Adviezen
RvA no. RA/28-12-LV
Uitgebracht op : 27/09/2012
Publicatie datum: 20/12/2012
Ontwerplandsverordening tot wijziging van de landsverordening van de 18de januari 2012 tot vaststelling van de Begroting van Curaçao voor het dienstjaar 2012 (Tweede Suppletoire begroting 2012)
(zaaknummer 2012/49335)
Advies: Met verwijzing naar uw spoedadviesverzoek d.d. 24 augustus 2012, ontvangen d.d. 29 augustus 2012, om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 26 september 2012, bericht de Raad u als volgt.
Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende memorie van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.
1. Algemeen
a. Het advies van de Sector Financieel beleid en Begrotingsbeheer
Bij de bij het onderhavige adviesverzoek gevoegde stukken ontbreekt het advies van de Sector Financieel beleid en Begrotingsbeheer van het Ministerie van Financiën zoals vereist op grond van het zorgvuldigheidsbeginsel in samenhang met artikel 10 van de Landsverordening comptabiliteit 2010. De Raad heeft bij brief van 6 september 2012, RvA no. OV/41-12, naar voornoemd advies gevraagd maar heeft dit nog niet mogen ontvangen. De Raad vraagt de regering om het betreffende advies alsnog aan de Raad te doen toekomen. De Raad behoudt zich het recht voor om een aanvullend advies uit te brengen indien het advies van de Sector Financieel beleid en Begrotingsbeheer aspecten bevat die de Raad daartoe aanleiding geven.
b. Het ontwerp van de Tweede Suppletoire begroting 2012 in samenhang met het ontwerp van de Eerste Suppletoire begroting 2012 en de ontwerpnota van wijziging op de Eerste Suppletoire begroting 2012
De behandeling door de Staten van het ontwerp van de Eerste Suppletoire begroting 2012 (zaaknummer 2012/019444) is nog niet afgerond.
Het is voor de Raad niet duidelijk in hoeverre de cijfers uit het ontwerp van de Eerste Suppletoire begroting 2012 in het onderhavige ontwerp (“ontwerp”) zijn meegenomen. Daarbij vermeldt de Raad dat de ontwerpnota van wijziging op de ontwerp Eerste Suppletoire begroting 2012 (zaaknummers 2012/049909 en 2012/48256) (“ontwerpnota van wijziging”) tevens aan de Raad ter advisering is aangeboden.
De Raad is van mening dat de in het ontwerp van de Eerste Suppletoire begroting 2012 en de ontwerpnota van wijziging voorgestelde wijzigingen ook in het onderhavige ontwerp (“ontwerp”) moeten zijn verwerkt. Gezien de tekst onder “Recapitulatiestaat” op pagina 22 van de Nota van Financiën (“Nota”) is de Raad daar niet zeker van.
De Raad adviseert de regering de memorie van toelichting aan te vullen en indien nodig het ontwerp aan te passen met inachtneming van het bovenstaande.
c. Het ontbreken van een (gedegen) toelichting op de wijziging van begrotingsposten
De Raad stelt vast dat in het algemeen geen specifieke toelichting wordt gegeven op de voorgestelde wijzigingen van begrotingsposten. De toelichting op de diverse wijzigingen van begrotingsposten is steeds dezelfde, ongeacht of de betreffende wijziging een verlaging dan wel een verhoging van de materiële lasten betreft. De Raad wijst daarvoor onder andere op pagina 3, onder “G. Overige” en pagina 5, eerste tekstblok, van de Algemene Beschouwingen. De Raad wijst ook op “Functie 21 Openbare Werken” (pagina 23) en “Functie 25 Reiniging” (pagina 24) waarin structurele substantiële verlagingen worden voorgesteld zonder enige toelichting.
Verder merkt de Raad op dat deze standaard gehanteerde toelichting slechts een toelichting geeft op verlagingen van begrotingsposten en dus niet kan dienen voor het toelichten van alle voorgestelde wijzigingen van begrotingsposten. Bijvoorbeeld, bij de verhoging van de apparaatskosten ad NAf. 7.395.178 in “Functie 07. Overige Algemene Zaken” op pagina 9 van de Algemene Beschouwingen is bedoelde toelichting ten onrechte gebruikt omdat het in dit geval om een verhoging gaat. Zie ook een voorbeeld van incorrect gebruik van bedoelde toelichting op pagina 12 van de Algemene Beschouwingen bij tabel “08 Overige Bestuur planning en Dienstverlening Overige Bestuur, Planning en Dienstverlening”, waar het ook gaat om een verhoging van de apparaatskosten in 2012 met het substantiële bedrag van NAf. 35.603.432.
De Raad adviseert de regering om elke substantiële verlaging dan wel verhoging van de materiële lasten specifiek toe te lichten in de Algemene Beschouwingen.
d. Reservedotaties
In het laatste tekstblok op pagina 47 van de Algemene Beschouwingen staat dat de reservedotaties voor het dienstjaar 2012 voor ca. NAf. 1,2 miljoen zullen worden aangesproken teneinde “de minderbesparingen” voor de overheid in verband met het dekken van de kosten van ambtenaren die bij het introduceren van de basisverzekering ziektekosten achteruitgaan, budgetneutraal op te vangen. Verder staat op pagina 51 van de Algemene Beschouwingen dat in 2012 een bedrag van NAf. 25,2 miljoen wordt toegevoegd aan de reserve om eventuele tegenvallers (risico’s) op te vangen.
De Raad adviseert in de memorie van toelichting aan te geven wat de omvang is van de reserve.
Reeds in de brief d.d. 25 april 2012 en in het advies van 23 mei 2012, RvA no. RA/08-12-LV (pagina 2) over het ontwerp van de Eerste Suppletoire begroting 2012, heeft de Raad meer transparantie verzocht over de besteding van de reserve.
Ook in het advies van de Raad d.d. 31 augustus 2011 over de ontwerpbegroting van Curaçao voor het dienstjaar 2012, RvA no. RA/28-11-LV (pagina 3), is hierop aangedrongen.
De Raad is van oordeel dat in de memorie van toelichting een actueel overzicht van de reeds gedane bestedingen van de reserve moet worden gegeven alsook het bedrag dat per saldo beschikbaar is voor besteding in het dienstjaar 2012 en navolgende dienstjaren. Voorts moet worden aangegeven waar de regering het saldo aan zal besteden.
De Raad dringt er nogmaals bij de regering op aan in de memorie van toelichting het
noodzakelijke inzicht te geven in de besteding van de reserve met inachtneming van het bovenstaande.
2. De Algemene Beschouwingen
a. Wijziging ambtenarenpensioenregeling (pagina 12)
Op pagina 11, laatste tekstblok, staat dat de wetsteksten tot wijziging van de ambtenarenpensioenregeling in de eerste helft van april 2012 in procedure worden gebracht.
De Raad adviseert om in de Algemene Beschouwingen aan te geven of dit daadwerkelijk is geschied, en zo niet welke procedure moet worden gevolgd voordat genoemde regeling is gewijzigd, alsook de tijdsplanning hiervoor.
b. Verlaging van de bij de Sociale Verzekeringsbank in beheer zijnde wettelijke reserves (pagina’s 12 en 42)
Zowel uit de Algemene Beschouwingen (pagina’s 12 en 42) als de Nota (pagina 15) blijkt dat de regering voornemens is de wettelijke reserves die bij de Sociale Verzekeringsbank (“SVB”) in beheer zijn, te verlagen. Daarbij zal onder andere het huidige percentage van de verplichte reserve, bedoeld in artikel 8 van de Landsverordening Ziekteverzekering, (“reserve Ziektefonds”) worden verlaagd (Nota, pagina 15, eerste tekstblok).
De Raad wijst er hier nadrukkelijk op dat een door de SVB beheerde wettelijke reserve niet zonder meer kan worden verlaagd. Over de reserve Ziektefonds bijvoorbeeld is in artikel 1 van het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen van de 21ste april 1966 (P.B. 1966, no. 95) geregeld dat deze reserve wordt bepaald op ten minste 50% en ten hoogste 70% van de gemiddelde kosten per jaar, verbonden aan de uitvoering van de Landsverordening Ziekteverzekering, over een periode van vijf jaren. Dit geldt ook voor de reserve, bedoeld in artikel 8, negende lid, van de Landsverordening Ongevallenverzekering (“reserve Ongevallenfonds”). Zie daartoe artikel 1 van het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen van de 23ste december 1966 (P.B. 1966, no. 187).
De Raad adviseert in de memorie van toelichting aan te geven wat de reden is voor de verlaging van bedoelde wettelijke reserves, met welk percentage en tot welk percentage deze zullen worden verlaagd, alsook de onderbouwing van deze verlagingen rekening houdende met de hierboven genoemde wettelijke regelingen. De Raad adviseert in de memorie van toelichting tevens aan te geven bij welk(e) besluit(en) van het daartoe bevoegde orgaan, tot verlaging van bedoelde reserves is besloten.
c. Het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (pagina’s 29 e.v.)
In de Algemene Beschouwingen betreffende het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport wordt er in feite geen nadere toelichting gegeven met betrekking tot de voorgestelde wijzigingen en het bekendgemaakte voornemen tot invoering van het gratis onderwijs voor het schooljaar 2012 – 2013.
De Raad adviseert de Algemene Beschouwingen en indien nodig het ontwerp aan te passen met inachtneming van het bovenstaande.
d. Het Ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (pagina 42)
Op pagina 42, laatste tekstblok, van de Algemene Beschouwingen betreffende het Ministerie van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn staat dat de Landsbijdrage in de basisverzekering ziektekosten vanaf 2013 wordt verhoogd met ca NAf. 13 miljoen omdat het niet aannemelijk is dat de groep on- en minvermogenden de ziektekostenpremie kan betalen.
De Raad adviseert hierbij ook aandacht te schenken aan gepensioneerde echtparen die ieder de volle premie zullen moeten betalen.
e. Het Ministerie van Justitie (pagina 18)
Op pagina 18, eerste tekstblok, van de Algemene Beschouwingen staat dat het bedrag van ca. NAf. 1,6 miljoen in “Functie 15 Overige Beschermende Maatregelen” betrekking heeft op het invullen van 21 vacatures en verbetering van de rechtspositie van de medewerkers werkzaam bij de Controle en Beveiliging (C&B, voorheen SKS) vanaf 2013. Het is voor de Raad niet duidelijk of deze gelden ook in de meerjarenbegroting zijn meegenomen.
Verder staat in het laatste tekstblok dat 31 personen zijn overgegaan van de vml. Stichting Beveiligingszorg naar SDKK (zie “Functie 16 Gevangeniswezen – Beleidsveld: de zorg voor het toezicht inzake de detentiezorg, het gevangeniswezen, de vrijheidsbeneming en invrijdheidstelling, waaronder gratie en generaal pardon”). Het is voor de Raad niet duidelijk of de verhoging van de betreffende begrotingsposten een verschuiving betreft binnen de begroting van de ene post naar de andere, of dat dit daadwerkelijke verhogingen zijn vanwege de bezoldiging van meer personeel.
De Raad adviseert in de memorie van toelichting een nadere toelichting te geven op voornoemde Functies 15 en 16 met inachtneming van het bovenstaande.
3. Nota van Financiën
a. De Gewone dienst (pagina’s 5 en 7)
Op pagina 7, laatste tekstblok, van de Nota staat dat de gewone dienst afsluit met een saldo van nul. In tegenstelling tot het voorgaande blijkt uit Tabel 2 (totaalbedragen Begroting 2012, inclusief de eerste en tweede suppletoire begroting 2012) op pagina 5 van de Nota, dat de gewone dienst met een positief saldo van NAf. 33,4 miljoen afsluit.
De Raad adviseert in de Nota te verklaren hoe het een met het ander rijmt.
b. Realisatiecijfers dienstjaar 2011 bij Tabel 2 (pagina 5)
Voor een beter inzicht dienen in “Tabel 2. Recapitulatie Begroting 2012 inclusief tweede suppletoire begroting” de begrote bedragen voor het dienstjaar 2012 vergeleken te worden met de realisatiecijfers van het dienstjaar 2011.
Om die reden dient naast de kolom met begrote bedragen voor het dienstjaar 2011 een kolom te worden ingevoegd met de realisatiecijfers van het dienstjaar 2011.
De Raad adviseert de Nota aan te passen met inachtneming van het bovenstaande.
c. Opbrengst omzetbelasting (pagina 9)
De omzetbelastingopbrengst is in de vastgestelde Begroting van Curaçao voor het dienstjaar 2012 (“Begroting 2012”) begroot op NAf. 397 miljoen. Uit “Tabel 6. Mutaties op belastingopbrengsten” op pagina 9 van de Nota blijkt dat de raming van de omzetbelastingopbrengst voor het dienstjaar 2012 wordt verlaagd met NAf. 16,0 miljoen.
Uit “Tabel 7. Belastingopbrengsten inclusief eerste en tweede suppletoire begroting” (pagina 10 van de Nota) blijkt de geraamde omzetbelastingopbrengst echter NAf. 403 miljoen te zijn.
Gezien het bovenstaande is het voor de Raad niet duidelijk of er nu van een verhoging of een verlaging sprake is en welk bedrag het betreft.
De Raad adviseert de Nota, en indien nodig het ontwerp, aan te passen met inachtneming van het bovenstaande.
d. Opbrengst indirecte belastingen (pagina 9)
Bij de raming van de opbrengst indirecte belastingen wordt rekening gehouden met het invorderen van de belastingschuld van Curoil (pagina 9, voorlaatste tekstblok van de Nota).
De Raad vraagt zich af of deze raming realistisch is. De Raad vindt overigens dat in de Nota aangegeven dient te worden hoe groot het in te vorderen bedrag is.
De Raad adviseert de memorie van toelichting aan te passen met inachtneming van het bovenstaande.
e. Terugvordering Onderwijs (pagina 11)
In “Tabel 8. Niet-belastingopbrengsten” staat onder “Andere inkomsten” een post “Terugvorderingen Onderwijs” ad NAf. 14,9 miljoen. In het voorlaatste tekstblok op pagina 11 van de Nota staat dat bedragen die vanwege studiefinanciering teruggevorderd moeten worden met meer energie zullen worden teruggevorderd.
De Raad adviseert in de Nota aan te geven om welke vorderingen het gaat, wat de totaalsom is van de vorderingen en wat de “ouderdom” is van de vorderingen in verband met een mogelijk beroep op verjaring. In de Nota dient tevens bevestigd te worden dat het Land de rechthebbende is van de vorderingen en niet de Stichting Studiefinanciering Curaçao.
f. Beloning van personeel (pagina 12)
In het voorlaatste tekstblok op pagina 12, onder “Beloning van personeel”, staat dat de beloningen van het personeel zijn gerelateerd aan “actieve ambtenaren”.
Omdat de term “actieve ambtenaren” doet vermoeden dat er ook “inactieve ambtenaren” zijn, adviseert de Raad eerstgenoemde term nader toe te lichten.
4. De aanwijzing van de Rijksministerraad d.d. 13 juli 2012
Op 13 juli jl. heeft de Rijksministerraad ingestemd met het geven van een aanwijzing ingevolge artikel 13, vijfde lid, van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten. Zulks is vastgelegd bij Koninklijk Besluit van 13 juli 2012, houdende het geven van een aanwijzing aan het bestuur van Curaçao tot aanpassing van de begroting 2012, rekening houdend met de in artikel 15 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten genoemde normen (P.B. 2012, no. 43) (“Aanwijzing”).
In het Enig artikel van de Aanwijzing zijn twaalf (12) onderdelen opgenomen waar het bestuur van Curaçao aan moest hebben voldaan per 1 september 2012. Zonder de importantie van de overige onderdelen ook maar enigszins tekort te willen doen, zal de Raad hieronder het ontwerp aan de eerste drie onderdelen en het achtste onderdeel toetsen.
Eerste onderdeel
Ingevolge het eerste onderdeel van de Aanwijzing dienen de tekorten ten bedrage van NAf. 98 miljoen op de gewone dienst van 2010 en 2011 per 1 september 2012 te worden gecompenseerd met overschotten in 2012 en zonodig verdere jaren, waarbij ingestemd wordt met het inzetten van het restant van de eenmalige ontvangst aan middelen voortkomend uit de BRK per 10 oktober 2010.
De Raad vindt dat uit het ontwerp niet duidelijk wordt dat voldaan is aan het eerste onderdeel van de Aanwijzingen. De Raad heeft dit ook niet kunnen opmaken uit de memorie van toelichting.
Tweede onderdeel
Ingevolge het tweede onderdeel van de Aanwijzing dient in de Begroting 2012 per direct niet langer te worden uitgegaan van besparingen vanwege de voorgenomen maatregelen op het terrein van de gezondheidszorg en het dividendbeleid, en dient tot besteding van deze besparingen pas te worden overgegaan nadat zij daadwerkelijk zijn gerealiseerd.
Hierboven, in het “Eerste onderdeel”, is reeds gesteld dat tekorten van NAf. 98 miljoen op de gewone dienst van 2010 en 2011 per 1 september 2012 dienen te worden gecompenseerd met overschotten in 2012 en zonodig verdere jaren, waarbij ingestemd wordt met het inzetten van het restant van de eenmalige ontvangst aan middelen voortkomend uit de BRK per 10 oktober 2010.
In het voorlaatste tekstblok op pagina 51 van de Algemene Beschouwingen staat dat een dividendafdracht ad NAf. 17,8 miljoen van de Refineria di Korsou N.V. (“RdK”) voor de komende zeven jaren wordt toegevoegd aan de reserve en dat deze toevoeging aan de reserve bestemd is voor de dekking van de tekorten over 2010 en 2011 (ca. NAf. 98 miljoen).
De Raad adviseert in de memorie van toelichting uit te leggen wat hiermee wordt bedoeld.
Mocht het de bedoeling van de regering zijn om voornoemde tekorten deels te dekken met toekomstige dividendontvangsten van RdK dan druist dat in tegen het eerste onderdeel van de Aanwijzing.
Verder merkt de Raad op dat het bedrag van NAf. 17,8 miljoen niet is toegelicht met realisatiecijfers en betrouwbare projecties van financiële resultaten van RdK. De Raad adviseert de memorie van toelichting aan te vullen met inachtneming van het bovenstaande.
Derde onderdeel
Ingevolge het derde onderdeel van de Aanwijzing dienen de besparingsverliezen voor 2012 ad NAf. 55 miljoen per 1 september te worden gedekt door additionele structurele uitgavenverlagende of inkomstenverhogende maatregelen, waarbij invoering van reeds geplande maatregelen op het terrein van de gezondheidszorg, de oudedagsvoorzieningen en de dividenden op 1 januari 2013 dienen te worden gerealiseerd.
In onderdeel c van paragraaf “1. Algemeen” van dit advies (pagina 2) heeft de Raad er al op gewezen dat er in het algemeen geen specifieke toelichting is gegeven op de in het ontwerp voorgestelde wijzigingen van begrotingsposten. Daarnaast is uit de memorie van toelichting bij het ontwerp veelal niet op te maken of de verlagingen en verhogingen van begrotingsposten structureel zijn, aangezien de noodzakelijke toelichting daarop ontbreekt of te summier is. In voornoemd onderdeel c adviseert de Raad de regering dan ook om elke substantiële verlaging dan wel verhoging van de materiële lasten en de houdbaarheid specifiek toe te lichten.
Achtste onderdeel
In het achtste onderdeel van de Aanwijzing wordt onder andere aangedrongen op het daadwerkelijk toepassen van de bestaande vacaturestop. Het is voor de Raad niet duidelijk of in het ontwerp met dit onderdeel van de Aanwijzing rekening wordt gehouden.
Bijvoorbeeld, in het voorlaatste tekstblok op pagina 16 van de Algemene Beschouwingen staat bij de tabel “Functie 12 Politie” dat de Toelatingsorganisatie akkoord heeft gekregen van de Raad van Ministers om personeel te werven op basis van de streefformatie. Verder staat op pagina 18 van de Algemene Beschouwingen (laatste tekstblok) bij de tabel “Functie 16 Gevangeniswezen – Beleidsveld: de zorg voor het toezicht inzake de detentiezorg, het gevangeniswezen, de vrijheidsbeneming en invrijheidstelling, waaronder gratie en generaal pardon”, dat 137 medewerkers van de voormalige Stichting Beveiligingszorg een aanstelling
krijgen bij KPC, Justitiële Jeugdinrichting, Brasami etc. De Raad vraagt zich wederom af of de verhogingen van de betreffende begrotingsposten verschuivingen van de ene post naar de andere betreffen binnen de begroting, of dat deze daadwerkelijke verhogingen zijn vanwege de bezoldigingskosten van meer personeel. Tegen bovenstaande achtergrond zal dit in de Algemene Beschouwingen nadrukkelijk moeten worden toegelicht.
Concluderend stelt de Raad dat het voor hem niet duidelijk is of met het ontwerp en de bijbehorende memorie van toelichting steeds wordt gehandeld in overeenstemming met de Aanwijzing.
De Raad adviseert de regering in de memorie van toelichting bij het ontwerp op het bovenstaande in te gaan.
5. Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.
Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging de ontwerplands-verordening niet bij de Staten in te dienen dan nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.
Willemstad, 27 september 2012
de Ondervoorzitter, de Secretaris,
________________ ____________________
mr. C. M. Grüning mevr. mr. C. M. Raphaëla
Zowel het ontwerp als de nota van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.
a. Het ontwerp
1. Het opschrift
In het opschrift dient het woord “landsverordening” te worden vervangen door “Landsverordening”.
2. De considerans
De Raad adviseert de regering om in de overwegingen rekening te houden met het volgende:
– In de eerste overweging dient aangegeven te worden om welk Koninklijk besluit en om welke financiële normen het hierbij gaat. Voor de duidelijkheid dient de zinsnede “het Koninklijk besluit een aanwijzing aan het Land Curaçao bevat om de begroting in overeenstemming te brengen met de financiële normen” vervangen te worden door “de in P.B. 2012, no. 43 afgekondigde aanwijzing van de rijksministerraad aan het bestuur van Curaçao een aanwijzing bevat om de Begroting voor het dienstjaar 2012 in overeenstemming te brengen met de financiële normen, bedoeld in de Rijkswet financieel toezicht”;
– In de tweede overweging dient achter “basisverzekering” het woord “ziektekosten” te worden opgenomen;
– In de derde overweging dient het woord “landsbijdrage” te worden vervangen door “Landsbijdrage” terwijl achter “basisverzekering” het woord “ziektekosten” dient te worden opgenomen;
– In de vierde overweging dient “als gevolg” te worden vervangen door “op basis van”;
– In de zesde overweging dient “begroting 2012” te worden vervangen door “Begroting voor het dienstjaar” en dient het punt achter “compenseren” te worden vervangen door een puntkomma.
b. De memorie van toelichting
Algemene Beschouwing
1. Basisverzekering ziektekosten
De Raad adviseert de regering om ten behoeve van de consistentie de term “basisverzekering ziektekosten” te hanteren.
2. Inleiding, onderdeel A
De Raad adviseert de regering om de eerste volzin van onderdeel A. “Overeenstemming van de begroting met de financiële normen” (pagina 2) grammaticaal kloppend te maken.
3. Inleiding, onderdeel B
De Raad adviseert de regering om de enige volzin van onderdeel B. “Opwaartse bijstelling raming belastingopbrengsten” (pagina 2) grammaticaal kloppend te maken.
4. Inleiding, onderdeel D
In het tweede tekstblok van onderdeel D. “Extra Landsbijdrage in de basisverzekering”, derde volzin, (pagina 2) dient in het opschrift “Landsbijdage” te worden vervangen door “Landsbijdrage” en “minderbesparingen” te worden vervangen door “minder besparingen”.
5. Inleiding, onderdeel E
In de tweede volzin van onderdeel E. “Verhoging Personeelslasten” (pagina 3) dient het woord “meerder” te worden vervangen door “meerdere”.
6. Inleiding, onderdeel F
In de tekst dient dient “logeergatenbelasting” (pagina 3) te worden vervangen door “logeergastenbelasting”.
7. Inleiding, onderdeel G
In de derde volzin van onderdeel G. “Overige” dient de zinsnede “aansluiting gezocht met de voorlopige” (pagina 3) te worden vervangen door “aansluiting gezocht bij de voorlopige”.
8. Pagina 4, Staatsorganen en overige algemene organen
In de opsomming van de Staatsorganen (pagina 4) dient “Raad van advies” te worden vervangen door “Raad van Advies”.
9. Pagina 12, “ziektefonds” en afkorting Sociale Verzekeringsbank
In het eerste tekstblok, laatste volzin, dient “ziektekostenfonds” te worden vervangen door “Ziektefonds”. Verder wordt voor de Sociale Verzekeringsbank de afkorting “FZOG” gehanteerd. De afkorting dient vervangen te worden door “SVB”.
10. Pagina 12, jaartal
In het tweede tekstblok op pagina 12, vierde volzin, wordt gesproken van de eerste helft van april 2012. De Raad adviseert de regering om het juiste jaartal te hanteren.
11. Pagina 16, “van de”
In het eerste tekstblok op pagina 16, eerste volzin, dient “van de” weggehaald te wordenen in de tweede volzin van dit tekstblok dient “de” te worden vervangen door “het”.
12. Pagina 42, “reclassificatie”
In het tweede tekstblok op pagina 42, derde volzin, dient het woord “reclasificaitie” te worden vervangen door “reclassificatie”.
Nota van Financiën
1. Pagina 4, titel
De titel “I. NOTA VAN FINANCIËN SUPPLETOIRE BEGROTING 2012” dient vervangen te worden door “I. NOTA VAN FINANCIËN TWEEDE SUPPLETOIRE BEGROTING 2012”.
2. Pagina 7/8, “Baten”
De Raad adviseert om het woord “Baten” onder aan pagina 7, naar het begin van pagina 8 te schuiven.
3. Pagina 11
In het tweede tekstblok dient “de Rooms Katholieke Schoolbestuur” te worden vervangen door “het Rooms Katholieke Schoolbestuur”.
4. Pagina 12, spatie
In het tweede tekstblok dient ten behoeve van de overzichtelijkheid tussen “5. Subsidies” en de daaropvolgende volzin een spatie of blanco regel te worden opgenomen.
5. Pagina 14, zinsconstructie
De Raad adviseert de regering om in het tweede tekstblok, eerste volzin, de juiste zinsconstructie te hanteren.
6. Pagina 15, “overheidsbegroting”
In het eerste tekstblok, laatste volzin, dient het woord “overheidsbegorting” te worden vervangen door “overheidsbegroting”.
7. Pagina 17, “de”
In het tweede tekstblok, laatste volzin, dient het woord “ed” te worden vervangen door “de”.
8. Pagina 20, redactie
In het eerste tekstblok, dient het punt achter het woord “verklaard” te worden vervangen door een dubbele punt.
In het eerste tekstblok, eerste gedachtepunt, eerste volzin, dient de eerste “een” weggehaald te worden. In de tweede volzin dient “formatie plaatsen” vervangen te worden door “formatieplaatsen”.
In de eerste volzin van het tweede tekstblok dient de zinsnede “in het Ministerie van” weggehaald te worden.
In de eerste volzin van het derde tekstblok dient “gereclasifiseerd” te worden vervangen door “gereclassificeerd”.
In de eerste volzin van het vierde tekstblok dient “Ministerie” te worden vervangen door “ministeries”.
9. Pagina 21, “Tabel 13”
In de tweede volzin van het derde tekstblok dient “Tabel 13” te worden vervangen door “Tabel 14”.
10. Slot van de memorie van toelichting
Aangezien de onderhavige memorie van toelichting niet in het Publicatieblad zal worden bekend gemaakt, dienen aan het slot de woorden “Uitgegeven de” en “De Minister van Algemene Zaken” te worden geschrapt.