Adviezen
RvA no. RA/31-16-LV
Uitgebracht op : 02/08/2016
Publicatie datum: 11/01/2017
Initiatiefontwerplandsverordening tot wijziging van de Landsverordening beperking tabaksgebruik (Zitting 2015-2016-095)
Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 15 juni 2016 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en naar aanleiding van de behandeling hiervan op 1 augustus 2016, bericht de Raad u als volgt.
Inhoudelijke opmerkingen
Het ontwerp
Artikel I, onderdeel A (artikel 2a)
Op grond van het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, van de Landsverordening beperking tabaksgebruik dient een waarschuwing in drie talen en in contrasterende kleuren op de verpakking te staan.
Op pagina 4 van de memorie van toelichting, onder “Onderdeel A”, eerste tekstblok, staat dat de waarschuwing onderaan de voor- en achterzijde van de verpakking dient te worden vermeld.
De Raad adviseert de vereiste dat de waarschuwing onderaan de voor- en achterzijde van de verpakking dient te worden vermeld, in de tekst van het ontwerp op te nemen.
Artikel I, onderdeel A (artikel 2b, eerste lid)
Op grond van het in artikel I, onderdeel A, van de initiatiefontwerplandsverordening tot wijziging van de Landsverordening beperking tabaksgebruik (hierna: het initiatiefontwerp) is het verboden tabaksproducten te verstrekken aan een meerderjarige die kennelijk voor een minderjarige bestemd zijn (het voorgestelde artikel 2b, eerste lid, van de Landsverordening beperking tabaksgebruik). Volgens de memorie van toelichting is een dergelijk verbod nodig voor voldoende geloofwaardigheid van de regeling. Daarnaast zou het verbod ook de effectiviteit van de regeling vergroten (pagina’s 4, laatste tekstblok en 5, eerste alinea, van de memorie van toelichting).
De verwijtbare overtreding van het voorgestelde artikel 2b van de Landsverordening beperking tabaksgebruik wordt gesanctioneerd met een bestuurlijke boete van maximaal NAf 5.000,- (zie artikel I, onderdeel B van het ontwerp in samenhang met artikel 3c, eerste lid, van de Landsverordening beperking tabaksgebruik).
Uit het ontwerp blijkt niet aan de hand van welke criteria de verstrekker van een tabaksproduct dient te beoordelen of een tabaksproduct die hij voornemens is te verstrekken aan een meerderjarige kennelijk voor een minderjarige bestemd is. Volgens de Raad zal het in de praktijk ook moeilijk aan te geven zijn welke indicaties betrokkene moet hebben om af te zien van het verstrekken van tabaksproducten aan een meerderjarige om de hiervoor genoemde reden. De mate van verwijtbaar handelen van de verstrekker en daarmee de strafwaardigheid van zijn gedrag zal niet altijd met zekerheid vast te stellen zijn, waardoor aan de beoogde geloofwaardigheid en effectiviteit van de regeling afbreuk wordt gedaan.
De Raad adviseert het voorgestelde artikel 2b, eerste lid, tweede volzin, van de Landsverordening beperking tabaksgebruik voldoende te concretiseren.
Artikel I, onderdeel A (artikel 2b, tweede lid)
Op grond van het voorgestelde artikel 2b, tweede lid, tweede volzin, van de Landsverordening beperking tabaksgebruik kan de vaststelling van de leeftijd van een persoon plaatsvinden aan de hand van een document als bedoeld in artikel 2 van de Landsverordening Identificatieplicht, dan wel enig ander officieel identiteitsbewijs.
De Raad adviseert in het ontwerp aan te geven welk ander officieel identiteitsbewijs bedoeld wordt danwel vóór “ander” in te voegen “bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen”.
De memorie van toelichting
In artikel 11 van de Landsverordening comptabiliteit 2010 staat dat in de toelichting op ontwerpen van wet- en regelgeving een afzonderlijk onderdeel moet worden opgenomen waarin de financiële gevolgen voor en de dekking door het Land worden vermeld.
Hoewel de toelichting op genoemd artikel niets daarover zegt, maakt de Raad naar aanleiding van de laatste volzin daarvan op, dat het artikel alleen ministers bindt. Desalniettemin kan er naar het oordeel van de Raad van een zekere reflexwerking richting de Staten sprake zijn. Immers, de lasten voor de overheid die voortvloeien uit het initiatiefontwerp, zullen op de begroting gaan drukken. In aanwijzing 157 van de Aanwijzingen voor de regelgeving[1] wordt ook bepaald dat de memorie van toelichting een verantwoording dient te bevatten over de lasten voor de overheid en de financiële gevolgen van het initiatiefontwerp. Indien een ontwerp voor een landsverordening financiële gevolgen voor het Land bevat, dient overeenkomstig aanwijzing 159 van de Aanwijzingen voor de regelgeving in een afzonderlijk gedeelte van de memorie van toelichting aangegeven te worden in welke omvang daaraan meer of mindere uitgaven of ontvangsten zullen zijn verbonden.
In de financiële paragraaf dient aangegeven te worden wat de financiële gevolgen van het onderhavige initiatiefontwerp zijn. Met andere woorden de financiële gevolgen van de thans voorgestelde wijzigingen. Een verwijzing in de memorie van toelichting (pagina 4) naar paragraaf 10 van de memorie van toelichting bij de Landsverordening van de 7de september 2015 tot wijziging van de Landsverordening beperking tabaksgebruik volstaat niet. Het betreft onder andere kosten die verbonden zijn aan de voorlichting, de toezichthoudende activiteiten en de afhandeling van bezwaar- en beroepschriften die niet gekwantificeerd worden in de memorie van toelichting. Daarnaast wordt niet concreet vermeld hoe deze kosten gedekt zullen worden.
Naast bedoelde kosten kan het zijn dat het tabaksontmoedigingsbeleid voor de bedrijven die hier te lande tabaksproduc ten importeren, een dalende bedrijfsomzet ten gevolge heeft welke een negatieve doorwerking zal hebben op de overheidsinkomsten in de vorm van een teruggang in de opbrengsten uit accijns (en in mindere mate in de winst- en omzetbelasting opbrengsten).
Gelet op het bovenstaande en de relevantie van de kwantificering van de financiële gevolgen als gevolg van de onderhavige voorstellen voor de overheidsbegroting wordt aanbevolen de financiële consequenties van de Landsverordening van de 7de september 2015 tot wijziging van de Landsverordening beperking tabaksgebruik te evalueren. Mede op basis van de uitkomst van die evaluatie kan in de financiële paragraaf van het initiatiefontwerp aangegeven worden:
of er rekening gehouden is met eventuele extra te maken kosten bij de afhandeling van bezwaar- en beroepschriften;
hoe groot de verwachte inkomstenderving voor de overheid is en of in de (meerjaren)begroting rekening gehouden is hiermee en of in dit verband compenserende maatregelen noodzakelijk zijn;
of het voor de uitvoering verantwoordelijke ministerie over voldoende capaciteiten beschikt om de extra taken te kunnen uitvoeren en in staat is de extra kosten – voortvloeiende uit toezichthoudende activiteiten en voorlichting van het volk – te kunnen dragen. Overigens vraagt de Raad zich af in hoeverre in de praktijk wordt toegezien op de naleving van de Landsverordening beperking tabaksgebruik.
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.
Willemstad, 2 augustus 2016
de fungerend Ondervoorzitter, de Secretaris,
___________________________ _____________________
mevr. mr. L.M. Dindial mevr. mr. C.M. Raphaëla
[1] Vastgesteld door de Raad van Ministers op 31 juli 2013 (zaaknummer 2011/39851).
Zowel het initiatiefontwerp als de memorie van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.
Het initiatiefontwerp
De considerans
Voorgesteld wordt in de eerste overweging “brengen” te vervangen door “brengt”.
Artikel I, onderdeel A (artikel 2b, eerste lid)
In de tweede volzin van het voorgestelde artikel 2b, eerste lid, van de Landsverordening beperking tabaksgebruik wordt het woord “verstrekken” gebruikt om aan te geven wat onder het begrip “verstrekken” tevens wordt verstaan. Voorgesteld wordt daarom de woorden “Onder verstrekken” te vervangen door “Onder het verbod, bedoeld in de eerste volzin”.
Voorgesteld wordt voorts in het tweede lid de volgorde van de twee volzinnen te verwisselen en in de nieuwe eerste volzin na “vaststelling” in te voegen “, bedoeld in het eerste lid,”. In de nieuwe tweede volzin kan “, bedoeld in het vijfde lid,” worden geschrapt.
De memorie van toelichting
Pagina 1
Voorgesteld wordt het tweede tekstblok te schrappen, omdat dit gedeelte bij de artikelsgewijze toelichting herhaald wordt.
Pagina 2
De motie die op pagina 2 geciteerd wordt op zich is naar het oordeel van de Raad in dit verband niet relevant omdat het zich tot de regering richtte en het in dit geval een initiatiefontwerp betreft. Aangezien de geciteerde motie kennelijk niet door de regering is uitgevoerd, wordt voorgesteld de inhoud van de motie te parafraseren.
Pagina 4
Na het schrappen van het tweede tekstblok op pagina 1 wordt voorgesteld aan het eerste tekstblok op pagina 4 onder “Artikel I, Onderdeel A” toe te voegen dat bij ministeriële regeling met algemene werking nadere regels gesteld kunnen worden over bijvoorbeeld de grootte van het lettertype van de waarschuwing.
Pagina 5
Voorgesteld wordt in het eerste tekstblok, tweede alinea, laatste volzin, “het zesde lid” te vervangen door “het tweede lid”.