Adviezen
RvA no. RA/10-13-LB
Uitgebracht op : 08/05/2013
Publicatie datum: 12/09/2013
Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, strekkende tot instelling van een economische zone te Mahuma (Landsbesluit instelling E-Zone Mahuma)
(zaaknummers 2012/42470 en 2012/27467 e.a.)
Advies: Met verwijzing naar uw spoedadviesverzoek d.d. 22 april 2013 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 6 mei 2013, bericht de Raad u als volgt.
Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.
I. Algemeen
1. Financieel-economische effecten van dit landsbesluit
In artikel 11 van de Landsverordening comptabiliteit 2010 staat dat in de toelichting op ontwerpen van wet- en regelgeving een afzonderlijk onderdeel moet worden opgenomen waarin de financiële gevolgen voor en de dekking door het Land worden vermeld. In “§ 3. Financiële consequenties” van de nota van toelichting bij het onderhavige ontwerplandsbesluit (het ontwerp) is geen raming van de financiële gevolgen (baten en lasten) voor de kas van de overheid als gevolg van het voorgestelde in het ontwerp opgenomen.
De economische effecten in de bouwfase en de operationele fase zijn weergegeven in de studie Macro-economische impact Curaçao Technology Exchange (CTEX), die als bijlage bij het ontwerp is gevoegd. Uit de aan de Raad overgelegde stukken, in het bijzonder het advies van de Secretaris-generaal a.i. van het Ministerie van Financiën d.d. 21 december 2013 (kenmerk 2012/27467), kan de Raad niet opmaken in hoeverre uitgegaan is van voornoemde studie en of deze nog actueel is.
De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande paragraaf 3 van de nota van toelichting aan te passen.
2. De beheerder van de E-zone Mahuma
In de brief van PricewaterhouseCoopers Curaçao (PWC) d.d. 27 juni 2012 (met kenmerk FL/TM/135571/GL/B12-018) wordt aan de regering voorgesteld International Data Gateway N.V. (E-Powerhouse) als beheerder van de E-Zone Mahuma aan te wijzen. Laatstgenoemd bedrijf is een dochteronderneming van UTS N.V. die tevens partner is in CTEX. Uit de
verklaring van Douane Curaçao van 10 december 2012 (met kenmerk EZ-75A’12) kan de Raad opmaken dat CTEX International Solutions N.V. als de beheerder van de E-Zone Mahuma zal worden aangewezen. Het is de Raad niet bekend in welke relatie CTEX International Solutions N.V. staat tot het om toelating tot de economische zone verzoekende onderneming (CTEX N.V.). De Raad merkt hierbij op dat het aanwijzen van een beheerder die gelieerd is aan een bedrijf die tot die economische zone is toegelaten tot mogelijke tegenstrijdige belangen zou kunnen leiden.
De Raad adviseert de regering bij het aanwijzen van een beheerder voor de E-Zone Mahuma aandacht hieraan te besteden.
II. Inhoudelijke opmerkingen
1. Het ontwerp
a. Het begrip “perceel” (artikel 1)
In artikel 1, onderdeel d van het ontwerp wordt de definitie van het begrip “perceel” gegeven. Door de zinsnede “dan wel het geheel of gedeelte van het daarop gebouwde” in de omschrijving van “perceel” zou de conclusie kunnen worden getrokken dat slechts het op het perceel gebouwde of een deel daarvan als economische zone kan worden aangewezen. De Raad is van oordeel dat dit niet in overeenstemming is met de strekking van de Landsverordening economische zones 2000 (de Landsverordening).
De Raad adviseert de regering de woorden “dan wel” in onderdeel d van artikel 1 van het ontwerp te vervangen door het woord “inclusief”.
b. Gebruik van de economische zone (artikel 3)
In artikel 3 van het ontwerp wordt bepaald dat:
1. minimaal negentig procent van de in de economische zone gevestigde bedrijven een rechtspersoon is, of,
2. minimaal negentig procent van de netto-oppervlakte die in gebruik is, in gebruik is bij één of meer rechtspersonen.
Het is voor de Raad niet duidelijk om welke reden een waarde van negentig procent wordt gehanteerd. Uit artikel 3, eerste lid van de Landsverordening en de hierbij behorende memorie van toelichting (pagina 6, tweede tekstblok) volgt immers dat alleen rechtspersonen tot een economische zone worden toegelaten.
De Raad adviseert de regering om duidelijkheid te scheppen door het ontwerp en de nota van toelichting met inachtneming van het bovenstaande aan te passen.
c. Boeteclausule (artikelen 5, tweede lid en 8, tweede lid)
In het tweede lid van de artikelen 5 en 8 van het ontwerp wordt gesproken van een boeteclausule ter hoogte van een bedrag van NAf 10.000,-. Bij de vaststelling van de hoogte van het boetebedrag is – zoals vermeld op pagina 8 van de nota van toelichting – conform het advies van de Sociaal Economische Raad (SER) d.d. 15 april 2013 (pagina 7) in het kader van de harmonisatie van de boetebepalingen opgenomen in de fiscale wetgeving, aansluiting gezocht bij artikel 52, eerste lid van de Algemene landsverordening Landsbelastingen (ALL). Dit artikel betreft de strafbaarstelling van de overtreding van een bepaling ter zake belastingen. De Raad is van oordeel dat harmonisatie van wettelijke regelingen op zijn plaats is. In dit specifiek geval echter betreft het geen overtreding van een bepaling ter zake de belastingen. Om deze reden is de Raad van oordeel dat geen aansluiting behoeft te worden gezocht bij artikel 52 van de ALL.
Volgens de SER betreft de boeteclausule in het onderhavige geval kortgezegd een ingrijpen van de overheid in een privaatrechtelijke rechtsverhouding. In de nota van toelichting (pagina 8) brengt de regering naar voren dat een boeteclausule wordt gesteld omdat men de eigendom van een economische zone kan verwerven zonder daarin juridisch te zijn toegelaten. De Raad is van oordeel dat de gegeven onderbouwing onvoldoende is.
Verder valt ingevolge de artikelen 5 en 8 van het ontwerp de boete ten gunste van de verkoper. In de nota van toelichting is niet onderbouwd waarom deze keuze is gemaakt.
De Raad adviseert de regering het voorgestelde in de artikelen 5, tweede lid en 8, tweede lid, van het ontwerp met de toelichting daarop met inachtneming van het bovenstaande te heroverwegen.
d. Kosten van deskundigen bij arbitrage (artikel 7, derde lid)
In de tweede volzin van het derde lid van artikel 7 van het ontwerp wordt bepaald dat de kosten verbonden aan de uitspraak van de (arbitrage) deskundigen ten laste komen van de verwijderde rechtspersoon en van de beheerder, ieder voor de helft.
Het bepalen van de kosten van arbitrage vormt een vast onderdeel van het arbitrageproces. (noot 1) De Raad is van oordeel dat het aan de deskundigen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het ontwerp zelf overgelaten dient te worden om de kosten verbonden aan de uitspraak van voornoemde deskundigen te bepalen.
De Raad adviseert de regering om artikel 7, derde lid, laatste volzin van het ontwerp te schrappen.
2. De nota van toelichting
Aanscherpen van de Landsverordening
In de nota van toelichting (pagina 7, laatste tekstblok) geeft de regering aan voornemens te zijn de Landsverordening te zullen aanscherpen door eisen te stellen aan de minimale bijdrage van economische zones aan de lokale economie en de hierbij behorende controlemechanismen in te voeren. De Raad juicht dit voornemen van de regering toe.
III. Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.
Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging conform de in het ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, opgenomen voorstellen te besluiten, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
Willemstad, 8 mei 2013
de Ondervoorzitter, de Secretaris,
___________________________ _____________________
mevr. mr. drs B. J. Doran-Scoop mevr. mr. C. M. Raphaëla
(1) Zie “Arbitrage en mediation regels van het Arbitrage-instituut van de Nederlandse Antillen en Aruba”.
Zowel het ontwerp als de nota van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.
a. Het ontwerp
1. Algemeen
Bij het ontwerpen van een bepaling dient steeds te worden nagegaan of de gebruikte formulering niet eenvoudiger kan. De Raad constateert dat niet altijd hiermee rekening is gehouden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.
De leesbaarheid van artikel 2, eerste lid, kan naar het oordeel van de Raad worden vergroot. De Raad stelt voor de aanpassing van artikel 2, eerste lid, zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de volgende voorgestelde redactie:
Op Seru Mahuma, gelegen in het Tweede District van Curaçao en kadastraal aangeduid met meetbrief 48/2012 en met adres Seru Mahuma, zoals aangegeven op de Domeinbeheer tekno. 20120116 d.d. 16 januari 2012, wordt een economische zone ingesteld.
Een ander voorbeeld is artikel 5, eerste lid. De Raad stelt voor genoemd artikellid als volgt te doen luiden:
Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Landsverordening is het verboden een perceel te verkopen of in eigendom over te dragen anders dan aan een rechtspersoon.
De Raad adviseert de regering om in het kader van de verhoging van de kwaliteit van het ontwerp de wetstechnische onvolkomenheden daarin zoveel mogelijk te herstellen.
2. Het opschrift
In het opschrift dient “no.” te worden geschrapt.
3. De aanhef
De Raad adviseert de regering om de aanhef in overeenstemming te brengen met artikel 8 van de Bekendmakingsverordening:
– Bij “De Gouverneur van Curaçao” dient dezelfde lettertype gehanteerd te worden;
– Het woord “Overwegende:” dient vervangen te worden door de zin “In overweging genomen hebbende:”.
4. Artikel 1
In artikel 1, onderdeel a van het ontwerp dient het woord “landsverordening” te worden vervangen door “Landsverordening”. De Raad adviseert om dezelfde aanpassing in de rest van het ontwerp en de nota van toelichting aan te brengen.
In artikel 1, eerste lid onderdeel a van de Landsverordening is omschreven wat in de Landsverordening en de op genoemde Landsverordening gebaseerde uitvoeringsvoorschriften onder het begrip “economische zone” moet worden verstaan. Gezien deze bepaling adviseert de Raad de regering om de economische zone, bedoeld in artikel 1, onder c, van het ontwerp anders aan te duiden.
5. Artikel 2
In het tweede lid van artikel 2 van het ontwerp dient het woord “betreft” te worden vervangen door “heeft”.
6. Artikel 5
In het tweede lid van artikel 5 van het ontwerp dient de zinsnede “De in eigendom verkrijgende rechtspersoon” te worden vervangen door “Het in eigendom verkrijgende bedrijf”.
7. Artikel 6
In het tweede lid dient na “de beheerder” te worden ingevoegd “, bedoeld in artikel 5 van de Landsverordening”.
8. Artikel 7
In het eerste lid van artikel 7 van het ontwerp dient “artikel 6, eerste lid” te worden vervangen door “artikel 6, eerste en tweede lid”. Ook dient na “de beheerder” te worden ingevoegd “, bedoeld in artikel 5 van de Landsverordening”.
In de laatste volzin van het tweede lid dient “, zittingsplaats Curaçao” te worden geschrapt.
9. Artikel 10
In artikel 10, onder a van het ontwerp dient vóór het woord “of” een puntkomma te worden geplaatst aangezien het hierbij een opsomming betreft.
10. Artikel 11
Op grond van artikel 12 van de Landsverordening ambtelijk bestuurlijke organisatie is de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning belast met de zorg voor benutting van de ruimte binnen het Land en met de zorg voor de domeingrond en het grondbeleid. In artikel 11 van het ontwerp dient achter het woord “Minister” de woorden “van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning” te worden opgenomen.
11. Het slotformulier
De Raad adviseert de regering om het slotformulier in overeenstemming te brengen met de artikelen 8 en 10 van de Bekendmakingsverordening:
– De zinsnede “Gegeven te” dient vervangen te worden door “Gegeven te Willemstad,”;
– De uitgifte dient als volgt te luiden:
“Uitgegeven de
De Minister van Algemene Zaken,”.
12. Ondertekening
Het aantal medeondertekenaars van een regeling wordt zoveel mogelijk beperkt tot de minister die direct belast is met de behartiging van het belang dat de regeling beoogt te dienen. De Raad constateert dat in het ontwerp wordt voorgesteld om de Minister van Economische Ontwikkeling en de Minister van Financiën het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te laten medeondertekenen. De Raad vraagt wat de reden is om deze ministers medeverantwoordelijk te laten zijn voor dit landsbesluit.
b. De nota van toelichting
1. Voetnoten
In de nota van toelichting ontbreekt voetnoot nummer 1. In voetnoot nummer 4 wordt gesproken van een concept-beschikking welke aan het ontwerp is toegevoegd. De Raad heeft deze concept-beschikking niet bij de nota van toelichting aangetroffen.
2. Consequent woordgebruik
In de nota van toelichting wordt zowel het woord “Regering” als “regering” gehanteerd. De Raad adviseert de regering om consistentie hierin te betrachten.
3. Paragraaf 1. Inleiding
In “§ 1. Inleiding”, derde tekstblok, derde volzin dient het volgende aangepast te worden:
– het lidwoord “de” vóór de woorden “het beheer” dient geschrapt te worden;
– de woorden “en exploitatie” dient vervangen te worden door “en de exploitatie”;
– achter “Minister van Financiën” dient een komma opgenomen te worden.
In de opsomming in het vierde tekstblok van paragraaf 1 dient:
– het woord “infrastructuur” te worden vervangen door “infrastructuur-“;
– het woord “bedrijfscontinuiteitsdiensten” te worden vervangen door “bedrijfscontinuïteitsdiensten”;
– het woord “opslag” te worden vervangen door “opslag-“;
– de zinsnede “netwerk en colocatie diensten” te worden vervangen door “netwerk- en colocatiediensten”.
4. Paragraaf 4. Advies van de Sociaal Economische Raad (SER)
De eerste volzin van paragraaf 4 dient te worden geschrapt.
In de tweede volzin van het tweede tekstblok op pagina 8 dient “om- her en” te worden vervangen door “om-, her- en”.
In de tweede volzin van het derde tekstblok dient “word” te worden vervangen door “wordt”.
In de eerste volzin van het vierde tekstblok dient “sociaal economische” te worden vervangen door “sociaal-economisch”. In de tweede volzin dient “strategie rapport” te worden vervangen door “strategierapport”. In de derde volzin dient “speerpunt sectoren” te worden vervangen door “speerpuntsectoren”.
In het voorlaatste tekstblok dient “met het eigendom” te worden vervangen door “de eigendom”.
Op pagina 9, eerste tekstblok dient in de eerste volzin het lidwoord “de” vóór het woord “e-zone” te worden geschrapt en dient achter het woord “meegenomen” een komma te worden opgenomen.