Adviezen
RvA no. RA/29-15-LB
Uitgebracht op : 22/09/2015
Publicatie datum: 07/12/2015
Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van nadere regels met betrekking tot internationale bijstandverlening bij de heffing van belastingen (Landsbesluit internationale bijstand bij de heffing van belastingen)
(zaaknummer 2015/037228)
Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 31 juli 2015 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en naar aanleiding van de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 21 september 2015, bericht de Raad u als volgt.
Bestudering van het ontwerp en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen.
Algemeen
De toegankelijkheid van het ontwerp
Volgens het eerste lid van aanwijzing 59 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt verwijzing in een wettelijke regeling naar andere bepalingen in andere wettelijke regelingen vermeden indien de toegankelijkheid van de regeling daardoor wordt bemoeilijkt. De Raad is van oordeel dat de toegankelijkheid van het onderhavige ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, (hierna: het ontwerp) negatief wordt beïnvloed door de vele verwijzingen naar de bepalingen van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Verenigde Staten van Amerika tot verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht en tenuitvoerlegging van de FATCA (hierna: het FATCA-verdrag).
De Raad adviseert de regering om zoveel mogelijk het bepaalde in de artikelen van het FATCA-verdrag waarnaar in het ontwerp wordt verwezen in het ontwerp uit te schrijven.
Inhoudelijke opmerkingen ten aanzien van het ontwerp
Bekendmaking van gunstigere bepalingen (artikel 2)
In de tweede volzin van het zevende lid van artikel 2 van het ontwerp wordt bepaald dat de Minister van Financiën de gunstigere bepalingen, bedoeld in de eerste volzin (van hetzelfde artikellid) op een daartoe geschikte wijze publiek bekend zal maken. De Raad is van oordeel dat deze gunstigere bepalingen algemeen verbindende voorschriften zijn en dat deze bij ministeriele regeling met algemene werking vastgesteld en bekend gemaakt dienen te worden.
De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande het zevende lid van artikel 2 van het ontwerp aan te passen.
Datum voor aanleveren van gegevens en inwerkingtredingsdatum van het landsbesluit (artikelen 5 en 8)
In artikel 5, derde lid, van het ontwerp wordt bepaald dat de gegevens die betrekking hebben op het jaar 2014 vóór 1 september 2015 aangeleverd moeten worden. Uit artikel 8, eerste lid, van het ontwerp volgt voorts dat aan het onderhavige landsbesluit terugwerkende kracht moet worden verleend tot en met 20 augustus 2015. Bij de vaststelling van de datum waarop het landsbesluit in werking moet treden, dient mede rekening te worden gehouden met de inwerkingtredingsbepaling van de landsverordening waarop het landsbesluit berust. De Raad verwijst in dit verband naar artikel 49 van de ontwerplandsverordening internationale bijstandverlening bij de heffing van belastingen (Zitting 2014-2015-072) (hierna: de Landsverordening) die op 16 september 2015 door de Staten is goedgekeurd. Uit het bepaalde in het eerste lid van artikel 49 van de Landsverordening volgt dat de artikelen 22 en 28 van de Landsverordening met ingang van de dag na de datum van bekendmaking in werking zullen treden. Om deze reden is de Raad van oordeel dat het (ontwerp)landsbesluit geen betrekking kan hebben op de periode die voorafgaat aan de datum van inwerkingtreding van de Landsverordening. Hierdoor is de vastgestelde peildatum van 1 september 2015 voor het aanleveren van gegevens van het jaar 2014 en de inwerkingtreding van het landsbesluit met terugwerkende kracht tot en met 20 augustus 2015 niet mogelijk.
De Raad adviseert de regering om met inachtneming van het bovenstaande de artikelen 5 en 8 van het ontwerp aan te passen.
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.
Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging conform de in het ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, opgenomen voorstellen te besluiten, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.
Willemstad, 22 september 2015
de Ondervoorzitter, de Secretaris,
___________________________ ____________________
mevr. mr. drs. B. J. Doran-Scoop mevr. mr. C. M. Raphaëla
Zowel het ontwerp als de nota van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.
Het ontwerp
Het opschrift
De Raad stelt voor om in het opschrift van het ontwerp aan te geven dat het betreft de uitvoering van de artikelen 22, eerste lid, en 28, tweede lid, van de Landsverordening internationale bijstandverlening bij de heffing van belastingen.
Ook stelt de Raad voor in de citeertitel, genoemd in het opschrift van het ontwerp, het woord “bijstand” te vervangen door “bijstandsverlening”. Hiermee wordt aangesloten bij de citeertitel, genoemd in artikel 9 van het ontwerp en de citeertitel van de landsverordening ter uitvoering waarvan het onderhavige landsbesluit strekt. Zie artikel 50 van de ontwerplandsverordening internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (Zitting 2014-2015-072) die de Staten op 16 september 2015 hebben goedgekeurd.
De considerans
De Raad stelt voor om in de considerans tot uitdrukking te brengen dat het ontwerp ook ter uitvoering strekt van artikel 28, tweede lid, van de Landsverordening internationale bijstandverlening bij de heffing van belastingen.
De aanhef
De aanhef van het ontwerp die aanvangt met “Gelet op” is in overeenstemming met het model van de aanhef van een landsbesluit, houdende algemene maatregelen,” opgenomen in aanwijzing 87 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit model is echter niet in overeenstemming met artikel 8 van de Bekendmakingsverordening.
De Raad adviseert de regering om bovengenoemde reden voornoemde aanhef te schrappen.
Artikel 1
De Raad stelt voor om in de aanhef van artikel 1 van het ontwerp:
het woord “mede” te schrappen;
gezien artikel 2, achtste lid, van het ontwerp na het woord “landsbesluit” de volgende zinsnede in te voegen: en de daarop berustende bepalingen.
Voorts stelt de Raad voor om de titel van de in onderdeel b van artikel 1 van het ontwerp genoemde verdrag in overeenstemming te brengen met de titel van dit verdrag zoals opgenomen in het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2015, Nr. 11.
Artikel 3
De Raad stelt voor om de dubbele punt in het eerste lid van artikel 3 van het ontwerp te schrappen. Ook stelt de Raad voor de zinsnede “voor de toepassing van het eerste lid” in het tweede lid van genoemd artikel te schrappen.
Artikel 4
De Raad stelt voor om in onderdeel b van het tweede lid van artikel 4 van het ontwerp de zinsnede “onderdeel B4” te vervangen door “onderdeel B, sub 4”.
Artikel 5
De Raad stelt voor om in het tweede lid van artikel 5 van het ontwerp het woord “Landsverordening”, in navolging van artikel 1, onderdeel a, van het ontwerp, te vervangen door “landsverordening”.
Artikel 6
De Raad stelt voor om, in verband met de overzichtelijkheid, artikel 6 van het ontwerp in twee aparte artikelleden op te nemen.
In artikel 28, tweede lid van de door de Staten goedgekeurde ontwerplandsverordening internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (Zitting 2014-2015-072) kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, bepaald worden dat een administratieve boete kan worden opgelegd wegens niet nakoming van de verplichting, bedoeld in artikel 22 van voornoemde landsverordening. Aangezien artikel 6 van het ontwerp ter uitvoering van bovengenoemd artikel van de landsverordening is opgenomen, adviseert de Raad de regering het woord “boete” in artikel 6 van het ontwerp telkens te vervangen door “administratieve boete
Artikel 7
De Raad adviseert de regering om artikel 7 te schrappen en in het tweede lid van artikel 8 de zinsnede “treedt artikel 7 in werking met ingang van” te vervangen door “vervalt artikel 3 op ”.
Artikelen 8 en 9
De Raad stelt voor om in het eerste lid van artikel 8 en in artikel 9 het woord “besluit” te vervangen door “landsbesluit”.
De nota van toelichting
Het opschrift
De Raad stelt voor om het opschrift van de nota van toelichting in overeenstemming te brengen met het opschrift van het ontwerp.
Paragraaf “1. Algemeen”
De Raad stelt voor om in paragraaf “1. Algemeen” op pagina 1 van de nota van toelichting:
in de eerste volzin de zinsnede “de bepaling van” als overbodig te schrappen;
in een voetnoot de vindplaats van het in de tweede volzin genoemde verdrag aan te geven;
in de derde volzin de zinsnede “uiterlijk voor 1 oktober 2015” te vervangen door “uiterlijk 1 oktober 2015”.
Paragraaf “4. Artikelsgewijze toelichting”
De Raad stelt voor om het eerste tekstblok van paragraaf “4. Artikelsgewijze toelichting” op pagina 1 van de nota van toelichting te schrappen aangezien deze tekst hetzelfde is als paragraaf “1. Algemeen”.
Toelichting op artikel 4
De Raad stelt voor om in de tweede volzin van de toelichting op artikel 4 van het ontwerp (op pagina 3 van de nota van toelichting) “instelllingen” te vervangen door “instellingen”.
Voorts dient in de toelichting op artikel 4 van het ontwerp (op pagina 4 van de nota van toelichting):
aangegeven te worden waarvoor de afkorting “OECD” in de eerste volzin staat en deze afkorting tussenhaakjes te vermelden;
in de tweede volzin “AB 2010, no. 84” als overbodig geschrapt te worden;
in de zevende, negende en tiende volzin respectievelijk “onderdeel D6”, “onderdeel A3”, “onderdeel B4” en “onderdeel D9” te worden vervangen door “onderdeel D, sub 6”, “onderdeel A, sub 3”, “onderdeel B, sub 4” en “onderdeel D, sub 9”;
in de tiende volzin aangegeven te worden of het in dit geval gaat om bijlage I of II van het FATCA-verdrag.
Toelichting op artikel 5
Ten aanzien van de toelichting op artikel 5, tweede tekstblok, tweede volzin, dient in een voetnoot de vindplaats van de Europese Spaarrenterichtlijn aangegeven te worden.
Toelichting op artikel 7
De Raad stelt voor om in de toelichting op artikel 7 van het ontwerp de afkorting “IGA” voluit te schrijven en in een voetnoot de vindplaats hiervan aan te geven.
Toelichting op artikel 8
De Raad stelt voor om in de eerste volzin van de toelichting op artikel 8 van het ontwerp “besluit” te vervangen door “landsbesluit”.