no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/11-14-LB

Uitgebracht op : 14/05/2014
Publicatie datum: 22/08/2014

Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 22, zevende lid, van de Landsverordening University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez (P.B. 1985, no. 43) (zaaknummer 2014/5158)

Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 22, zevende lid, van de Landsverordening University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez (P.B. 1985, no. 43) 
(zaaknummer 2014/5158)

Advies:  Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 31 maart 2014 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 12 mei 2014 bericht de Raad u als volgt.

Bestudering van het onderhavige ontwerplandsbesluit en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

I. Inhoudelijke opmerkingen

1. De gevolgen van de verhoging van het college- en inschrijfgeld
In de brief van de Sectordirecteur Financieel Beleid en Begrotingsbeheer d.d. 18 december 2013 wordt de Minister van Financiën geadviseerd om akkoord te gaan met de verhoging van het college- en inschrijfgeld zoals voorgesteld door de University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez (UoC), aangezien de verhoging van het college- en inschrijfgeld meer inkomsten voor de UoC zal genereren waardoor de schuldpositie van de UoC zal verbeteren. In aanwijzingen 157, onder e en 159, derde lid van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt aangegeven dat de toelichting van een regeling een verantwoording dient te bevatten van de lasten voor de overheid, burgers en instellingen. De Raad mist een nadere uitwerking van de gevolgen van de verhoging van het college- en inschrijfgeld voor zowel de studenten van de UoC als ook voor de Stichting Studiefinanciering Curaçao (SSC).
De verhoging van het college- en inschrijfgeld bij de UoC zal naar alle waarschijnlijkheid moeten leiden tot verhoging van de subsidie die de overheid aan de SSC verleent. In het onderdeel “2. Financiële gevolgen” van de nota van toelichting is niet met inachtneming van artikel 11 van de

Landsverordening comptabiliteit 2010 ingegaan op de hieraan verbonden financiële gevolgen en de dekking hiervan door het Land.
De Raad is van oordeel dat de UoC, zoals voorgesteld in voornoemde brief, een saneringsplan moet opstellen waaruit duidelijk moet blijken hoe de UoC zijn financiële positie zal saneren. Dit zou bereikt kunnen worden door onder meer de neveninkomsten van de UoC te verhogen. Hiermee kan worden voorkomen dat in de (nabije) toekomst de UoC wederom verzoekt om het collegegeld te mogen verhogen, waardoor de student met een steeds hogere schuld komt te zitten na zijn afstuderen.
De Raad vraagt de aandacht van de regering voor het bovenstaande en adviseert om met inachtneming van het bovenstaande de nota van toelichting aan te passen.

2. Vrijstelling van betaling van college- en inschrijfgeld
De Raad constateert dat de vrijstellingen van betaling van het college- en inschrijfgeld, genoemd in artikel 3 van het huidige in P.B. 2008, no. 11 afgekondigde Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 28ste februari 2008, ter uitvoering van artikel 22, zevende lid van de Landsverordening University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez, niet voorkomen in het onderhavige ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen (het ontwerp).
In de tweede volzin van het tweede tekstblok van paragraaf “1.1 Inleiding” van de nota van toelichting op het ontwerp wordt aangegeven dat een van de voornaamste aanpassingen van het in P.B. 2008, no. 11 afgekondigde landsbesluit betreft het beperken van de specifieke mogelijkheid tot het verkrijgen dan wel verlenen van vrijstelling van betaling van college- en inschrijfgeld. In de nota van toelichting is echter niet gemotiveerd om welke reden het verkrijgen dan wel het verlenen van vrijstelling van betaling van het college- en inschrijfgeld verder beperkt dient te worden.
De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande de nota van toelichting aan te passen.

II. Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.

Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging conform de in het ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, opgenomen voorstellen te besluiten, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.

Willemstad, 14 mei 2014

de Ondervoorzitter, de Secretaris,

 

___________________________ ____________________
mevr. mr. drs. B. J. Doran-Scoop mevr. mr. C. M. Raphaëla

 

Zowel het ontwerp als de nota van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.

a. Het ontwerp

1. Definitiebepaling
In de artikelen 2, 3, eerste lid, en 4 van het ontwerp wordt verwezen naar “University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez”. De Raad adviseert de regering om overeenkomstig artikel 1, onder b, van de Landsverordening University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez” een definitie van “Universiteit” in het ontwerp op te nemen.

2. Artikel 3, derde lid
De Raad adviseert de regering de zinsnede “de in de voorgaande leden bedoelde gevallen” te vervangen door “de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid”.

3. Artikel 4
De Raad adviseert de regering om, ten behoeve van de leesbaarheid, artikel 4 van het ontwerp in twee artikelleden te verdelen.

4. Artikel 7
Aangezien in artikel 22 van de Landsverordening University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez en artikel 6 van het ontwerp slechts het begrip “examen” en niet het begrip “tentamen” wordt gebezigd, adviseert de Raad de regering in artikel 7 van het ontwerp tweemaal de zinsnede “of het tentamen” te schrappen.

5. Artikel 8
De Raad adviseert de regering na “de raad van toezicht” in te voegen “, bedoeld in artikel 9a van de Landsverordening University of Curaçao Dr. Moises da Costa Gomez”.

6. Artikel 10
Bepalingen met betrekking tot overgangsrecht worden conform aanwijzing 73 van de Aanwijzingen voor de regelgeving vóór de bepaling met betrekking tot de intrekking van een te vervangen regeling opgenomen. De Raad adviseert de regering om met inachtneming van deze aanwijzing het tweede lid van artikel 10 van het ontwerp te verplaatsen.

b. De nota van toelichting

1. De verhoging van het college- en inschrijfgeld
In aanwijzing 161 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt aangegeven dat bij het redigeren van een nota van toelichting ervan uit wordt gegaan dat het betrokken besluit al is vastgesteld. De Raad adviseert de regering om de verwijzing naar “voorstel” of “voorgestelde verhoging” in paragraaf “1.4. Voorstel” en paragraaf “2. Financiële gevolgen”, met inachtneming van het bovenstaande aan te passen.

2. Paragraaf “2. Financiële gevolgen”
De regering heeft in het advies van het Ministerie van Financiën de benodigde informatie ontvangen die in de financiële paragraaf van de nota van toelichting dient te worden opgenomen. De Raad is echter van oordeel dat in paragraaf “2. Financiële gevolgen” niet naar genoemd ministerie verwezen dient te worden. Een financiële paragraaf bevat immers een financiële verantwoording van de regering en niet van het Ministerie van Financiën.
De Raad adviseert de regering het eerste tekstblok van voornoemde paragraaf met inachtneming van het bovenstaande aan te passen.

3. Paragraaf “4. Artikelsgewijze toelichting”
De Raad adviseert de regering om paragraaf “4. Artikelsgewijze toelichting” in navolging van aanwijzing 160 van de Aanwijzingen voor de regelgeving als zijnde overbodig te schrappen.