no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/29-14-LV

Uitgebracht op : 22/10/2014
Publicatie datum: 29/01/2015

Ontwerplandsverordening houdende wijziging van de Sanctielandsverordening (aanbevelingen CFATF) (zaaknummer 2014/043159)

Ontwerplandsverordening houdende wijziging van de Sanctielandsverordening (aanbevelingen CFATF) 
(zaaknummer 2014/043159)

Advies:  Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 15 september 2014 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 20 oktober 2014, bericht de Raad u als volgt.

Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende memorie van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.

Algemeen

De onderbouwing van de wijzigingen van de Sanctielandsverordening

Inleiding

In de onderhavige ontwerplandsverordening (het ontwerp) worden een aantal bepalingen van de Sanctielandsverordening gewijzigd. De Raad is van oordeel dat wijzigingen die de aard, strekking en essentie van een wettelijke regeling raken in principe voorzien moeten zijn van een (deugdelijke) onderbouwing waarin de regering een verantwoording van de gemaakte keuzes geeft[1]. De Raad zal in onderdelen b en c ingaan op een tweetal wijzigingsvoorstellen in het ontwerp waarvan de Raad van oordeel is dat deze de aard, strekking en essentie van de Sanctielandsverordening raken maar die een onderbouwing missen.

De Raad adviseert de regering om in de memorie van toelichting een onderbouwing van deze bepalingen op te nemen.

b.   Artikel 2 van de Sanctielandsverordening (artikel I, onderdeel A)

Artikel 2 van de Sanctielandsverordening bevat de kern van deze landsverordening. In artikel I, onderdeel A van het ontwerp wordt voorgesteld om het facultatieve karakter van artikel 2 van de Sanctielandsverordening (de “kan-bepaling”) te wijzigen in een imperatieve (de “wordt-bepaling”) waardoor Curaçao niet meer de keuze zal hebben om besluiten van de Veiligheidsraad en aanbevelingen van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties uit te voeren maar hiertoe verplicht zal zijn.

Artikel 25 van de Handvest van de Verenigde Naties[2] geeft naar het oordeel van de Raad aanleiding tot wijziging van artikel 2 van de Sanctielandsverordening.

c.   Het aanwijzen van personen door de Veiligheidsdienst Curaçao (artikel II)

In artikel II van het ontwerp wordt voorgesteld om artikel 3, eerste lid, van de Landsverordening Veiligheidsdienst Curaçao (de Landsverordening) te wijzigen waarbij de werkzaamheden van de Veiligheidsdienst Curaçao uitgebreid worden met het aanwijzen van personen.

Het is voor de Raad niet duidelijk om welke reden de Landsverordening gewijzigd dient te worden en wat het doel en de strekking van deze wijziging is. Voorts is niet duidelijk hoe het voorgestelde artikel 3, eerste lid, onderdeel d, zich verhoudt tot het bepaalde in artikel 3, tweede lid, onderdelen a en c van de Landsverordening. Gezien het vorenstaande kan de Raad ook niet beoordelen of de voorgestelde wijziging in overeenstemming is met grondrechten, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, en andere geschreven en ongeschreven regels, zoals onder andere opgenomen in de Staatsregeling van Curaçao en in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden[3].

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.

Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging de ontwerplandsverordening bij de Staten in te dienen, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.

 

Willemstad, 22 oktober 2014

de Ondervoorzitter,                                             de Secretaris,

___________________________                          ____________________

mevr. mr. drs. B. J. Doran-Scoop                         mevr. mr. C.M. Raphaëla

 

[1] Zie de aanwijzingen 7 en 157 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

[2] Trb. 1945, 321.

[3] Trb. 1951, 154.

 

Zowel het ontwerp als de memorie van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.

Het ontwerp

Vindplaats van aangehaalde wettelijke regelingen

De Raad stelt voor om in een voetnoot de vindplaats aan te geven van:

de in het opschrift aangehaalde Sanctielandsverordening;
de in artikel II aangehaalde Landsverordening Veiligheidsdienst Curaçao.

Artikel I, onderdeel B

De Raad stelt voor om in artikel I, onderdeel B van het ontwerp de juiste nummering van artikelleden te hanteren.

Artikel I, onderdeel C

De Raad geeft de regering in overweging om ten behoeve van de consistentie van wettelijke regelingen:

de aanhef van artikel I, onderdeel C van het ontwerp, in navolging van aanwijzing 178, vierde lid van de Aanwijzingen voor de regelgeving, te vervangen door “Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt”;
in het eerste lid van artikel I, onderdeel C van het ontwerp dezelfde formulering als in artikel I, onderdeel E van het ontwerp te volgen door “Lid 1 vervalt” te vervangen door “Het eerste lid vervalt”.

In punt 2 van artikel I, onderdeel C van het ontwerp wordt het tweede tot en met het vierde lid vernummerd tot eerste tot en met derde lid. De Raad merkt echter op dat in het huidige derde lid van artikel 6 van het ontwerp “tweede lid” ook dient te worden vervangen door “eerste lid”.

Artikel I, onderdeel D

De Raad stelt voor om, in navolging van aanwijzing 178, vijfde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, in het eerste lid van onderdeel D van artikel I van het ontwerp de aanduiding “1” te vervangen door “1.”.

Artikel I, onderdeel E

De Raad geeft de regering in overweging om ten behoeve van de consistentie van wettelijke regelingen:

de aanhef van artikel I, onderdeel E van het ontwerp, in navolging van aanwijzing 178, vierde lid van de Aanwijzingen voor de regelgeving, te vervangen door “Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt”;
in het tweede lid van artikel I, onderdeel E, de aanduiding “2.” tussen aanhalingstekens te plaatsen.

Artikel I, onderdeel G

De Raad stelt voor om in punt 1 van onderdeel G van artikel I van het ontwerp de zinsnede “een geldboete van zesde categorie” te vervangen door “een geldboete van de zesde categorie” en in punt 2 de zinsnede “een geldboete van vijfde categorie” te vervangen door “een geldboete van de vijfde categorie”.

Artikel II

De Raad stelt voor om in artikel II van het ontwerp, de juiste citeertitel voor de Landsverordening Veiligheidsdienst Curaçao” te hanteren zoals deze is opgenomen in artikel 37, tweede lid, van de betreffende landsverordening. Voorts stelt de Raad voor om het woord “Onder” na de zin “d. het aanwijzen van personen.” te schrappen.

De memorie van toelichting

Rapportage door de Caribbean Financial Action Task Force

In paragraaf “1.1 Inleiding” van de memorie van toelichting wordt verwezen naar een rapportage van de Caribbean Financial Action Task Force over de staat van de wetgeving van Curaçao op het gebied van de bestrijding van het witwassen van gelden en de financiering van terrorisme.

De Raad stelt voor de regering om in een voetnoot de vindplaats en titel van deze rapportage op te nemen. 

De Raad stelt voor om in dezelfde paragraaf “Caribbean Financial Task Force” te vervangen door “Caribbean Financial Action Task Force”.

Aanhaling van wettelijke regelingen

De Raad stelt voor om bij het aanhalen van wettelijke regelingen steeds in een voetnoot de vindplaats aan te geven.

Juiste citeertitel van wettelijke regelingen

De Raad stelt voor om in de toelichting op onderdeel F van artikel I van het ontwerp, de juiste citeertitel voor de Landsverordening ambtelijk bestuurlijke organisatie te hanteren zoals deze is opgenomen in artikel 22 van de betreffende landsverordening.

Paragraaf 1.3

De Raad stelt voor om “§ 1.3” te vervangen door “§ 1.2”.

Paragraaf 2

De Raad stelt voor om na het woord “gevolgen” in de eerste volzin van paragraaf 2 van de memorie van toelichting de zinsnede “voor de Landsbegroting” op te nemen.

Toelichting op artikel I, onderdeel D

De Raad stelt voor om de eerste volzin van de toelichting op onderdeel D van artikel I van het ontwerp (pagina 2 van de memorie van toelichting) te herformuleren.

Toelichting op artikel I, onderdeel E

De Raad stelt voor om in de eerste volzin van de toelichting op onderdeel E van artikel I van het ontwerp (pagina 3 van de memorie van toelichting) “ministeriele” te vervangen door “ministeriële”. Ook stelt de Raad voor om de laatste volzin van de toelichting op onder E van artikel I van het ontwerp te herformuleren.

Toelichting op artikel I, onderdeel G

De Raad stelt voor om voor de volledigheid in de toelichting op onderdeel G van artikel I van het ontwerp (pagina 3 van de memorie van toelichting) vóór “boetecategorieën”, de zinsnede “gevangenisstraf, hechtenis en” op te nemen.