no Print

Adviezen

RvA no. RA/32B-08-DIV

Uitgebracht op : 04/02/2009
Publicatie datum: 04/02/2009

Ontwerp-begroting van de landsloterij over het jaar 2005 (1733/RNA, RvA no. DIVI13B-08, DWJ' 08/184)

Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 12 juni 2008 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 2 februari 2009, bericht de Raad u als volgt.

Bestudering van het onderhavige ontwerp en de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen.

Ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1965, no. 122) dient de Directeur van de Landsloterij jaarlijks voor de dertigste mei in overeenstemming met de Raad van Toezicht en Advies door tussenkomst van de Directeur Financiên bij de Gouverneur (lees: regering) een begroting in van de inkomsten en uitgaven van het volgende dienstjaar. Het tweede lid van genoemd artikel schrijft voor dat de begroting, zoals door de Gouverneur voor zover nodig gewijzigd en aangevuld, de Raad van Advies gehoord, uiterlijk op de eerste augustus aan de Staten ter goedkeuring wordt aangeboden.

Uit de aan de Raad overgelegde stukken kan de Raad echter opmaken dat de Directeur Financiên pas op 19 maart 2008 de begroting voor het diensijaar 2005 in overeenstemming met de Raad van Toezicht en Advies en door tussenkomst van de Directeur van Financiên bij de Gouverneur heeft ingediend. De Raad concludeert op grond hiervan dat de in artikel 8 van de Landsloterijverordening 1949 voorgeschreven termijn voor indiening van de begroting derhalve niet door de Landsloterij is nageleefd.

De Raad is van mening dat door de zeer tardieve indiening van de onderhavige begroting bij de Gouverneur de relevantie van eventuele toetsingsresultaten van de Raad betreffende deze begroting niet aanwezig is.

Door het tijdsverloop is het onder andere niet meer opportuun om te toetsen of de vooraf gestelde doelstellingen van de Landsloterij in voldoende mate zijn geconcretiseerd in de onderhavige begroting, of de allocatie van de middelen op de begroting effectief en om te beoordelen of de bedrijfsvoering van de Landsloterij wel optimaal is geweest.

De Raad constateert dat ook de begrotingen van de Landsloterij voor de diensijaren 2006 tot en met 2009 verlaat zijn. In het advies van de Directie van Financiên van 25 januari 2008 met kenmerk F. 260 wordt het gestelde in de vorige volzin tevens naar voren gebracht. De Raad is evenals de Directie Financiên van mening dat het in dit stadium van meer betekenis is om uit te zien naar de begroting van het lopende dienstjaar. Bij een tijdige indiening van de begroting kan dan tevens beoordeeld worden in hoeverre de beleidsvoornemens in het afgelopen jaar zijn gehaald en/of hoe bijgestuurd zal moeten worden in het daaropvolgende dienstjaar om deze alsnog te halen. Dat is allemaal door de tardieve indiening niet meer mogelijk.

De Raad leidt uit het schrijven van de Directeur van de Landsloterij van 19 maart 2008 af dat de late indiening van de onderhavige begroting bij de Gouvemeur mede te wijten is aan een gebrek aan mankracht en financiêle deskundigheid in de Afdeling administratie van de Landsloterij. De Raad vraagt zich af welke stappen de Landsloterij reeds heeft ondernomen om genoemd slepend probleem waar de Landsloterij mee te kampen heeft structureel op te lossen.

De Raad beveelt de regering in ieder geval aan om erop toe te zien dat de begrotingen van de Landsloterij in de toekomst tijdig, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen, bij de regering worden ingediend.

De Raad heeft voor het overige geen opmerkingen.

Concluderend heeft de Raad geen bedenkingen tegen de onderhavige ontwerp-begroting en geeft de regering in overweging de ontwerp-begroting bij de Staten in te dienen.

Willemstad, 4 februari 2009