no Download PDF Print

Adviezen

Rva no. RA-40-08-LV

Uitgebracht op : 04/12/2008
Publicatie datum: 04/12/2008

Ontwerp-Iandsverordening tot wijziging van de Landsverordening tarief van invoerrechten en de landsverordening Accijns van sigaretten 1970 (2314/RNA, DWJ'08/220-b)

Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 16 oktober 2008 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en de behandeling hiervan in de vergadering van de Raad van Advies d.d. 3 november en 1 december 2008 bericht de Raad u als volgt.

De ontwerp-Iandsverordening tot wijziging van de lands verordening tarief van invoerrechten en de Landsverordening Accijns van sigaretten 1970 strekt, volgens de considerans. er toe bij landsverordening het onderwerp te regelen dat bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 20ste december 2007, ter uitvoering van artikel 4, tweede lid, van de Landsverordening tarief van invoerrechten alsmede van artikel 2a. eerste lid, van de landsverordening Accijns van sigaretten 1970, strekkende tot wijziging van het tariefpercentage invoerrechten van reuk- en toiletwaters en van het tarief van accijns van sigaretten geregeld wordt. Ingevolge artikel 4, derde lid, van de Landsverordening tarief van invoerrechten en artikel 2a, tweede lid. van de Landsverordening Accijns van sigaretten 1970 dient binnen zes maanden na inwerkingtreding van een krachtens het tweede lid, respectievelijk het eerste lid, van genoemde artikelen vastgesteld landsbesluit een ontwerp-landsverordering tot regeling van het desbetreffende onderwerp aan de Staten te worden aangeboden. Voorts bepalen de artikelen 4. vijfde lid, van de Landsverordening tarief van invoerrechten en 2a, derde lid, laatste volzin. van de Landsverordening Accijns van sigaretten 1970 dat indÎen het aan de Staten aangeboden ontwerp tot landsverordening wordt verheven, het landsbesluit op het tijdstip van inwerkingtreding van de onderhavige ontwerplandsverordening wordt îngetrokken.

Bestudering van het onderhavige ontwerp en de bijbehorende memorie van toelichting alsmede de overige bij het adl/iesverzoek gevoegde stukken geeft de Raad aanleiding tot het maken van de hiernavolgende opmerkingen.
 

Inhoudeliike opmerkingen
Het ontwerp
Een considerans dient duidelijk te zijn voor wat betreft het onderwerp dat geregeld wordt In de onderhavige ontwerp-landsverordening wordt in de tweede en laatste alinea van de considerans volstaan met de vermelding van het bepaalde in artikel 4, derde en vijfde lid, van de Landsverordening tarief van invoerrechten (P .8. 2007. no. 11) en artikel 2a, tweede en derde lid, van de Landsverordening Accijns van sigaretten 1970 (P.S. 1970, no. 96). Deze considerans komt overeen met die van de ontwerp-Landsverordening tot wijziging van de Landsverordening tarief van invoerrechten en de Landsverordening Accijns van sigaretten 1970, waarvoor de Raad d.d. 14 mei 2008 een adl/iesverzoek ontving. De Raad heeft in het advies d.d. 12 juni 2008, RvA no. RA/24-08, met betrekking tot het adviesverzoek d.d. 14 mei 2008 de regering in overweging gegeven een alinea toe te voegen aan de considerans waarin wordt opgenomen dat de betreffende landsverordening ter voldoening aan voornoemde artikelen strekt. De Raad constateert dat de regering het voorstel van de Raad niet heeft overgenomen. De Raad herhaalt daarom hier het voorstel, zoals gegeven in hogergenoemd advies d.d. 12 juni 2008.

Uitgaande van de datum van de inwerkingtreding van het in P.B. 2007, no. 111 afgekondigde landsbesluit (het Landsbesluit), zijnde 1 januari 2008, had de regering tot uiterlijk eind juni 2008 de ruimte om een ontwerp-Iandsverordening tot regeling van het desbetreffende onderwerp aan de Staten aan te bieden. De Raad constateert dat genoemde termijn is verstreken zonder dat de regering gevolg heeft gegeven aan het gestelde in artikel 4, derde Hd, van de Landsverordening tarief van invoerrechten en artikel 2a, tweede lid, van de Landsverordenjng Accijns van sigaretten 1970.

De Raad stelt vast dat de rechtsgevolgen van het niet binnen de aangegeven termijn aanbieden aan de Staten van de betreffende ontwerp-Iandsverordening verschillend zijn voor de Landsverordening tarief van invoerrechten en de Landsverordening Accijns van sigaretten 1970.

In het geval van de Landsverordening tarief van invoerrechten heeft het niet nakomen van artikel 4, vierde lid, tot gevolg dat de regering het Landsbesluit bij landsbesluit binnen één maand na het verstrijken van de voorgeschreven termijn moet intrekken. Dat intrekken heeft tot nu toe niet plaatsgevonden. De regering is dus in gebreke. De wet voorziet echter niet in een geval als de onderhavige waarin de regering zich niet aan de gestelde verplichting houdt Dat de wetgever hierin niet heeft voorzien, is voor de Raad begrijpelijk, omdat de Raad evenals de wetgever ervan uitgaat dat de regering zich altijd aan de wet houdt De Raad vindt echter dat deze situatie niet mag voortduren. Belanghebbenden moeten erop kunnen vertrouwen dat het heffingspercentage (0%) van de invoerrechten op reuk- en toiletwaters, zoals voorzien in het Landsbesluit, behouden blîjft. De Raad vindt dat de regering erop moet toezien, dat het Landsbesluit op de juiste gronden – artikel 4, vierde Hd, van Landsverordening tarief van invoerrechten en niet, zoals opgenomen in de considerans, de artikelen 4, vijfde lid, van de Landsverordening tarief van invoerrechten en 2a, derde lid, laatste volzin, van de Landsverordening Accijns van sigaretten 1970 ~ wordt ingetrokken. Ook vindt de Raad dat de verlaging van het tarief van invoerrechten, zoals voorzien in het Landsbesluit, door middel van een reparatieregeling van de juiste wettelijke grondslag moet worden voorzien.

Het niet nakomen van de verplichting, gesteld in artikel 2a, tweede lid, van de landsverordening Accijns van sigaretten 1970 heeft volgens de bepaling in artikel 2a, derde lid, van de landsverordening Accijns van sigaretten 1970 als rechtsgevolg dat artikel 2 van het landsbesluit, waarin dit onderdeel is geregeld, van rechtswege vervalt. Alhoewel artikel 2 van het Landsbesluit van rechtswege is vervallen, dient het landsbesluit om eerder aangegeven redenen te worden ingetrokken. Het vervallen van het betreffende onderdeel van het landsbesluit heeft tot gevolg dat vanaf dat moment de tarieven van accijns van sigaretten terug zijn op het niveau van vóór de inwerkingtreding van het landsbesluit. Voor de regering betekent dit laatste dat er geen wettelijke basis meer is voor de heffing van de hogere tarieven die geheven worden op basis van het landsbesluit. De Raad vindt dat de bestaande situatie niet mag voortduren zeker gezien het feit dat het hier een belastende regeling betreft.

De Raad vindt dat de regering op korte termijn zal moeten zorgen voor een regulering van de ontstane situatie. Aangezien het niet de bedoeling is van de regering om de tarieven van accijns van sigaretten te wijzigen die vastgesteld zijn bij het Landsbesluit lijkt het de Raad het toepassen van terugwerkende kracht in het onderhavige geval niet onmogelijk. De regering zal wel in de memorie van toelichting moeten onderbouwen waarom in dit geval terugwerkende kracht gerechtvaardigd is.

De memorie van toelichting
De toelichting op artikel 111 op pagina 3, onder "3. Artikelsgewijze toelichting", heeft betrekking op de intrekking van het Landsbeslult. Zoals eerder aangegeven is de landsverordening tot regeling van het betreffende onderwerp niet binnen de in de artikelen 4, derde lid, van de Landsverordening tarief van invoerrechten en artikel 2a, tweede lid, van de landsverordening Accijns van sigaretten 1970 aangegeven termijn aan de Staten aangeboden, waardoor de eerder aangegeven rechtsgevolgen zijn ingetreden. De Raad geeft de regering in overweging de memorie van toelichting in overeenstemming met de eerder gedane opmerkingen aan te passen.

Ten overvloede verzoekt de Raad de aandacht van de regering voor het volgende. Zoals eerder aangegeven zijn de rechtsgevolgen die zullen intreden bij het niet binnen de voorgeschreven termijn indienen van de ontwerp-Iandsverordeningen, zoals bepaald in artikel 4, vierde lid, van de Landsverordening tarief van invoerrechten en artikel 2a, derde lid, van de Landsverordening Accijns van sigaretten 1970, verschillend. Dit gebrek aan uniformiteit kan, zoals eerder in dît advies aangegeven, de regering voor gecompliceerde situaties zoals de onderhavige stellen. De Raad geeft de regering daarom in overweging zo veel als mogelîjk te streven naar uniformiteit bij de redactie van bepalingen waarin parlementaire betrokkenheid bij gedelegeerde regelgeving is opgenomen.

De Raad vindt het opmerkelijk dat regering de ontwerp-lands verordening waarover de Raad d.a 12 juni 2008 bij het advies "RvA no. RA/24-08" heeft geadviseerd niet aan de Staten heeft aangeboden. Zodoende zou de onderhavige ontwerp-Iandsverordening niet nodig zijn geweest.

De Raad heeft voor het overige geen opmerkingen.

Concluderend geeft de Raad de regering in overweging de ontwerp-fandsverordening niet bij de Staten in te dienen, dan nadat met vorenstaande opmerkingen rekening zal zijn gehouden.

Wîlfemstad, 4 december 2008