Adviezen
RvA no. RA/24-09-AMvRb
Uitgebracht op : 08/10/2009
Publicatie datum: 30/06/2011
Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 5 juni 2009 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 5 oktober 2009, bericht de Raad u als volgt.
Het ontwerp-besluit houdende wijziging van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 strekt, volgens de nota van toelichting, ertoe het tariefstelsel te wijzigen en de naturalisatieleges te verhogen. Daarnaast wordt de verhouding tussen de euro enerzijds en de Nederlands-Antilliaanse gulden en de Arubaanse florin anderzijds opnieuw vastgesteld en wordt de peildatum voor de vaststelling van het indexeringspercentage van de optie- en naturalisatiegelden gewijzigd. Ten slotte voorziet het ontwerp-besluit erin dat de optie- en naturalisatiegelden door de gezaghebber van het desbetreffende eilandgebied van de Nederlandse Antillen worden geïnd in plaats van door de regering van de Nederlandse Antillen.
Bestudering van het onderhavige ontwerp-besluit en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen.
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Zowel het onderhavige ontwerp-besluit als de bijbehorende nota van toelichting geven de Raad aanleiding tot het maken van de volgende wetstechnische en redactionele opmerkingen.
Het ontwerp
Artikel I, onderdeel A, sub 4:
In het voorgestelde nieuwe derde lid van artikel 3 moet het tweede getal 195 worden geschrapt. Vóór ‘Arubaanse florin’ moet het getal 195 worden ingevoegd.
Artikel I, onderdeel D, sub 2:
In artikel I, onderdeel D, sub 2, van het onderhavige ontwerp-besluit wordt voorgesteld om in artikel 9, eerste lid, van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 (Stb. 2000, 618) de datum ‘30 september van enig jaar’ te vervangen door: 30 juni van het voorafgaande jaar. Als gevolg van de voorgestelde wijziging zullen de bedragen in euro genoemd in de artikelen 2, 3 en 8 van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 jaarlijks gewijzigd worden met het procentuele verschil tussen het indexcijfer naar de stand op 30 juni van het voorafgaande jaar en het overeenkomstige indexcijfer in het voorafgaande jaar. De huidige tekst gaat uit van een vergelijking tussen de cijfers van ‘30 september van enig jaar’ en de cijfers van het voorafgaande jaar. Naar het oordeel van de Raad kan de voorgestelde nieuwe tekst tot verwarring leiden.
De Raad stelt voor om artikel I, onderdeel D, sub 2, van het onderhavige ontwerp-besluit te herformuleren.
Artikel I, onderdeel D, sub 3:
In artikel 9, eerste lid, eerste volzin, van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 staat dat de bedragen, genoemd in de artikelen 2, 3 en 8, jaarlijks per 1 januari worden gewijzigd.
De Raad stelt voor om in artikel I, onderdeel D, sub 3, van het onderhavige ontwerp-besluit aan te sluiten bij het woord ‘gewijzigd’ in artikel 9, eerste lid, eerste volzin, van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002. De Raad geeft in overweging om de zinsnede ‘na indexering als bedoeld in de eerste volzin’ in het voorgestelde artikel I, onderdeel D, sub 3, van het onderhavige ontwerp-besluit, te vervangen door de zinsnede: na de wijziging, bedoeld in de eerste volzin.
Artikel II, tweede lid:
Conform de nota van toelichting is de wijziging van het tariefstelsel en de verhoging van de tarieven van toepassing op naturalisatieverzoeken en verklaringen van optie, die zijn ingediend op of na de datum van inwerkingtreding van het onderhavige ontwerp-besluit. Uit het voorgestelde artikel II, tweede lid (overgangsbepaling), blijkt echter niet dat het onderhavige ontwerp-besluit niet van toepassing is op verklaringen van optie die vóór de inwerkingtreding van het onderhavige ontwerp-besluit zijn ingediend.
De Raad stelt voor om artikel II, tweede lid, van het onderhavige ontwerp-besluit dienovereenkomstig aan te passen.
De nota van toelichting
In de vierde alinea van de artikelsgewijze toelichting van de nota van toelichting, ‘Wijziging naturalisatieleges: Artikelen 3 en 4’, staat dat de bedragen in euro op 30 juni 2009 geïndexeerd worden. Weliswaar wordt in het onderhavige ontwerp-besluit rekening gehouden met het procentuele verschil tussen het indexcijfer naar de stand op 30 juni van het voorafgaande jaar en het overeenkomstige indexcijfer van het jaar daarvoor. De daadwerkelijke indexering vindt echter per 1 januari plaats. De datum 30 juni is slechts een peildatum.
De Raad geeft u in overweging de nota van toelichting op dat punt aan te passen.
In de vierde alinea van de artikelsgewijze toelichting van de nota van toelichting, ‘Wijziging naturalisatieleges: Artikelen 3 en 4’, wordt voorts naar de artikelen 9 en 10, en naar de artikelen 3 en 4 van de onderhavige algemene maatregel van rijksbestuur resp. van het besluit verwezen. De Raad gaat ervan uit dat daarmee de artikelen 9 respectievelijk 3 van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002 bedoeld worden en geeft u in overweging de toelichting ook op dat punt aan te passen.
De vaststelling van de bedragen in Nederlands-Antilliaanse gulden en Arubaanse florin, zoals genoemd in de artikelen 2, 3 en 8 van het Besluit optie- en naturalisatiegelden 2002, vindt steeds plaats per 1 januari met als peildatum 1 juli van het voorafgaande jaar.
De Raad geeft u in overweging de tweede alinea van de artikelsgewijze toelichting, onder ‘Koersvaststelling en wijziging indexering: artikel 9 en indirect de artikelen 2 en 8’, op dat punt aan te passen.
De Raad heeft voor het overige geen opmerkingen.
Concluderend geeft de Raad de regering in overweging om rekening houdend met de opmerkingen in dit advies in te stemmen met het ontwerp-besluit.
Willemstad, 8 oktober 2009
Namens de Ondervoorzitter, de Secretaris,
______________________ ____________________
mevr. M.M. Leetz-Cijntje mevr. mr. C.M. Raphaëla