no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/26A-10-LB

Uitgebracht op : 21/07/2010
Publicatie datum: 29/06/2011

Ontwerp-landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikelen 2 en 3 van de Sanctielandsverordening, houdende de implementatie van Resoluties 1267 (15 oktober 1999), 1333 (19 december 2000), 1363 (30 juli 2001), 1368 (12 september 2001), 1373 (28 september 2001) en 1390 (16 januari 2002) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (Sanctielandsbesluit Al-Qaida c.s., de Taliban van Afghanistan c.s., Osama bin Laden c.s. en lokale terroristen) (2615/RNA, DWJ’10/219)

Advies:  Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 29 juni 2010 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 19 juli 2010, bericht de Raad u als volgt.

Het onderhavige ontwerp-landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 2 en 3 van de Sanctielandsverordening, houdende de implementatie van Resoluties 1267 (15 oktober 1999), 1333 (19 december 2000), 1363 (30 juli 2001), 1368 (12 september 2001), 1373 (28 september 2001) en 1390 (16 januari 2002) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (Sanctielandsbesluit Al-Qaida c.s., de Taliban van Afghanistan c.s., Osama bin Laden c.s. en lokale terroristen) strekt, volgens de considerans, ertoe in het belang van de internationale rechtsorde en de daarop betrekking hebbende internationale afspraken, zoals vervat in de Resoluties 1267 van 15 oktober 1999, Resolutie 1333 van 19 december 2000, Resolutie 1363 van 30 juli 2001 en Resolutie 1368 van 12 september 2001, Resolutie 1373 van 28 september 2001 en Resolutie 1390 van 16 januari 2002 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ter uitvoering van de artikelen 2 en 3 van de Sanctielandsverordening, regels te stellen ten aanzien van het financiële verkeer met Al-Qaida c.s., de Taliban van Afghanistan c.s., Osama bin Laden c.s. alsmede met lokale terroristen.

Dit adviesverzoek betreft drie ontwerpen, namelijk het onderhavige ontwerp-landsbesluit, houdende algemene maatregelen, het ontwerp-Sanctielandsbesluit Democratische Republiek Korea en het ontwerp-Sanctielandsbesluit Islamitische Republiek Iran.

Het oordeel van de Raad over laatstgenoemde ontwerp-landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, is opgenomen in de adviezen d.d. 21 juli 2010, RvA no’s. RA/26-10-LB en RA/26B-10-LB.

Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen.

De gevolgde procedure
Alvorens in te gaan op het onderhavige ontwerp-landsbesluit (“het ontwerp”) vraagt de Raad de aandacht van de regering voor de in het onderhavige geval gevolgde procedure.

De regering heeft de aanpassingen in de ontwerp-Sanctielandsbesluiten waarover de Raad op 8 december 2009 heeft geadviseerd van zodanig inhoudelijke aard geacht dat de regering het nodig vond om opnieuw het advies van de Raad van Advies in te winnen.
De Raad gaat ervan uit dat de regering zoals zij dat in het geval van de eerder genoemde ontwerp-Sanctielandsbesluiten heeft gedaan, nu weer, ingevolge artikel 5, eerste lid, van de Sanctielandsverordening (P.B. 1997, no. 336), de in belangrijke mate betrokken organisaties van belanghebbenden in de gelegenheid heeft gesteld hun mening over de verrichte aanpassingen in de ontwerpen kenbaar te maken.
De Raad constateert echter dat de adviezen van de bij het eerste concept betrokken organisaties in het thans ontvangen dossier ontbreken.

De Raad heeft ondanks het feit dat de genoemde adviezen ontbreken er voor gekozen in het onderhavige geval toch advies uit te brengen. De Raad heeft hiertoe besloten vanwege de mogelijke negatieve implicaties voor in het bijzonder de financiële sector van de Nederlandse Antillen bij het uitblijven van een tijdige voldoening door de Nederlandse Antillen aan de internationale verplichtingen in het kader van het op handen zijnde evaluatie van de Financial Action Task Force on Money Laundering (FATF).

Inhoudelijke opmerkingen
Het ontwerp
Algemeen
In het opschrift en de artikelen 1, 2 en 3 van het ontwerp worden de woorden “terroristen”, “lokale terroristen” en “terroristische organisaties” gebruikt. Het komt de Raad voor dat deze begrippen gedefinieerd dienen te worden.

Het valt de Raad op dat de regering een onderscheid maakt tussen internationale en lokale terroristen. De Raad geeft de regering in overweging het onderscheid dat gemaakt wordt tussen internationale en lokale terroristen in de nota van toelichting nader toe te lichten.

Artikel 1, tweede lid
De in artikel 1, tweede lid, van het ontwerp, genoemd verbod geldt in het geval in het betreffende artikel bedoelde gelden of activa direct of indirect, geheel of gedeeltelijk toebehoren aan of ter beschikking staan van dan wel direct of indirect beheerd worden door al dan niet lokale terroristen, die terrorisme financieren of al dan niet lokale terroristische organisaties zoals aangewezen door de Ministers van Financiën en van Justitie alsmede aan de vertegenwoordigers van vorengenoemden. De Raad geeft de regering in overweging duidelijk te maken of genoemd verbod zich beperkt tot terroristen die terrorisme financieren of dat het verbod gericht is tot een ieder die terrorisme financiert.

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Het ontwerp en de nota van toelichting geven de Raad aanleiding tot het maken van de volgende wetstechnische en/of redactionele opmerkingen.

Het ontwerp
In het opschrift dient achter de woorden “ter uitvoering van” het woord “de” te worden opgenomen.

In de considerans, de vierde regel, dient achter “Resolutie 1390” ingevoegd te worden het woord “van” en dienen de haakjes voor en achter “(16 januari 2002)” te worden weggelaten.

De Raad geeft de regering in overweging aan het einde van artikel 6 de woorden “wordt geplaatst” te vervangen door “geplaatst is”.

De nota van toelichting
Pagina 1
Het opschrift van de nota van toelichting dient in overeenstemming te worden gebracht met dat van het ontwerp.

In het tweede tekstblok onder “Inleiding” dient:
– in de derde regel “Resolutie van 30 juli 2001” te worden vervangen door “Resolutie 1363 van 30 juli 2001”;
– aan het einde van de vierde regel dient na “Resolutie 1390” het woord “van” te worden ingevoegd en het daarop volgend onderdeel “(16 januari 2002)” de haakjes te worden weggelaten.

In het laatste tekstblok, onder “Inleiding”, dient in de vijfde regel het woord “deviezenverkeer” te worden vervangen door het woord “Deviezenverkeer”. Zie in dit verband artikel 32 van de Landsverordening Deviezenverkeer (P.B. 1981, no. 67).

De Raad heeft voor het overige geen opmerkingen.

Concluderend geeft de Raad de regering in overweging het onderhavige ontwerp-landsbesluit vast te stellen, nadat met vorenstaande opmerkingen rekening zal zijn gehouden.

Willemstad, 21 juli 2010

de Ondervoorzitter,                                      de Secretaris,

 

_____________________                              ____________________
Prof mr. F.B.M. Kunneman                         mevr. mr. C.M. Raphaëla