelen, en de
bijbehorende nota van toelichting, heeft de Raad aanleiding gegeven tot het plaatsen van de
hierna volgende opmerkingen.

Inhoudelijke opmerkingen
Zowel de Sociaal Economische Raad als de Directie Financiën hebben, respectievelijk bij brieven
d.d. 17 april 2007, no. 082/2007-SER en d.d. 8 maart 2007, no. F602, advies uitgebracht op het
onderhavige ontwerp-Iandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

In het advies van de Sociaal Economische Raad merkt deze Raad op dat de regering rekening
dient te houden met het feit dat in het onderhavige ontwerp-Iandsbesluit, houdende algemene
maatregelen, geen opmerkingen zijn opgenomen over een verdere stijging van het minimumloon
in het eilandgebied Sint Maarten in het jaar 2007 en de daarop volgende jaren.
De Raad van Advies wil de regering in overweging geven om in de nota van toelichting in te gaan
op de voorgaande opmerking van de Sociaal Economische Raad.

De Directie Financiën merkt op dat het eilandgebied Sint Maarten een onderzoek zal dienen te
verrichten op basis waarvan de economische effecten in kaart kunnen worden gebracht als
gevolg van de minimumuurloon verhoging. De Minister van Economische en Arbeidszaken is,
zoals aangegeven in zijn brief d.d. 6 april 2007, no. RvM/0372, van mening dat, zoals correct
gesteld door de Directie Financiën, het minimumuurloon in het eilandgebied Sint Maarten reeds
verhoogd is door middel van een ministeriële beschikking met algemene werking. Bij de
voorbereiding van deze ministeriële beschikking met algemene werking is volgens de minister
een vooronderzoek gedaan naar de economische gevolgen van deze verhoging. De minister is
van mening dat het traject dat nu bewandeld wordt, slechts dient om de juridische basis voor de
verhoging van het minimumuurloon te versterken, aangezien de in P.B. 2006, no. 87 afgekondigde
ministeriële beschikking met algemene werking niet meer dan een jaar mag gelden.
Het valt niet in te denken dat op grond van dit traject alsnog besloten kan worden dat de
verhoging van het minimumuurloon in het eilandgebied Sint Maarten, niet meer kan plaatsvinden,
zonder het hele maatschappelijke gebeuren op het eiland te ontregelen, aldus de minister.
De Raad is van mening dat de noodzaak voor invoering van een regeling voldoende dient te zijn
gemotiveerd. In casu is in artikel 13, tweede lid, van de Landsverordening minimumlonen
uitdrukkelijk bepaald dat de Minister van Economische en Arbeidszaken slechts indien hiertoe
een bijzondere aanleiding bestaat, kan overgaan tot verhoging van het minimumloon. In
hogergenoemde brief is door de Minister van Economische en Arbeidszaken de noodzaak voor
het geven van een permanent karakter aan de verhoging van het minimumuurloon opgenomen.
Deze motivering dient naar de mening van de Raad in de nota van toelichting, die als te
summmier kan worden beschouwd, verwoord te worden. De Raad acht het tevens nuttig dat in
de nota van toelichting wordt ingegaan op de voorgeschiedenis, namelijk de redenen die tot
vaststelling van de in P.B. 2006, no. 87 afgekondigde ministeriële beschikking met algemene
werking hebben geleid.
Mede gelet op het bepaalde in artikel 3 van het Landsbesluit versterking budgetdiscipline Land
(P.B. 2001, no. 40) geeft de Raad de regering voorts in overweging om in de nota van toelichting
nadrukkelijk aan te geven of de voorgestelde verhoging al dan niet financiële gevolgen heeft voor
het Land de Nederlandse Antillen.

Opmerkingen van technische aard
Ten aanzien van het ontwerp-Iandsbesluit, houdende algemene maatregelen, en de nota van
toelichting, heeft de Raad de volgende opmerkingen van technische aard.

In het opschrift van het ontwerp dient de vindplaats van de Landsverordening minimumlonen
namelijk, (P.S. 1972, no. 110), vermeld te worden.

Verder dienen in de considerans, gelet op artikel 25 van de Staatsregeling van de Nederlandse
Antillen, de volgende onderdelen geschrapt te worden: "Gelet op;" en "artikel 13, tweede lid, van
de Landsverordening minimumlonen;".

Artikel 1 dient als volgt te luiden:
Voor het bedrag van het minimumuurloon, bedoeld in artikel 9, eerste lid, tweede lid, onderdeel c,
derde lid, onderdeel c, en vierde lid, onderdeel c, van de Landsverordening minimumlonen (P.S.
1972, no. 110) treedt telkens in de plaats onder letter e:

voor het eilandgebied Sint Maarten: NAF. 7,79.

De werkingsduur van de in P.S. 2006, no. 87 afgekondigde ministeriële beschikking met
algemene werking eindigt op 31 december 2007. Artikel 13, tweede lid, van de Landsverordening
minimumlonen geeft de mogelijkheid om, in geval de Minister van Economische en Arbeidszaken
een ministeriële beschikking met algemene werking heeft vastgesteld, hierna een landsbesluit,
houdende algemene maatregelen, vast te stellen. Dit landsbesluit kan in werking treden op de
dag volgende op de dag van beëindiging van de werkingsduur van voormelde ministeriële
beschikking. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de verhoging van het minimumuurloon voor een
onafgebroken periode, gerekend vanaf 1 november 2006, voor het eilandgebied Sint Maarten
gaat gelden. De regering heeft thans, naar de mening van de Raad, gekozen voor een
omslachtige procedure.

In de nota van toelichting wordt niet toegelicht waarom er een overlapping is voor wat betreft de
werkingsduur van de in P.S. 2006, no. 87 afgekondigde ministeriële beschikking met algemene
werking met de werkingsduur van het onderhavige ontwerp-Iandsbesluit, houdende algemene
maatregelen, namelijk voor het tijdvak 1 juni 2007 tot en met 31 december 2007.

De Raad stelt voor artikel 3 als volgt te doen luiden:
Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

In de nota van toelichting dient een toelichting te worden opgenomen op de inwerkingtredingsbepaling.

Tot slot wil de Raad opmerken dat overal waar in het ontwerp en de nota van toelichting de
passage "Ministeriële beschikking, met algemene werking," voorkomt, deze zonder komma's
geschreven dient te worden.

Overigens kan de Raad zich met de inhoud en doelstelling van het onderhavige ontwerplandsbesluit,
houdende algemene maatregelen, verenigen en geeft de regering in overweging
conform de in het ontwerp opgenomen voorstellen te besluiten nadat met vorenstaande
opmerkingen rekening zal zijn gehouden.

Willemstad, 8 november 2007