Adviezen
RvA no. RA/39-09-LB
Uitgebracht op : 08/12/2009
Publicatie datum: 28/06/2011
Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 28 oktober 2009 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 7 december 2009, bericht de Raad u als volgt.
Het onderhavige ontwerp-landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 26, zesde lid, van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf (Landsbesluit financiële staten verzekeringsbedrijf) strekt, volgens de considerans, ertoe nadere regelen te stellen inzake het vaststellen van modellen van de staten voor het levensverzekeringsbedrijf en voor het schadeverzekeringsbedrijf.
Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende nota van toelichting alsmede de overige bij het adviesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen.
Algemeen
Na ontvangst van het adviesverzoek d.d. 9 juli 2009 (2189/RNA’05) terzake dit onderwerp heeft de Raad geconstateerd dat slechts een deel van de bijlagen (de inhoudsopgave daarvan) waarin de vast te stellen modellen van de staten van het verzekeringsbedrijf zijn opgenomen, ter advisering is voorgelegd. Om het voorgelegde ontwerp ten volle te kunnen toetsten heeft de Raad de regering bij brief d.d. 26 augustus 2009 (RvA no. OR/29-09) verzocht het daarheen te doen leiden dat de Raad zo spoedig mogelijk over de ontbrekende stukken kan beschikken.
Terzake van dit onderwerp heeft de Gouverneur een nieuw adviesverzoek d.d. 28 oktober 2009 aan de Raad doen toekomen, waarbij het eerdere adviesverzoek d.d. 9 juli 2009 (2189/RNA’05) wordt ingetrokken en de ontbrekende modellen zijn bijgevoegd.
Inhoudelijke opmerkingen
Het ontwerp
Artikel 6
Overeenkomstig artikel 6 van het onderhavige ontwerp-landsbesluit kan de Bank van de Nederlandse Antillen (de Bank) ter ondersteuning van de financiële rapportage, administratieve voorschriften voor het levens- respectievelijk het schadeverzekeringsbedrijf uitvaardigen. Het onderhavige ontwerp-landsbesluit strekt er conform de considerans toe uitvoering te geven aan artikel 26, zesde lid, van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf (P.B. 1990, no. 77). Artikel 6 van het onderhavige ontwerp-landsbesluit kan niet op artikel 26, zesde lid, van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf worden gebaseerd, omdat in laatstgenoemd artikel slechts een grondslag is opgenomen voor het vaststellen van modellen van de staten voor het verzekeringsbedrijf.
De Raad geeft de regering in overweging om artikel 6 van het onderhavige ontwerp-landsbesluit te schrappen.
Artikel 7
In artikel 7 van het ontwerp staat dat de bij het onderhavige ontwerp-landsbesluit behorende bijlagen ter inzage worden gelegd bij de Bank.
Eventuele bijlagen bij een regeling zijn onderdeel van die regeling. Overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen worden landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, afgekondigd door plaatsing in het Publicatieblad. Dit houdt in dat zowel de tekst van de regeling als daarbij behorende bijlagen in het Publicatieblad moeten worden geplaatst.
De Raad geeft de regering in overweging om artikel 7 van het onderhavige ontwerp-landsbesluit te schrappen.
De nota van toelichting
Pagina 5
Op pagina 5 van de nota van toelichting is overeenkomstig artikel 3 van het Landsbesluit versterking budgetdiscipline Land (P.B. 2001, no. 40) een financiële paragraaf opgenomen. Aangezien – afgaande op de aan de Raad overgelegde stukken – door de regering geen advies is ingewonnen van de Directie Financiën, zoals vereist in artikel 2 van het Landsbesluit versterking budgetdiscipline Land, staat het voor de Raad niet onomstotelijk vast dat er geen financiële gevolgen aan de uitvoering van het onderhavige ontwerp-landsbesluit verbonden zullen zijn.
De Raad geeft de regering in overweging laatstgenoemde bepaling alsnog in acht te nemen.
Pagina 5 en 6
De Raad geeft de regering in overweging om de toelichting op de artikelen 6 en 7 van het onderhavige ontwerp-landsbesluit te schrappen in navolging van de hiervoor genoemde overweging van de Raad om de artikelen 6 en 7 te schrappen.
Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard
Het onderhavige ontwerp-landsbesluit en de nota van toelichting geven de Raad aanleiding tot het maken van wetstechnische en redactionele opmerkingen.
Het ontwerp
Uit het opschrift van bijlage 1 moet slechts blijken dat deze bij het onderhavige ontwerp-landsbesluit financiële staten verzekeringsbedrijf behoort. Daarbij moet niet worden verwezen naar het artikel waaraan uitvoering wordt gegeven.
In het opschrift “BIJLAGE 1 behorende bij artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Landsbesluit financiële staten verzekeringsbedrijf”, moet om die reden “artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van” worden geschrapt. De verwijzing naar artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van het Landsbesluit financiële staten verzekeringsbedrijf moet in het lichaam van de bijlage worden opgenomen. In de eerste volzin van het lichaam van de bijlage kan na ‘deze bijlage’ worden ingevoegd: , genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Landsbesluit financiële staten verzekeringsbedrijf,.
De opmerking van de Raad met betrekking tot bijlage 1 geldt ook voor bijlage 2 en 3.
De nota van toelichting
De tweede alinea op pagina 4 van de nota van toelichting geeft naar het oordeel van de Raad toelichting op artikel 26, eerste lid, van de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf en niet zozeer op het onderhavige ontwerp-landsbesluit. Deze alinea is naar het oordeel van de Raad – zij het korter geformuleerd – meer op zijn plaats direct na de eerste zin op pagina 4 van de nota van toelichting.
De Raad stelt voor om de nota van toelichting op dat punt aan te passen.
De Raad heeft voor het overige geen opmerkingen.
Concluderend geeft de Raad de regering in overweging het onderhavige ontwerp-landsbesluit niet vast te stellen, dan nadat met vorenstaande opmerkingen rekening zal zijn gehouden.
Willemstad, 8 december 2009
de Ondervoorzitter, de Secretaris,
______________________ ____________________
Prof mr. F.B.M. Kunneman mevr. mr. C.M. Raphaëla