Adviezen
RvA no. RA/27-10-LB
Uitgebracht op : 22/09/2010
Publicatie datum: 29/06/2011
Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 6 juli 2010 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 20 september 2010, bericht de Raad u als volgt.
Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen.
Inhoudelijke opmerkingen
Het ontwerp
Het onderhavige ontwerp-landsbesluit, houdende algemene maatregelen (het ontwerp) strekt onder andere ter uitvoering van artikel 29, eerste, vierde en vijfde lid, van de Landsverordening maritiem beheer (P.B. 2007, no. 18). Voor zover de Raad heeft kunnen nagaan is artikel 29, eerste lid, van genoemde landsverordening nog niet in werking getreden voor wat betreft de toepassing van dat artikel op de exclusieve economische zone (EEZ). Dit had te maken met het feit dat de EEZ voor de Nederlandse Antillen formeel nog niet was ingesteld.
Inmiddels is de Rijkswet instelling exclusieve economische zone (Stb. 1999, 281; P.B. 1999, no. 196) ook voor Aruba en de Nederlandse Antillen, per 1 september 2010, in werking getreden, tegelijk met het “Besluit grenzen Caribische exclusieve economische zone” (Stb. 2010, 277) (P.B. 2010, no. 50). Zie in dit verband artikel 4 van genoemd besluit. Nu laatstgenoemde rijksregelingen per 1 september 2010 in werking zijn getreden, geeft de Raad de regering in overweging de inwerkingtreding van artikel 29, eerste lid, van de Landsverordening maritiem beheer (voor wat betreft de EEZ) te regelen, alvorens wordt overgegaan tot de vaststelling van het ontwerp.
De nota van toelichting
Op grond van artikel 2, eerste lid, van het ontwerp zijn onder meer vissersschepen met een geldige visserijvergunning voor enig gedeelte van de Saba Bank vrijgesteld van het ankerverbod in de Saba Bank. Uit hetgeen wordt gesteld op pagina 5, tweede tekstblok, van de nota van toelichting, laatste volzin, blijkt echter dat de vrijstelling voor de lokale vissersvaartuigen in zijn algemeenheid geldt. Er wordt in genoemde toelichting niet duidelijk gemaakt dat de lokale vissersschepen een geldige visserijvergunning voor enig gedeelte van de Saba Bank moeten hebben.
De Raad geeft de regering in overweging de nota van toelichting en het ontwerp op bovengenoemd punt met elkaar in overeenstemming te brengen.
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Zowel het ontwerp als de nota van toelichting geeft de Raad aanleiding tot het maken van wetstechnische en redactionele opmerkingen. De Raad volstaat met het geven van een aantal voorbeelden.
Het ontwerp
Het opschrift
Het ontwerp strekt mede ter uitvoering van artikel 29, vierde lid, van de Landsverordening maritiem beheer. Genoemd artikellid bevat slechts regels waarbij bij de uitvoering van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van genoemde landsverordening, rekening dient te worden gehouden.
De Raad geeft de regering daarom in overweging in het opschrift “vierde lid” te schrappen.
De considerans
De Raad merkt op dat de considerans een doublure bevat. In het derde tekstblok en het voorlaatste tekstblok van de considerans wordt hetzelfde gesteld.
De Raad geeft de regering in overweging het derde tekstblok van de considerans te schrappen alsmede in het voorlaatste tekstblok na “vijfde lid” in te voegen: van de Landsverordening maritiem beheer.
Artikel 3
In artikel 3, eerste en tweede lid, van het ontwerp wordt het begrip “beheerder” gehanteerd. De Raad geeft de regering in overweging in artikel 3, eerste en tweede lid, van het ontwerp te verwijzen naar de “beheerder” bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de Landsverordening maritiem beheer.
De nota van toelichting
Artikel 2, eerste en tweede lid
De Raad stelt voor op pagina 4, laatste tekstblok, van de nota van toelichting in de tweede volzin “artikel 5, eerste lid, onderdeel c” te vervangen door “artikel 5, tweede lid, onderdeel c”.
De Raad heeft voor het overige geen opmerkingen.
Concluderend geeft de Raad de regering in overweging het onderhavige ontwerp-landsbesluit vast te stellen, nadat met vorenstaande opmerkingen rekening zal zijn gehouden.
Willemstad, 22 september 2010
de Ondervoorzitter, de Secretaris,
_____________________ ____________________
Prof. mr. F.B.M. Kunneman mevr. mr. C.M. Raphaëla