no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/17-17-LB

Uitgebracht op : 22/08/2017
Publicatie datum: 24/11/2017

Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 42, derde lid, onderdeel d, van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens (Landsbesluit profiel leden College bescherming persoonsgegevens)

Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 42, derde lid, onderdeel d, van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens (Landsbesluit profiel leden College bescherming persoonsgegevens)

Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 23 mei 2017 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en naar aanleiding van de behandeling hiervan op 21 augustus 2017, bericht de Raad u als volgt.

I.    Inhoudelijke opmerkingen

1.   Het ontwerp

Het profiel van de voorzitter en leden van het College bescherming persoonsgegevens

1°. De positie van de voorzitter

In artikel 42 van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens wordt onderscheid gemaakt tussen het ambt van voorzitter en het ambt van lid van het College bescherming persoonsgegevens (hierna: het College). Door de formulering van de aanhef van onderdeel a van artikel 1 van het onderhavige ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen (hierna: het ontwerp), behoort dit artikelonderdeel voor zowel de voorzitter als de leden te gelden. Door de gebruikte bewoording “1 lid” in de opsomming van laatstgenoemd artikelonderdeel wordt echter alleen de expertise, kennis en deskundigheid van de leden uitgewerkt en niet die van de voorzitter.

De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande onderdeel a van artikel 1 van het ontwerp aan te passen.

2°. Omvang van de kennis, deskundigheid en ervaring

Uit onderdeel a van artikel 1 van het ontwerp kan worden opgemaakt dat verschil wordt gemaakt tussen de mate van diepgang van de vereiste kennis en ervaring tussen de voorzitter en de leden van het College. Het ene lid dient volgens dit artikelonderdeel over een ruime financiële kennis en ervaring te beschikken terwijl een ander lid slechts een gedegen juridische kennis moet bezitten. Het derde lid van het College moet alleen een zekere mate van ervaring hebben. Het is niet duidelijk om welke reden er een verschil zou moeten bestaan in de mate van de vereiste kennis en ervaring waarover de betrokkenen moeten beschikken. De Raad is van oordeel dat de voorzitter en de leden van het College allen over ruime en gedegen kennis, deskundigheid en ervaring moeten beschikken.

De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande onderdeel a van artikel 1 van het ontwerp aan te passen.

3°. Academische opleiding

In artikel 1, onderdeel b, punt i, van het ontwerp wordt bepaald dat de personen die deel uitmaken van het College over een academische opleiding op het gebied van financiën, het recht of economie dienen te beschikken. De Raad is van oordeel dat hiermee het opvullen van vacatures bij het College onnodig zal worden beperkt en stelt voor om ook personen met een aantoonbaar academisch denk- en werkniveau als voorzitter of lid van het College toe te laten. Om willekeur te voorkomen dienen criteria waaraan het denk- en werkniveau getoetst moeten worden, in de nota van toelichting uiteengezet te worden.

De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande punt i. van onderdeel b van artikel 1 van het ontwerp en de nota van toelichting aan te passen.

2.   De nota van toelichting

Vaststelling werving- en selectieprocedure

Uit de tweede en derde volzin van paragraaf “Advies STBNO” van de nota van toelichting blijkt dat de regering voornemens is om een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, op te stellen waarin, ter uitvoering van het vijfde lid van artikel 42 van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens, bepaald zal worden met welke ambten of functies het voorzitterschap en het lidmaatschap van het College bescherming persoonsgegevens onverenigbaar is. In dat landsbesluit, houdende algemene maatregelen, zal tevens een werving- en selectieprocedure worden vastgesteld. De Raad wijst de regering echter op het feit dat artikel 42, vijfde lid, van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens geen wettelijke grondslag geeft voor de vaststelling bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van een werving- en selectieprocedure. Ten overvloede brengt de Raad hierbij naar voren dat de werving- en selectieprocedure wel in richtlijnen vastgesteld en gepubliceerd zou kunnen worden.

De Raad vraagt de aandacht van de regering voor het bovenstaande.

II.   Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.

Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging conform de in het ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, opgenomen voorstellen te besluiten, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.

Willemstad, 22 augustus 2017

de Ondervoorzitter,                                                     de Secretaris,

___________________________                              _____________________

mevr. mr. L. M. Dindial                                                mevr. mr. C. M. Raphaëla

 

Bijlage behorende bij het advies van de Raad van Advies, RvA no. RA/17-17-LB

Zowel het ontwerp als de nota van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.

Het ontwerp

Het opschrift en de considerans

In het opschrift van het ontwerp en van de nota van toelichting en in de considerans dient achter “derde lid” een komma geplaatst te worden.

In artikel 42 van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens wordt voorts onderscheid gemaakt tussen het ambt van voorzitter en het ambt van lid van het College bescherming persoonsgegevens. Hierdoor wordt voorgesteld om in de considerans vóór “de leden” de woorden “de voorzitter en” in te voegen.

Artikel 1, aanhef

Het gebruik van de woorden “dient” of “dienen” moet zoveel mogelijk in een wettelijke regeling vermeden te worden. Om deze reden en gezien artikel 1 aanhef en onderdeel k van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens wordt voorgesteld de aanhef van artikel 1 van het ontwerp als volgt te laten luiden:

“Onverminderd het bepaalde in artikel 42, derde lid, van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens voldoet de voorzitter en een lid van het College aan het volgende profiel:”.

Artikel 1, onderdeel b

Voorgesteld wordt om de nummering in onderdeel b van artikel 1 van het ontwerp in overeenstemming te brengen met aanwijzing 77, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Voorgesteld wordt om in onderdeel xi van laatstgenoemd artikelonderdeel “secretariaat” te vervangen door “secretariaat, bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Landsverordening bescherming persoonsgegevens”.

Artikel 2

Voorgesteld wordt om artikel 2 van het ontwerp in overeenstemming te brengen met aanwijzing 140, tweede lid, onderdeel B, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Artikel 3

Voorgesteld wordt om in artikel 3 van het ontwerp overeenkomstig aanwijzing 147, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving na “als” een dubbele punt op te nemen.

De nota van toelichting

Paragraaf “Algemeen”

Voorgesteld wordt om in de eerste volzin van paragraaf “Algemeen” van de nota van toelichting, achter het woord “persoonsgegevens” de zinsnede “(hierna: landsverordening)” op te nemen. Ook wordt voorgesteld na “het College bescherming persoonsgegevens” de zinsnede “(hierna: College)” in te voegen.

Voorts wordt voorgesteld om in de laatste volzin van de betreffende paragraaf achter het woord “voorzitter” de zinsnede “daarnaast ook” in te voegen.

Paragraaf “Advies SBTNO”

In de eerste volzin van paragraaf “Advies SBTNO” van de nota van toelichting wordt gesteld dat het advies van Stichting Bureau Toezicht en Normering Overheidsentiteiten aanleiding heeft gegeven tot het toevoegen van “onderdeel viii” in artikel 1, onder b, van het ontwerp. Bedoeld advies heeft echter aanleiding gegeven tot het invoegen van onderdelen iii, ix en xi in genoemd artikelonderdeel. Voorgesteld wordt de nota van toelichting op dit punt aan te passen.

Paragraaf “Financiële gevolgen”

Voorgesteld wordt om in paragraaf “Financiële gevolgen” van de nota van toelichting, achter het woord “gevolgen” de zinsnede “voor het Land” op te nemen.