Adviezen
RvA no. RA/17-15-LB
Uitgebracht op : 16/06/2015
Publicatie datum: 23/07/2015
Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 2 van de Sanctielandsverordening, houdende implementatie van resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties inzake Libië (Sanctiebesluit Libië)
(zaaknummer 2015/015251)
Advies: Met verwijzing naar uw spoedadviesverzoek d.d. 29 april 2015 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 15 juni 2015, bericht de Raad u als volgt.
Bestudering van het ontwerp en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.
Algemeen
Het advies van de Sociaal Economische Raad
De Raad heeft bij het adviesverzoek geen advies van de Sociaal Economische Raad (hierna: de SER) aangetroffen. Een advies van de SER is volgens artikel 5, eerste lid, van de Sanctielandsverordening noodzakelijk indien het voornemen bestaat tot het vaststellen van een in artikel 3 van de Sanctielandsverordening omschreven sanctiebesluit. Een uitzondering op deze wettelijke verplichting is alleen geoorloofd als naar het oordeel van de minister(s) het algemeen belang zich tegen de toepassing daarvan verzet. De Raad mist in de nota van toelichting behorende bij het onderhavige ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, (hierna: het ontwerp) een uiteenzetting om welke reden van algemeen belang geen advies van de SER is opgevraagd. De Raad adviseert de regering de nota van toelichting met inachtneming van het bovenstaande aan te passen of anders het advies van de SER alsnog op te vragen indien dit nog niet is ingewonnen. In dat geval ontvangt de Raad gaarne het advies van de SER zodra dit beschikbaar is teneinde alsnog een aanvullend advies uit te brengen indien daartoe aanleiding bestaat.
Inhoudelijke opmerkingen
1. Het ontwerp
Familieleden (artikel 9, eerste lid)
Voor natuurlijke personen genoemd in Annex I van Resoluties 1970 (2011) en Annex I van Resolutie 1973 (2011) of die aangewezen zijn door het Comité, alsmede hun familieleden, geldt op grond van het eerste lid van artikel 9 van het ontwerp een verbod om Curaçao in te reizen of via Curaçao door te reizen. Naar het oordeel van de Raad dient in navolging van het eerste lid van aanwijzing 94 van de Aanwijzingen voor de regelgeving in een begripsbepaling de definitie van de term “familieleden” gegeven te worden, aangezien onder deze term de directe familie (echtgenoot, kinderen, ouders, broers en zusters en neven en nichten) alsook de extended family begrepen kan worden en er tevens op grond van artikel 3 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek een indeling bestaat naar bloedverwantschap en aanverwantschap.
De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande het ontwerp aan te passen.
b. De inwerkingtreding van het landsbesluit (artikel 17)
Artikel 17 van het ontwerp betreft de inwerkingtreding van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen. Volgens dit artikel treedt het landsbesluit in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking. De Raad verwijst naar artikel 6, eerste lid, van de Sanctielandsverordening waarin wordt bepaald dat een sanctielandsbesluit alsmede een besluit tot wijziging of intrekking daarvan niet eerder in werking treedt dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Publicatieblad waarin het wordt geplaatst.
De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande artikel 17 van het ontwerp aan te passen.
2. De nota van toelichting
Formele vastlegging dynamische verwijzing
In het inleidend gedeelte van de nota van toelichting (pagina 1, vierde tekstblok) wordt aangegeven dat wanneer in de bepalingen van het sanctiebesluit wordt gerefereerd aan een bepaalde resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, deze steeds in beschouwing genomen moet worden in samenhang met de wijzigingen aangebracht bij nadere resoluties. In aanwijzing 158 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt bepaald dat de toelichting niet gebruikt wordt voor het stellen van nadere regels. De Raad is dan ook van oordeel dat de in de nota van toelichting aangegeven regel in het ontwerp opgenomen dient te worden.
De Raad adviseert de regering het ontwerp op dit punt aan te passen.
Motivering van dynamische verwijzing
Het hierboven aangehaalde gedeelte van de nota van toelichting betreft de statische en dynamische verwijzing in wettelijke regelingen. Anders dan in Nederland[1] dient volgens het tweede lid van aanwijzing 59 van de Aanwijzingen voor de regelgeving het verwijzen naar latere bepalingen van een regeling bij voorkeur vermeden te worden. Dynamische verwijzing in regelgeving is op Curaçao dus in principe niet toegestaan. Aangezien het echter in het onderhavige ontwerp gaat om het omzetten van internationale regels van de Verenigde Naties in een (nationaal) landsbesluit, houdende algemene maatregelen, en deze internationale regels steeds aan wijzigingen onderhevig zijn, is de Raad van oordeel dat dynamische verwijzing in dit specifieke geval toegelaten is. De Raad verwijst naar de nota van toelichting (pagina 1, tweede tekstblok, laatste volzin) waarin wordt verwezen naar Resoluties 2213 (2015) en 2214 (2015) van de Verenigde Naties die in 2015 genomen zijn en waaruit blijkt dat de maatregelen en besluiten van de Verenigde Naties ten aanzien van Libië steeds aan wijzigingen onderhevig zijn[2].
De Raad adviseert de regering om in de nota van toelichting te onderbouwen waarom in dit geval een dynamische verwijzing toegestaan is.
III. Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.
Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging conform de in het ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, opgenomen voorstellen te besluiten, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.
Willemstad, 16 juni 2015
de wnd. Ondervoorzitter, de Secretaris,
namens deze,
__________________ _________________
mevr. mr. L. M. Dindial mevr. mr. I. Hiemcke
[1] Zie aanwijzing 336 Van de Aanwijzingen voor de regelgeving van Nederland, Stcrt 2011, 6602.
[2] United Nations Security Council, Resolution 2214 (2015), 27 March 2015, S/Res/2214 (2015), paragraph 14 slotformule: “Decides to remain actively seized of the matter.”.
Zowel het ontwerp als de nota van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.
Het ontwerp
Artikel 1, aanhef
In de aanhef van artikel 1 van het ontwerp komt het woord “besluit” voor. De Raad stelt voor om dit woord te vervangen door “landsbesluit”.
Artikel 3
De Raad stelt voor om ten behoeve van de leesbaarheid in artikel 3 van het ontwerp de zinsnede “Het is een ieder verboden direct of indirect betalingen te verrichten, op welke wijze ook,” te vervangen door “Het is een ieder verboden direct of indirect, op welke wijze ook, betalingen te verrichten”.
Artikelen 8, eerste lid, 11, eerste lid en 14, eerste lid
De Raad stelt voor om het eerste lid van de artikelen 8, 11 en 14 van het ontwerp telkens de zinsnede “Door de zorg van” te vervangen door “Door of namens”.
Artikel 8, tweede lid
De Raad stelt voor om in het tweede lid van artikel 8 van het ontwerp achter de zinsnede “de Minister van Buitenlandse Zaken” de woorden “van Nederland” in te voegen.
Artikel 9, derde lid
De Raad stelt voor om in het derde lid van artikel 9 van het ontwerp de benaming “Landsverordening Toelating en Uitzetting”, op grond van artikel 27, eerste lid, van de Landsverordening toelating en uitzetting, op de juiste wijze weer te geven.
Artikelen 12, derde lid en 14, derde lid
De Raad stelt voor om in het derde lid van de artikelen 12 en 14 van het ontwerp achter de zinsnede “de Minister van Buitenlandse Zaken” de woorden “van Nederland” te voegen.
Artikelen 15 en 16
De Raad stelt voor om in de artikelen 15 en 16 van het ontwerp het woord “besluit” te vervangen door “landsbesluit”.
De nota van toelichting
Het opschrift
De Raad stelt, mede gelet op aanwijzing 147, vierde lid, van de Aanwijzingen voor regelgeving, voor om het opschrift van de nota van toelichting in overeenstemming te brengen met het opschrift van het ontwerp door het jaartal “2015” te schrappen. Op grond van genoemde aanwijzing wordt in een citeertitel een jaartal alleen opgenomen indien daartoe behoefte bestaat ter onderscheiding van de betrokken regeling van een andere regeling.
Paragraaf “Inleiding”
De Raad stelt voor om in het vierde tekstblok van de paragraaf “Inleiding” op pagina 1 van de nota van toelichting “besluit” te vervangen door “landsbesluit”.
De toelichting op de artikelen 2 tot en met 6
De Raad stelt voor om in de laatste volzin van het eerste tekstblok van de toelichting op de artikelen 2 tot en met 6 de zinsnede “artikel 4” te vervangen door “artikel 6”.
De toelichting op artikel 7
De Raad stelt voor om in de zesde volzin van de toelichting op artikel 7 van het ontwerp het woord “goldt” te vervangen door “gold”, vóór het woord “uitblijven” het lidwoord “het” in te voegen en “5” te vervangen door “vijf”.
De toelichting op artikel 8
De Raad stelt voor om in de voorlaatste en laatste volzin van de toelichting op artikel 8 van het ontwerp telkens achter “Minister van Buitenlandse Zaken” de woorden “van Nederland” in te voegen.
De toelichting op artikel 9
In de derde volzin van de toelichting op artikel 9 van het ontwerp wordt verwezen naar de Landsverordening toelating en uitzetting. De Raad stelt voor om de juiste citeertitel, zoals bepaald in artikel 27 van de betreffende landsverordening, te hanteren.
De toelichting op de artikelen 10 tot en met 14
De Raad stelt voor om in de tweede volzin van de toelichting op de artikelen 10 tot en met 14 het woord “Lidstaten” te vervangen door “De lidstaten” en in de derde volzin “Lidstaten” door “lidstaten”.