Adviezen
RvA no. RA/09-11-LB
Uitgebracht op : 16/03/2011
Publicatie datum: 07/09/2011
Ontwerp-landsbesluit, houdende algemene maatregelen, houdende de wijziging van het Landsbesluit bewaarplicht toonderstukken
(Zaaknummer 2010/108547)
Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 7 februari 2011 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 14 maart 2011, bericht de Raad u als volgt.
Het onderhavige ontwerp-landsbesluit, houdende algemene maatregelen, houdende de wijziging van het Landsbesluit bewaarplicht toonderstukken strekt, volgens de considerans, ertoe artikel 2, zesde lid, van het Landsbesluit bewaarplicht toonderstukken redactioneel aan te passen.
Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen.
Inhoudelijke opmerkingen
De inwerkingtredingsbepaling
Op grond van artikel II van het onderhavige ontwerp-landsbesluit (het ontwerp) werkt het ontwerp terug tot en met 1 juli 2010. De Raad is van oordeel dat de regering van Curaçao aan het ontwerp geen terugwerkende kracht kan verlenen tot en met 1 juli 2010, omdat Curaçao pas per 10 oktober 2010 de hoedanigheid van land binnen het Koninkrijk der Nederlanden heeft verkregen.
De Raad adviseert artikel II van het ontwerp met inachtneming van het vorenstaande aan te passen.
De Raad onderkent dat in de periode, vanaf de inwerkingtreding van het Landsbesluit bewaarplicht toonderstukken per 1 juli 2010 tot 10 oktober 2010, zich gevallen kunnen hebben voorgedaan waarbij bepaalde trustkantoren toonderstukken hebben uitbesteed aan een externe bewaarder, die niet onder toezicht staat van een land dat voldoet aan 10 of meer van de door de Financial Action Task Force on Money Laundering voorgestelde kernaanbevelingen. De Raad is van oordeel dat in deze gevallen het Landsbesluit bewaarplicht toonderstukken, zoals het luidt vóór de inwerkingtreding van het ontwerp, voor zover het betreft voornoemde periode, zal blijven gelden.
De Raad adviseert de regering aan de bovengenoemde gevallen die zich hebben voorgedaan vóór de inwerkingtreding van het ontwerp per 10 oktober 2010 eerbiedigende werking te verlenen.
Concluderend geeft de Raad de regering in overweging niet te besluiten conform de in het ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, opgenomen voorstellen dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
Willemstad, 16 maart 2011
de Ondervoorzitter, de Secretaris,
_____________________ ____________________
Prof. mr. F.B.M. Kunneman mevr. mr. C.M. Raphaëla