no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/08-12-LV

Uitgebracht op : 23/05/2012
Publicatie datum: 14/06/2012

Ontwerplandsverordening tot wijziging van de landsverordening tot vaststelling van de Begroting van Curaçao voor het dienstjaar 2012 (Eerste suppletoire begroting 2012) (zaaknummer 2012/019444)

Ontwerplandsverordening tot wijziging van de landsverordening tot vaststelling van de Begroting van Curaçao voor het dienstjaar 2012 (Eerste suppletoire begroting 2012) 
(zaaknummer 2012/019444) 

Advies: Met verwijzing naar uw spoedadviesverzoek d.d. 11 april 2012, om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 21 mei 2012, bericht de Raad u als volgt.

Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende memorie van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

1. Algemeen

a. Procedureel
Het onderhavige adviesverzoek is op 12 april 2012 bij de Raad ontvangen.
Ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010, dient de Raad over de aan hem aangeboden ontwerpen tot vaststelling en wijziging van een begroting binnen een maand na aanbieding te adviseren.
Na ontvangst van het adviesverzoek heeft de Raad, met een beroep op artikel 22 van de Landsverordening Raad van Advies, de Minister van Financiën (“de minister”) nadere inlichtingen verzocht over een drietal onderwerpen betreffende de onderhavige ontwerplandsverordening (“het ontwerp”). Het verzoek is gedaan bij brief d.d. 25 april 2012, RvA no. OV/18-12, op welk verzoek de minister heeft gereageerd bij brief d.d. 8 mei 2012, no. 2012/024347. Aangezien het voorgaande van invloed is geweest op de termijn waarbinnen de Raad kan adviseren, brengt de Raad zijn advies uit  op een later tijdstip dan de Landsverordening comptabiliteit 2010 voorschrijft.

b. Verzoek van de Raad van Advies aan de Minister van Financiën om nadere inlichtingen
Bij voornoemde brief d.d. 25 april 2012 heeft de Raad de minister nadere inlichtingen verzocht over drie onderwerpen betreffende het ontwerp.  
De minister is op het verzoek ingegaan bij brief d.d. 8 mei 2012. Op deze onderwerpen wordt hieronder nader ingegaan.

1°. Middelen uit de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK-middelen)
Op een aantal posten waarop substantiële bedragen zijn begroot, wordt dekking verkregen “vanuit BRK-middelen welke niet in 2011 zijn gerealiseerd” (onder andere pagina 27 van de Algemene Beschouwingen) of worden “de reserves aangesproken” en wel voor een totaalbedrag van ongeveer NAf. 50 miljoen.
Reeds eerder, in het advies van de Raad d.d. 31 augustus 2011, RvA no. RA/28-11-LV (pagina 3, onderdeel 1.d), betreffende de ontwerpbegroting van Curaçao voor het dienstjaar 2012, is meer transparantie verzocht ten aanzien van de reserves en het gebruik daarvan. Datzelfde geldt ook voor de besteding van de BRK-middelen.
In de brief d.d. 25 april 2012 heeft de Raad wederom verzocht transparantie te betrachten voor wat betreft – het gebruik van – de reserves en de BRK-middelen. In genoemde brief vraagt de Raad de minister wat het totaalbedrag is aan reserves en BRK-middelen dat beschikbaar is per 1 januari 2012, welk deel daarvan gecommitteerd is aan diverse projecten, welk bedrag per saldo beschikbaar is voor de uitvoering van projecten in het dienstjaar 2012 en navolgende dienstjaren en hoe de regering dat nettobedrag voornemens is te bestemmen. De Raad heeft tevens gevraagd of de verwachting bestaat dat er nog BRK-middelen zullen worden ontvangen en wat daar dan de invloed van is op de meerjarenbegroting.
Uit het antwoord van de minister d.d. 8 mei 2012 heeft de Raad niet kunnen opmaken wat het totaalbedrag is aan reserves en BRK-middelen (dus inclusief de niet bestede bedragen in het dienstjaar 2011) dat beschikbaar is per 1 januari 2012, welk deel daarvan gecommitteerd is aan diverse projecten, welk bedrag er per saldo beschikbaar is voor de uitvoering van projecten in het dienstjaar 2012 en navolgende dienstjaren en hoe de regering dat nettobedrag voornemens is te bestemmen. Evenmin is een totaalbeeld verkregen van de BRK-middelen die in het dienstjaar 2011 zouden worden besteed, maar vanwege onderbesteding in 2011, in het dienstjaar 2012 zullen worden besteed. In het antwoord van de minister is wel aangegeven dat sommige middelen die reeds in het dienstjaar 2011 waren gecommitteerd voor bepaalde verplichtingen, waaronder de renovatie van “Sentro pro Arte”, in het dienstjaar 2012 weer zullen worden aangesproken voor die verplichtingen.
Uit de reactie van de regering (pagina 3) op het advies van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten d.d. 23 april 2012 (Cft 201200351) op het ontwerp, welke de Raad bij brief van de Minister van Financiën d.d. 21 mei 2012, no. 0287 RVM, heeft ontvangen, blijkt dat het totale tekort over het dienstjaar 2011 NAf. 90 miljoen bedraagt (waarvan NAf. 50 miljoen op de gewone dienst). Ten aanzien hiervan is in de memorie van toelichting niets vermeld, hetgeen de Raad weinig transparant vindt. In voornoemde reactie van de regering d.d. 23 april 2012 (pagina’s 1 en 2) is aangegeven dat de dekking van het tekort op de gewone dienst in het dienstjaar 2011 in de Landsverordening tot vaststelling van de jaarrekening over 2011 zal worden geregeld, en ten laste zal komen van de opgebouwde reserves. De Raad vindt dit een reden temeer om een grotere transparantie te betrachten ten aanzien van de besteding van de reserves.
De Raad adviseert de regering in de memorie van toelichting het voor de beoordeling van het ontwerp noodzakelijke inzicht te geven in de besteding van de BRK-middelen en de reserves, met inachtneming van het bovenstaande.

2°. Geraamde belastingopbrengsten
Het ontwerp houdt een neerwaartse bijstelling van de geraamde belastingopbrengsten in als gevolg van de groeivertraging van de economie in 2011 (Nota van Financiën, pagina 9).
In het reeds aangehaalde advies RvA no. RA/28-11-LV (pagina 1, onderdeel 1.a) heeft de Raad erop gewezen dat de economische groei van 0.6% voor 2011, waar de regering van uitging in de ontwerpbegroting 2012, hoger is dan de groei die door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (“Centrale Bank”) was geprojecteerd, hetgeen de overheidsfinanciën in het dienstjaar 2012 negatief zou kunnen beïnvloeden.
Ten aanzien hiervan vraagt de Raad in zijn brief d.d. 25 april 2012 aan de minister van welk economisch groeipercentage is uitgegaan in het ontwerp bij de berekening van de belastingopbrengsten voor het dienstjaar 2012. Daarbij is tevens gevraagd hoe het in het ontwerp gehanteerde groeipercentage gezien moet worden ten opzichte van de economische groeiprognose van de Centrale Bank voor het dienstjaar 2012.
Uit het antwoord van de minister d.d. 8 mei 2012 blijkt dat in het ontwerp is uitgegaan van een economische groei van minus 0.1%.
De thans door de Centrale Bank geprognosticeerde economische groei voor het dienstjaar 2012 ligt tussen minus 0.1% en minus 0.6 %. De Raad vraagt zich af in hoeverre het realistisch is om in het ontwerp uit te gaan van een economische groei van minus 0.1%.
De Raad adviseert de regering de memorie van toelichting aan te vullen met inachtneming van het bovenstaande.

3°. Tijdsplanning invoering ingrijpende maatregelen
In de Begroting 2012 is rekening gehouden met een aantal dekkingsmaatregelen dat – ook meerjarig – voor een evenwichtige begroting moesten zorgdragen. De uitvoering van deze maatregelen is echter vertraagd. Uit de memorie van toelichting kan de Raad opmaken dat er een nieuwe planning is gemaakt ter realisering van bedoelde maatregelen (onder andere pagina 3 e.v. van de Algemene Beschouwingen). De Raad betwijfelt het echter of de te treffen structurele maatregelen zullen worden geïmplementeerd op de tijdstippen die daarbij zijn vermeld. Deze twijfel vloeit voort uit het feit dat de implementatie van de maatregelen al veel langer op zich laat wachten. Daarop heeft de Raad al gewezen, onder meer in zijn advies d.d. 31 augustus 2011, RvA no. RA/28-11-LV (pagina 11). Hierin vraagt de Raad de regering om zo spoedig mogelijk maatregelen te nemen waardoor het jaarlijks aanzuiveren van tekorten ten behoeve van de fondsen die door de Sociale Verzekeringsbank worden beheerd, niet meer nodig zal zijn. Ook in zijn advies over de ontwerpnota van wijziging op de ontwerplandsverordening tot wijziging van de Landsverordening tot vaststelling van de Begroting van Curaçao voor het dienstjaar 2012 (“ontwerpnota”) d.d. 19 december 2011, RvA no. RA/41-11-LV (pagina’s 1 en 2, onderdeel 1), heeft de Raad aangegeven dat in de aan de Raad overgelegde stukken een gedegen tijdsplanning ontbreekt voor wat betreft de invoering van een aantal ingrijpende maatregelen waarvan de financiële gevolgen wel in de ontwerpnota zijn begrepen.
In de brief d.d. 25 april 2012 vraagt de Raad de minister een opgestelde tijdsplanning met de bijbehorende gedetailleerde (financiële) informatie over de in te voeren maatregelen, in het bijzonder op het gebied van de gezondheidszorg, de ambtenarenpensioenregeling, het Ouderdomsfonds en het Weduwen – en wezenfonds. Uit de door de minister overgelegde tijdsplanning blijkt dat de trajecten niet – geheel – op schema liggen.
Gelet op de mogelijke financiële gevolgen voor de Begroting 2012 en het belang om een en ander inzichtelijk te maken, adviseert de Raad de regering de memorie van toelichting aan te vullen met actuele informatie ter zake

Verder is over dit onderwerp in de memorie van toelichting bij het ontwerp bijvoorbeeld gesteld dat de basisverzekering ziektekosten per 1 juli 2012 wordt ingevoerd in plaats van 1 april 2012. Om die reden wordt in het ontwerp voorzien in een budget ter dekking van de kosten verbonden aan de uitvoering van de bestaande regelingen die drie maanden extra van kracht zullen blijven (Algemene Beschouwingen, pagina’s 3, laatste tekstblok en 4, eerste tekstblok). De Raad is in kennis gesteld dat een verzoek van de regering ontvangen tot advisering over de betreffende ontwerplandsverordening op handen is. Gelet op het nog te volgen (wetgevings)traject voor de vaststelling van de betreffende landsverordening en de uitvoeringsmaatregelen, alsook voor de implementatie van de wettelijke regelingen, acht de Raad de beoogde datum van inwerkingtreding van de basisverzekering ziektekosten moeilijk haalbaar. Het staat voor de Raad dan ook niet vast dat het ontwerp en de meerjarenbegroting een getrouwe en volledige weergave bevatten van de te realiseren beleidsvoornemens in het dienstjaar 2012 en de daaropvolgende dienstjaren.

c. De in acht te nemen zorgvuldigheid bij het opstellen van een begroting
In de memorie van toelichting op het ontwerp staat diverse keren dat in de Begroting 2012 bedragen per abuis op een verkeerde begrotingspost staan, dat bepaalde kosten per abuis niet zijn aangevraagd en nog moeten worden opgevoerd, dat per abuis is ingekort op posten, dat de omissies gecorrigeerd moeten worden, dat bepaalde uitgaven niet zijn gerealiseerd in 2011, dat er geen dekking voor is aangegeven of dat bedragen per abuis niet zijn meegenomen in de Begroting 2012. De Raad wijst voor de Algemene Beschouwingen op bijvoorbeeld pagina’s 11, tweede tekstblok, 12, tweede tekstblok, 19, 21, 24, laatste tekstblok, 25, 26, eerste en tweede tekstblok, 27, 39, laatste tekstblok, 42, laatste tekstblok, 55, voorlaatste tekstblok en 61, voorlaatste tekstblok. Voor de Nota van Financiën wijst de Raad op bijvoorbeeld pagina 16, eerste tekstblok en 19, laatste tekstblok. De Raad kan zich moeilijk aan de indruk onttrekken dat de Begroting 2012 op onderdelen weinig zorgvuldig is opgesteld. Verder wordt gewezen op pagina 49, eerste tekstblok van de Algemene Beschouwingen waarin substantiële bedragen in het geheel niet worden onderbouwd.
De Raad adviseert de regering zorgvuldig na te gaan of de ten aanzien van de Begroting 2012 voorgestelde wijzigingen, zoals opgenomen in het ontwerp realistisch zijn.

d. Korten op begrotingsposten van de onderscheidene ministeries, hoge colleges van
staat en vaste adviescolleges
Het ontwerp strekt onder meer ertoe de geraamde belastingopbrengsten als gevolg van de groeivertraging in 2011 neerwaarts bij te stellen. De materiële- en kapitaallasten van de ministeries, hoge colleges van staat en vaste adviescolleges worden verlaagd, teneinde de neerwaartse correctie van de belastingopbrengsten en de verhoging van de lasten door de vertraging in de uitvoering van de dekkingsmaatregelen te compenseren (Nota van Financiën, pagina 11, laatste tekstblok). De Raad kan uit de overgelegde stukken bij het adviesverzoek niet opmaken of hierover is afgestemd met de direct betrokkenen.
De Raad onderkent het belang van het streven naar de gewenste structurele verbetering van de overheidsfinanciën, maar is van mening dat het korten op begrotingsposten op een gebalanceerde wijze moet gebeuren en in ieder geval in overleg met de direct betrokkenen.
De Raad adviseert de regering bij het korten op begrotingsposten rekening te houden met het bovenstaande.

2. De Algemene Beschouwingen

a. Personeelslasten (pagina 3)
Op pagina 11, voorlaatste tekstblok van de Nota van Financiën, staat dat de daling van de personeelslasten ad NAf. 2,2 miljoen, grotendeels verband houdt met de reclassificatie van de lasten in het Ministerie van Financiën. Op pagina 3 van de Algemene Beschouwingen staat evenwel dat de personeelslasten dalen als gevolg van het natuurlijk verloop omdat 50% van de vacatures die daardoor ontstaan niet worden ingevuld.
De Raad adviseert genoemde teksten met elkaar in overeenstemming te brengen.

b. Dividendbeleid (pagina 5)
De geraamde dividendopbrengsten voor het dienstjaar 2012 zullen worden gehaald dankzij incidentele meevallers (pagina 5, eerste tekstblok).
De Raad adviseert in de Algemene Beschouwingen aan te geven over welke meevallers het gaat.

c. Nieuwe beleidskeuzes (pagina 5)
Op pagina 5, laatste tekstblok, staat onder “E. Overige” dat de Begroting 2012 wordt gewijzigd teneinde overige nieuwe beleidskeuzes ter goedkeuring aan de Staten voor te leggen.
De Raad adviseert in de Algemene Beschouwingen nader toe te lichten welke de nieuwe beleidskeuzes zijn.

d. Posten Kapitaaldienst Algemeen beheer Algemene Zaken (pagina 11)
Er is een aanvullend bedrag ad NAf. 450.000 begroot ten behoeve van het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister voor grootonderhoud aan kantoorpanden en de ambtswoning (pagina 11, tweede tekstblok).
De Raad adviseert in de Algemene Beschouwingen aan te geven wat het totaalbedrag is dat hiervoor is begroot voor de dienstjaren 2011 en 2012.

e. Ministerie van Economische Ontwikkeling (pagina 32)
Zowel de directe- als de indirecte belastingopbrengsten nemen in het dienstjaar 2012 structureel af als gevolg van stagnatie in de economische groei in het jaar 2011 (Nota van Financiën, pagina 9). In de Algemene Beschouwingen (pagina 2, derde tekstblok) komt dit ook aan de orde.
Gezien het bovenstaande verwacht de Raad dat de regering met nieuwe initiatieven komt die erop gericht zijn de economische bedrijvigheid te stimuleren en daarmee de opbrengsten voor de overheid te verhogen. De Raad constateert evenwel dat er nauwelijks materiële wijzigingen of nieuwe economische initiatieven zijn genoemd in het onderdeel “Ministerie van Economische Ontwikkeling” op pagina 32 e.v. van de Algemene Beschouwingen. Ook in het ontwerp zijn geen bedragen gebudgetteerd voor nieuwe economische initiatieven.
Reeds eerder heeft de Raad erop gewezen dat de toelichting op het hoofdstuk van het Ministerie van Economische Ontwikkeling heel summier is hoewel daaruit juist moet blijken welke beleidskeuzes ten grondslag liggen aan de gebudgetteerde bedragen (het advies van de Raad d.d. 31 augustus 2011, RvA no. RA/28-11-LV, pagina’s 3, eerste tekstblok en 7, laatste tekstblok).
De Raad adviseert de regering in de Algemene Beschouwingen toe te lichten welke initiatieven op welke termijn genomen zullen worden om de economie te stimuleren.

f. Subsidie non-profit instellingen (pagina 53)
Op pagina 53, laatste tekstblok, staat dat de post “Subsidie non-profit instellingen” structureel wordt verhoogd met NAf. 426.000 ter financiering van het project “Publieke Toiletten”, conform de beslissing van de regering. In de memorie van toelichting is de noodzaak hiervan en daarmee de keuze voor het structureel beschikbaar stellen van deze gelden voor dit project niet onderbouwd.
De Raad adviseert in de memorie van toelichting de noodzaak van de structurele verhoging van de post “Subsidie non-profit instellingen” voor de financiering van het project “Publieke Toiletten”, toe te lichten.

3.  Nota van Financiën

a. Tabel 2. Recapitulatie Begroting 2012 inclusief eerste suppletoire begroting (pagina 5)
In de bovengenoemde tabel op pagina 5 zijn de wijzigingen ingevolge het ontwerp meegenomen in de “Lasten” van het “Saldo Gewone Dienst”, maar niet in de “Baten”.
De Raad adviseert de wijzigingen ingevolge het ontwerp alsnog te verwerken in de “Baten” van genoemde tabel.

b. Financieringsbehoefte (pagina 17)
In het eerste tekstblok op pagina 17 staat dat de financieringsbehoefte in de periode 2012 – 2015 NAf. 350,5 miljoen bedraagt, zijnde het bedrag voor de financiering van de bouwkosten ten behoeve van een nieuw ziekenhuis. Uit de tabel onder “Functie 78 Overige uitgaven volksgezondheid” maakt de Raad echter op dat de totale kosten van het project Nos Hospital Nobo, dus het Bouwfonds Nos Hospital Nobo, het Sanerings- en het Egalisatiefonds, inclusief de bouwrente, NAf. 385,6 miljoen bedragen.
Gelet op de omvang van de totale kosten voor het project Nos Hospital Nobo is de Raad van mening dat de voor dit project bestemde bedragen expliciet moeten worden vermeld en worden toegelicht.
De Raad adviseert de regering in de memorie van toelichting te specificeren wat de omvang is van de financieringsbehoefte, zoals vermeld in tabel 3 op pagina 4 van de Nota van Financiën, en toegespitst op het Bouwfonds Nos Hospital Nobo, het Saneringsfonds en het Egalisatiefonds.

c. Mutaties op niet-belastingopbrengsten (pagina 8)
In het voorlaatste tekstblok op pagina 8 staat dat de niet-belastingopbrengsten worden verondersteld te groeien. Daarbij is onder andere rekening gehouden met de beschikbare relevante realisatiecijfers over de eerste maanden van het jaar 2011.
De Raad adviseert de regering uit te gaan van geactualiseerde realisatiefcijfers.

d. Opbrengsten uit grondbelasting (pagina 9)
Uit tabel 6 (Mutaties op de belastingopbrengsten) op pagina 9 leidt de Raad af dat de opbrengsten uit grondbelasting meerjarig dalen, hoewel het aantal objecten ten aanzien waarvan grondbelasting wordt geheven, naar de mening van de Raad, waarschijnlijk juist zal toenemen.
De Raad adviseert de regering in de memorie van toelichting te motiveren waarom de opbrengsten uit grondbelasting meerjarig dalen.

4. Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.

Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging de ontwerplandsverordening niet bij de Staten in te dienen dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

Willemstad, 23 mei 2012

de Ondervoorzitter, de Secretaris,

 

________________ _____________________
mr. C. M. Grüning mevr. mr. C. M. Raphaëla

 

 

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Zowel het ontwerp als de memorie van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.

1. Het ontwerp
a. Het opschrift
Voorgesteld wordt het opschrift als volgt te doen luiden: “Landsverordening van de ……. tot wijziging van de Landsverordening van de 18de  januari 2012 tot vaststelling van de begroting van Curaçao voor het dienstjaar 2012 (Eerste Suppletoire begroting 2012)”.

b. De considerans
Voorgesteld wordt:
1°. in het eerste tekstblok na “In overweging nemende” een blanco-regel in te voegen;
2°. in de eerste overweging de aanhalingstekens bij “artikel 46 eerste lid”  te schrappen en een komma in te voegen na “46” en na “lid”;
3°. de tweede en zesde overweging met elkaar te verbinden tot één overweging;
4°. in de derde overweging het woord “de” in te voegen na “dat” en de aanduiding “(Nos Hospital Nobo)” te schrappen;
5°. in de vierde overweging het woord “de” in te voegen vóór het woord “onderhavige”;
6°. in de vijfde overweging de woorden waar “BRK” de afkorting van is, voluit te schrijven.

c. Artikel I
Voorgesteld wordt de aanduiding “Artikel I” te verplaatsen van het midden naar het begin van de regel. 

d. Artikel II
Voorgesteld wordt artikel II, inhoudende de citeertitel, op te nemen in het slot van het lichaam van de regeling en de aanduiding “Artikel II” te verplaatsen van het midden naar het begin van de regel.

e. Slotformulier
Voorgesteld wordt het slotformulier in overeenstemming te brengen met artikel 10 van de Bekendmakingsverordening.

2. De memorie van toelichting
Algemeen
Het opschrift op het eerste blad van de memorie van toelichting dient gelijkluidend te zijn aan het opschrift van het ontwerp

De Algemene Beschouwingen
a. Aanhef (blad i)
Voorgesteld wordt in de derde regel van de aanhef na “landsverordening” in te voegen “van de 18de  januari 2012”.

b. Pagina 2
Voorgesteld wordt op pagina 2, in het eerste tekstblok onder “Inleiding”, na “De Landsverordening” in te voegen “van de 18de  januari 2012”.

c. Pagina 4
Voorgesteld wordt op pagina 4, onder “Dividenbeleid”, in de derde regel van het eerste tekstblok, “worden” te vervangen door “wordt” en in de laatste regel van het laatste tekstblok “tot” door “voor”.

d. Pagina 5
Voorgesteld wordt in het eerste tekstblok op pagina 5 “incidente” te vervangen door “incidentele” en in het laatste tekstblok, onder “E. Overige”, na “De Landsverordening” in te voegen “van de 18de  januari 2012”.

e. Pagina 8
Voorgesteld wordt de totaalbedragen in overeenstemming te brengen met de bedragen behorende bij “Apparaatskosten”, in de tabel “Secretariaat SER/GOA”, onder “Gewone dienst”

f. Pagina 11
Voorgesteld wordt in het eerste tekstblok onder “Posten Kapitaaldienst Algemeen beheer Algemene Zaken”, tussen “Ministerie” en “Algemene” het woord “van” in te voegen en tussen “Kabinet van” en “Gevolmachtigde Minister” het woord “de”.

g. Pagina 15
Voorgesteld wordt in het opschrift van de tabel op pagina 15 vóór het nummer “08” het woord “Functie” te vermelden.

h. Pagina 30
Voorgesteld wordt in het tekstblok onder de tabel “Functie 20 Algemeen Beheer VV&RP (beleidsorganisatie: Luchtvaart, Scheepvaart & Beleidsunit“ de zinsnede “Landsverordening comptabiliteitsvoorschriften Curaçao” te vervangen door “Landsverordening comptabiliteit 2010”.

i. Pagina 38
Voorgesteld wordt in het eerste tekstblok onder de tabel “Functie 41 Examenaangelegenheden” het woord “ander” te vervangen door “andere” en “op uitgaven kant” door “op de uitgavenkant”.

j. Pagina 41
Voorgesteld wordt in het eerste tekstblok “materiëlelasten” te vervangen door “materiële lasten” en in het tweede tekstblok “Kapitaal dienst” door “Kapitaaldienst”.

k. Pagina 54
Voorgesteld wordt om zowel in het eerste als het laatste tekstblok “het Land Curacao” te vervangen door “Curaçao”. 

l. Pagina 57
Voorgesteld wordt in het eerste tekstblok, laatste volzin, onder “Egalisatiefonds” de woorden “Deze bedrag” te vervangen door “Dit bedrag”.

m. Pagina 58
Voorgesteld wordt in het laatste tekstblok “opgeneomen” te vervangen door “opgenomen”.

n. Pagina 63
Voorgesteld wordt in het voorlaatste tekstblok de zinsnede “de Sanering- en de Egalisatiefonds voor de Sehos” te vervangen door “het Sanerings- en het Egalisatiefonds voor het Sehos”.

De Nota van Financiën
a. Pagina 4
Voorgesteld wordt onder “Saldo Gewone Dienst” in “Tabel 1. Mutatie op Recapitulatie” bij “Baten” het getal “12,4” te vervangen door “ – 12,4 ”.

b. Pagina 11
Voorgesteld wordt in het tekstblok onder “Beloning van personeel” het woord “reeclassificatie” te vervangen door “reclassificatie”.

c. Pagina 12
Voorgesteld wordt in het tekstblok onder “Interest” de zinsnede “het het egalisatie fonds” te vervangen door “het Egalisatiefonds”.

d. Pagina 14
Voorgesteld wordt in het laatste tekstblok “het Land Curaçao” te vervangen door “Curaçao”.

e. Pagina 16
Voorgesteld wordt in het tekstblok onder “Andere uitgaven” het woord “dekkning” te vervangen door “dekking”.

f. Pagina 22
Voorgesteld wordt in het derde tekstblok “het opereren van dat ministerie” te vervangen door andere bewoordingen.

g. Pagina 24
Voorgesteld wordt het woord “RecapitulatieStaat” boven het laatste tekstblok te vervangen door “Recapitulatiestaat”.