Adviezen
RvA no. RA/047-07
Uitgebracht op : 08/11/2007
Publicatie datum: 08/11/2007
Met verwijzing naar uw verzoek d.d. 26 september 2007, door de Raad
ontvangen d.d. 17 oktober 2007, om het oordeel van de Raad van Advies
inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling ervan in de vergadering
van de Raad van Advies op 5 november 2007, bericht de Raad u als volgt.
Aan de orde is het voorstel van rijkswet houdende wijziging van de Paspoortwet
in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie. De
wijziging houdt verband met een nieuwe opzet van de reisdocumentenadministratie.
Deze reisdocumentenadministratie zal 24 uur per dag, zeven
dagen per week, (direct) online raadpleegbaar zijn, hetgeen moet leiden tot
een betrouwbaar aanvraag- en uitgifteproces voor de reisdocumenten, waarbij
identiteitsfraude wordt voorkomen.
Identiteitsfraude kan zich namelijk vooral voordoen doordat de decentrale reisdocumentenadministraties
niet onderling met elkaar verbonden zijn, waardoor
verificatievragen tussen de verschillende paspoortverstrekkende autoriteiten op
papier moeten worden uitgewisseld. Voorts wordt de beschikbaarheid van de
administratie bemoeilijkt doordat uitgevende instanties in het buitenland en in
de Nederlandse Antillen in andere tijdzones werken. De kans bestaat alsdan
dat documenten worden uitgereikt aan personen die een document zou
moeten worden geweigerd.
Afgezien van de zogeheten plaatsonafhankelijke uitgifte (de burger kan een
reisdocument aanvragen in een gemeente van eigen keuze), regelt het wetsvoorstel
tevens de opname van biometrische kenmerken (gelaat en
vingerafdruk) in een chip in het reisdocument, een en ander ter verplichte
voldoening aan een EU-verordening.
Bestudering van het voorstel van rijkswet en de memorie van toelichting heeft de Raad
aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen.
1. In artikel I, onderdeel E, dient de voorgestelde tekst als volgt te luiden:
Na artikel4a wordt een nieuw artikel4b ingevoegd, luidende:.
2. In artikel I, onderdeel J, moet de nummeraanduiding van eerste lid vóór de
voorgestelde tekst worden geplaatst.
3. In artikel I, onderdeel L, moet punt 2 als volgt komen te luiden: In het eerste lid,
onderdeel b, wordt "de basisadministratie persoonsgegevens van de eilandgebieden"
vervangen door: de basisadministratie persoonsgegevens van een eilandgebied.
4. In artikel I, onderdeel M, dient de voorgestelde tekst als volgt te luiden:
Na artikel 41 wordt een nieuw artikel41a ingevoegd, luidende:.
De Raad is verder van mening dat ook artikel 4a, vijfde lid, onderdeel b, van de Paspoortwet
gewijzigd dient te worden. Ingevolge genoemd artikelonderdeel kunnen in een basisregister
reisdocumenten in verband met een reisdocument worden vermeld "het administratienummer
waarmee de houder in een basisadministratie persoonsgegevens in Nederland, de
Nederlandse Antillen of Aruba is vermeld;".
De onderscheiden eilandgebieden van de Nederlandse Antillen beschikken over een
basisadministratie persoonsgegevens. In verband hiermee stelt de Raad voor om in artikel 4a,
vijfde lid, onderdeel b, van de Paspoortwet "de Nederlandse Antillen of Aruba" te vervangen
door: en voor zover het betreft de Nederlandse Antillen en Aruba in de basisadministratie
persoonsgegevens van een eilandgebied dan wel van Aruba.
De Raad acht het voorts nuttig indien in de memorie van toelichting, aan het eind van
paragraaf 6, alsnog wordt opgenomen dat in de Nederlandse Antillen de eilandgebieden de
uitvoerende instanties zijn en dat aangezien de structurele (en/of eenmalige) investeringskosten
voor de Rijksbegroting zijn enlof doorberekend worden in de prijs van de desbetreffende
reisdocumenten, deze investeringskosten geen extra kosten voor de eilandgebieden
met zich mee zullen brengen.
Verder merkt de Raad op dat de regering op 16 oktober 2007 het onderhavige voorstel van
rijkswet aan de onderscheiden eilandgebieden voor commentaar heeft voorgelegd.
De Raad constateert dat de eilandgebieden geen commentaar hebben geleverd op het
onderhavige voorstel van Rijkswet. Aangezien in het onderhavige geval de uitvoering van de
Paspoortwet bij de eilandgebieden berust, is het gewenst dat de regering kennis neemt van
het commentaar van de eilandgebieden.
Tot slot merkt de Raad op dat het vaak voorkomt dat de eilandgebieden niet of niet tijdig
reageren op ontwerp-wettelijke regelingen die de regering voor commentaar aan hen voorlegt.
Het is de Raad niet bekend of de eilandgebieden onvoldoende tijd worden gegund om
commentaar te leveren of dat dit te wijten is aan gebrek aan menskracht. De Raad acht het
wenselijk dat de regering nagaat wat de oorzaak hiervan is. Mocht het zijn dat een
eilandgebied vanwege gebrek aan menskracht niet in staat is om op tijd commentaar te
leveren, dan wil de Raad de regering in overweging geven om de nodige bijstand te verlenen aan dat eilandgebied.
De Raad heeft voor het overige geen bezwaren tegen de inhoud en strekking van het voorstel
van rijkswet en de bijbehorende memorie van toelichting.
Willemstad, 8 november 2007