no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/42-20-LV

Uitgebracht op : 02/11/2020
Publicatie datum: 02/12/2020

Ontwerplandsverordening houdende vaststelling van de Jaarrekening van Curaçao voor het dienstjaar 2017 (zaaknummer 2020/033179)

Ontwerplandsverordening houdende vaststelling van de Jaarrekening van Curaçao voor het dienstjaar 2017  
(zaaknummer 2020/033179)

Advies: Met verwijzing naar uw spoedadviesverzoek d.d. 25 september 2020 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp, dat de Raad op 29 september 2020 heeft ontvangen, en naar aanleiding van de behandeling hiervan op  2 november 2020, bericht de Raad u als volgt.                    

De ontwerplandsverordening tot vaststelling van de Jaarrekening  van Curaçao voor het dienstjaar 2017

Procedureel

Termijnoverschrijding door de Raad

De Raad van Advies heeft op 29 september 2020 twee ontwerplandsverordeningen ontvangen ter advisering respectievelijk over de vaststelling van de Jaarrekening van Curaçao voor het dienstjaar 2016 en over de Jaarrekening van Curaçao voor het dienstjaar 2017 (hierna: Jaarrekening 2017).

Conform artikel 8, eerste lid, van Landsverordening comptabiliteit 2010 dient de Raad binnen een maand na ontvangst van bedoelde adviesverzoeken advies ter zake uit te brengen.

De Raad heeft u bij brief d.d. 7 oktober 2020, met kenmerk RvA no. OV/51-20, bericht dat het – gezien de gelijktijdigheid waarmee bedoelde adviesverzoeken zijn ingediend – niet haalbaar is om vóór 29 oktober 2020 advies over de Jaarrekening voor het dienstjaar 2016 en de Jaarrekening 2017 uit te brengen.

Artikel 51, tweede lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010

Artikel 51, tweede lid, van de Landsverordening comptabiliteit 2010 (hierna: LvC 2010) bepaalt dat bij een ontwerplandsverordening tot vaststelling van een jaarrekening worden gevoegd:

een accountantsverklaring en het daarbij behorende verslag van de accountant van het Land, de Stichting Overheidsaccountantsbureau (hierna: SOAB);

het door de Algemene Rekenkamer Curaçao (hierna: Rekenkamer) uitgebrachte rapport van haar bevindingen met betrekking tot de jaarrekening.
De bevindingen van de SOAB en de Rekenkamer met betrekking tot een jaarrekening zijn van cruciaal belang voor een gedegen beoordeling van die jaarrekening en voor de verantwoording die aan de Staten wordt afgelegd met het indienen daarvan.
Zonder het oordeel van de Rekenkamer kunnen de Staten de jaarrekening niet vaststellen en ook geen décharge verlenen aan de ministers voor het gevoerde beleid. De jaarrekening is bovendien belangrijk omdat deze de bevolking in staat stelt om aan de hand van de onderzoeksresultaten rekenschap te vragen aan de overheid.

De controleverklaring en het accountantsverslag van de SOAB

In het dossier betreffende het onderhavige adviesverzoek (hierna: adviesverzoek) bevindt zich een controleverklaring van de SOAB d.d. 21 december 2018 (hierna: Controleverklaring SOAB) bij de Jaarrekening 2017 .

Het accountantsverslag van SOAB naar aanleiding van de controle van de Jaarrekening 2017 d.d. 27 december 2018 (hierna: Verslag SOAB) is op die datum aan de Minister van Financiën (hierna: Minister) aangeboden (kenmerk 18/1091R/SF).

De Controleverklaring SOAB en het Verslag SOAB zijn bij de toelichting op de Jaarrekening 2017 gevoegd.

Naar het oordeel van de SOAB[1] :

1°. kan geen oordeel gegeven worden over de getrouwheid van de Jaarrekening
       2017 (oordeelonthouding ten aanzien van de getrouwheid), en

2°. geeft de Jaarrekening 2017 geen getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van het Land per 31 december 2017 en het resultaat over de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 (afkeuring
ten aanzien van de financiële rechtmatigheid).

Genoemd oordeel van de SOAB wordt in de Controleverklaring SOAB en het Verslag SOAB onderbouwd aan de hand van een opsomming van geconstateerde afwijkingen en onzekerheden in de verantwoorde standen en stromen van de jaarrekening per 31 december 2017 (getrouwheidsafwijkingen en – onzekerheden) en van geconstateerde afwijkingen en onzekerheden ten aanzien van de financiële rechtmatigheidsaspecten.[2]

Bovengenoemde oordelen zijn gebaseerd op de door de SOAB geconstateerde getrouwheids- en rechtmatigheidsafwijkingen van in totaal NAf 1.418,8 miljoen en getrouwheids- en financiële rechtmatigheidsonzekerheden van in totaal NAf 5.714,2 miljoen. Ten opzichte van voorgaande jaren waarin met betrekking tot de getrouwheid steeds een afkeurend oordeel werd afgegeven, is voor de Jaarrekening 2017 een oordeelonthouding afgegeven. Het laatste is mogelijk geworden doordat volgens de SOAB voor het eerst sinds 2010 het Ministerie van Financiën diverse materiële/significante afwijkingen op voorstel van de SOAB gecorrigeerd heeft. In het kader van het verbeteren van het financieel beheer juicht de Raad  deze instelling en bereidwilligheid toe.   

Het Rapport van de Rekenkamer over de Jaarrekening 2017 van februari 2019 (hierna: Rapport Rekenkamer)
De Rekenkamer doet elk jaar onderzoek naar de verantwoording van de regering, en daarbij staan als basis de volgende onderwerpen centraal:

de rechtmatigheid van de bestedingen, met andere woorden: de vraag of de middelen volgens de daarvoor geldende regels besteed worden;[3]

de vraag of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Land.
 
Ten aanzien van de Jaarrekening 2017 luidt het oordeel van de Rekenkamer als volgt:
1°.    de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten in het dienstjaar 2017 zijn niet tot stand gekomen overeenkomstig de vastgestelde landsbegroting en de andere relevante wettelijke regelingen (dus geen financiële rechtmatigheid);[4]
2°.    het financieel beheer is niet ordelijk en niet controleerbaar;[5] en
3°.    de jaarrekening geeft geen getrouw beeld van de financiële positie van het Land per 31
december 2017 en het resultaat over het dienstjaar 2017.[6]
Bovengenoemd oordeel van de Rekenkamer is onderbouwd in het Rapport Rekenkamer.
De tekortkomingen in de Jaarrekening 2017 die aan de basis hebben gelegen voor bovenstaande oordelen hebben volgens de Rekenkamer geresulteerd in financiële rechtmatigheids- en getrouwheidsfouten van in totaal NAf 1.425 miljoen en financiële rechtmatigheids- en getrouwheidsonzekerheden van in totaal NAf 5.786 miljoen.
Op basis van bovenstaande oordelen komt de Rekenkamer tot de conclusie dat het financieel beheer niet ordelijk en niet controleerbaar is, derhalve keurt de Rekenkamer de Jaarrekening 2017 af.

Jaarrekening 2017 in de context van de actuele situatie c.q. roadmap

Het land Curaçao kampt sinds haar ontstaan met tekortkomingen in het financieel beheer. De Rekenkamer heeft bij het onderzoek van de Jaarrekening voor het dienstjaar 2014 om die reden met inachtneming van artikel 27, eerste lid van de Landsverordening Algemene Rekenkamer Curaçao daar bezwaar tegen aangetekend. De Raad van Ministers heeft in verband hiermee in 2017 een plan van aanpak opgesteld om de geconstateerde tekortkomingen in de Jaarrekeningen betreffende de dienstjaren tot en met 2014 weg te werken.

Zoals uit het rapport van de Rekenkamer inzake de Jaarrekening voor het dienstjaar 2018 (hierna: Jaarrekening 2018)(pagina 25) blijkt, heeft zij in haar rapporten inzake de Jaarrekeningen over de dienstjaren 2015, 2016 en 2017 aangegeven dat de overheid in 2018 gestart was met de implementatie van dit plan van aanpak maar dat deze tekortkomingen nog niet waren weggewerkt. Gelet op het laatste was het volgens de Raad evident dat een intensievere aanpak van de tekortkomingen in het financieel beheer imperatief is. Een goede stap richting verbetering van het financieel beheer bleek volgens de Raad nog niet te zijn gezet met het vorenbedoelde plan van aanpak. Een intensievere aanpak was imperatief.

In dit verband is de intentie van de regering om het financieel beheer en de jaarrekeningen van het land Curaçao te verbeteren in 2018 nieuw leven ingeblazen. Daartoe is de regering op 17 oktober 2018 schriftelijk met het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (hierna:Cft) overeengekomen dat zij het financieel beheer van het Land op orde zal brengen en houden. Hierbij is afgesproken dat de Jaarrekening over het dienstjaar 2021 (hierna: Jaarrekening 2021) tijdig zal worden vastgesteld en voorzien zal worden van een goedkeurende verklaring. Het Land heeft middels een roadmap een stappenplan gemaakt om haar doelstellingen te realiseren inzake een goedkeurende en tijdige controle-verklaring voor de Jaarrekening  2021. Volgens de regering sluiten de in de roadmap opgenomen aandachtspunten aan op de geïdentificeerde tekortkomingen in de Jaarrekeningen voor de dienstjaren 2014 tot en met 2017.

Gelet op het vorenstaande en het feit dat de Raad reeds geadviseerd heeft over de Jaarrekening 2018– waarin de uitvoering van de roadmap reeds aan de orde is geweest en dus rekening gehouden is met de tekortkomingen in voorgaande jaren – is de Raad de mening toegedaan dat in de Jaarrekening 2018 (vanwege de eerste effecten van de uitvoering van de roadmap) logischerwijs een lichte verbetering ten opzichte van de voorgaande jaren zichtbaar zou moeten zijn. Volgens de Raad was de periode van implementatie van de initiële actiepunten uit de roadmap te kort geweest vandaar dat niet uitgegaan kon worden van significante verbeteringen in de jaarrekening 2018. 

Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de oordelen over de Jaarrekening 2017 en enkele jaren ervoor in vergelijking met 2018, waarbij een lichte verbetering  te constateren is vanaf 2017 die zich voortzet in 2018. Zoals eerder aangegeven is de lichte verbetering van het oordeel ten aanzien van het dienstjaar 2017 mogelijk geworden doordat volgens de SOAB voor het eerst sinds 2010 het Ministerie van Financiën diverse materiële/significante afwijkingen op voorstel van de SOAB gecorrigeerd heeft.

Dienstjaar

2014

2015

2016

2017

2018

Getrouwheid

afkeuring

afkeuring

afkeuring

onthouding

onthouding

Rechtmatigheid

afkeuring

afkeuring

afkeuring

afkeuring

Afkeuring

 

 

 

 

 

 

Sinds de regering zich gecommitteerd heeft een goedkeurende controle-verklaring te krijgen voor de Jaarrekening 2021  is volgens de Raad de bewustwording bij de regering toegenomen voor het verbeteren van het financieel beheer en is per oktober 2018 een nieuw verbetertraject ingezet, In dit verband wordt verwezen naar de lichte verbetering in bovenstaande tabel in 2018 ten opzichte van voorgaande jaren. Het jaar 2018 kan volgens de Raad als een referentiejaar worden aangemerkt, in de zin dat in dat jaar verbeterstappen (moeten) zijn gezet ten opzichte van voorgaande jaren en dat de oordelen in de jaren na 2018 verder zullen moeten verbeteren.

Zoals eerder opgemerkt wordt in de roadmap rekening gehouden met de tekortkomingen in de dienstjaren 2014-2017, en aangezien er reeds geadviseerd is over de jaarrekening uit het referentiejaar – te weten Jaarrekening 2018, waarin een aanvang is gemaakt met het nieuwe verbetertraject – acht de Raad de beoordeling van de Jaarrekening 2017 een teruggang in de tijd. Met name vanwege het vorenstaande, zal advisering over deze jaarrekening meer op hoofdlijnen geschieden.    

Overschrijding van de wettelijke termijn waarbinnen de Jaarrekening 2017 bij de Staten moet zijn ingediend conform de in de LvC 2010 opgenomen procedure ter zake
 
1°. Inleiding
Onderstaand worden de wettelijke termijnen met betrekking tot de jaarrekeningenprocedure voor de Jaarrekening 2017 weergegeven, tezamen met de in de memorie van toelichting genoemde werkelijke data[7].

Wettelijke termijnen jaarrekenning

Uiterlijk (datum)

Werkelijke datum

Opmaak van de jaarrekening

1 september 2018

24 augustus 2018

Aanbieding aan SOAB en Rekenkamer

Niet bepaald (z.s.m.)

27 augustus 2018

Controle verklaring en Verslag SOAB

15 oktober jaar 2018

27 december 2018

Rapport Rekenkamer

1 december jaar 2018

14 februari 2019

Advies van de Raad van Advies

Binnen 1 maand ná ontvangst

2 november 2020

Ontwerp-landsverordening

Binnen 2 maanden ná Verslag Rekenkamer

 

 

2°. De procedure conform de LvC 2010

De procedure voor het vaststellen van een jaarrekening is opgenomen in de artikelen 49 tot en met 51 van de LvC 2010 en is als volgt:

De Minister stelt de jaarrekening over een dienstjaar vóór 1 september van het daaropvolgende jaar vast en zendt deze na accordering door de Raad van Ministers naar de Rekenkamer en de accountant van het Land, in dit geval de SOAB (artikelen 49, eerste lid, en 50, eerste lid, van de LvC 2010).

De SOAB zendt zijn verklaring over een jaarrekening binnen anderhalve maand na ontvangst van deze jaarrekening aan de Minister met een afschrift aan de Rekenkamer die binnen anderhalve maand een mede aan de Staten gericht verslag van bevindingen uitbrengt (artikel 50, derde lid, van de LvC 2010).

Binnen twee maanden na het uitbrengen van het verslag van de Rekenkamer dient de Gouverneur, onder toevoeging van de verklaring en het bijbehorende verslag van de SOAB alsook het verslag van bevindingen van de Rekenkamer, een ontwerplandsverordening tot vaststelling van de jaarrekening in bij de Staten, ter verlening van décharge aan de ministers over het door hen gevoerde beleid en financieel beheer over het betreffende dienstjaar. Als de verklaring van de SOAB of het verslag van bevindingen van de Rekenkamer nog niet beschikbaar is dan geeft de Gouverneur de oorzaak aan en het tijdstip waarop deze worden gezonden aan de Staten, die de jaarrekening niet goedkeuren voordat zij van het verslag van bevindingen van de Rekenkamer hebben kunnen kennisnemen (artikelen 51 en 52 van de LvC 2010).

Voorafgaand aan de indiening van voornoemde ontwerplandsverordening bij de Staten dient de Raad van Advies binnen een maand na ontvangst van het ontwerp te adviseren (artikel 8, eerste lid, van de LvC 2010).
 
3°. Overschrijding van de wettelijke termijn voor de indiening van de ontwerp-Jaarrekening 2017 bij de Staten
Uit bovenstaande tabel kan worden geconcludeerd dat de regering het niet haalt om de Jaarrekening 2017 tijdig door de Staten te doen (laten) vaststellen. In de bij de onderhavige ontwerplandsverordening (hierna: ontwerp) behorende memorie van toelichting (hierna: memorie van toelichting) is vermeld dat de Minister de Jaarrekening 2017 binnen de wettelijke termijn van artikel 49, eerste lid, van de LvC 2010 heeft opgesteld en tijdig aan de SOAB, de Rekenkamer en het Cft heeft aangeboden. De opstelling is d.d. 24 augustus 2018 geschied en de aanbieding aan voornoemde controlerende organen en aan het Cft vond plaats d.d. 27 augustus 2018.[8] Uitgaande van laatstgenoemde datum zou de ontwerplandsverordening tot goedkeuring van de Jaarrekening 2017 uiterlijk 28 januari 2019 bij de Staten moeten worden ingediend. Vastgesteld wordt dat deze wettelijke indieningstermijn ruimschoots is overschreden. Reeds eerder, onder andere in de adviezen van de Raad over de vaststelling van de jaarrekeningen voor de dienstjaren 2014, 2015 en 2018 heeft de Raad erop geattendeerd dat de wettelijke termijn voor de indiening van een jaarrekening bij de Staten steeds wordt overschreden.[9]
Op pagina 3 van de memorie van toelichting concludeert de regering in het eerste tekstblok dat in het bijzonder de SOAB en de Rekenkamer de voor deze organen geldende termijnen voor controle (wederom) hebben overschreden. Ten aanzien van de door de controlerende organen overschreden  wettelijke termijnen  heeft de Raad  geen toelichting hierop in de rapporten van de controlerende organen aangetroffen. De Rekenkamer heeft zijn verslag evenwel reeds op 14 februari 2019 uitgebracht.
Een ontwerplandsverordening tot vaststelling van de jaarrekening had uitgaande van die datum uiterlijk op 15 april 2019 ingediend moeten zijn bij de Staten. Bovendien heeft de regering de Jaarrekening 2017 eerder dan die van 2018 opgesteld echter is die van 2018 eerder aangeboden. Op bedoelde termijnoverschrijding en op de reden waarom de Raad nu pas een dergelijke ontwerplandsverordening ter advisering krijgt voorgelegd, gaat de regering in de memorie van toelichting niet in.
De regering wordt gevraagd in de memorie van toelichting in te gaan op het grote oponthoud dat zich voor heeft gedaan bij de aanbieding van de Jaarrekening 2017 aan de Raad. Voorts wordt de regering gevraagd haar medewerking te verlenen aan de controlerende organen opdat bij de eerstvolgende jaarrekening de vertragingen zijn weggewerkt.     
 
4°. Advies
De Raad adviseert de regering het nodige te doen teneinde de belemmeringen voor het vaststellen van jaarrekeningen binnen de voor deze geldende wettelijke termijn, voor de toekomst weg te nemen.

Uitkomsten Jaarrekening 2017
 
Enkele kerncijfers
In onderstaande tabel worden enkele relevante cijfers over het dienstjaar 2017 weergegeven. Ter vergelijking zijn ook de cijfers over het dienstjaar 2015  toegevoegd.

Per eind

2015

2016

2017

 

 

 

 

Eigen vermogen

NAf 125

NAf 118

NAf 10

Langlopende schulden

NAf 2.247

NAf 2.299

NAf 2.350

Kortlopende schulden

NAf 342

NAf 469

NAf 624

Schuldquote

40%

41%

42%

 

 

 

 

Liquide middelen

NAf 459

NAf 263

NAf 246

 

 

 

 

Saldo gewone dienst

+ NAf 12,4

+ NAf 16

– NAf 117

 

 

 

 

Reële economische groei

0,3%

-1%

-1,7%

Op basis van de cijfers in de bovenstaande tabel  kan worden geconcludeerd dat de uitkomsten in het dienstjaar 2017 negatiever zijn ten opzichte van de voorgaande twee dienstjaren. Los van het feit dat de schuldquote in de betreffende periode jaarlijks met 1%-punt is gestegen, zijn de kortlopende schulden – die niet betrokken worden bij de berekening van de schuldquote – in 2017 verdubbeld ten opzichte van 2015. De in de tabel weergegeven cijfers impliceren een algehele verslechtering van de staat van de overheidsfinanciën. Aangezien het onderhavige dienstjaar zich drie jaar geleden heeft voltrokken en in de jaren daarna zich ingrijpende economische veranderingen hebben voorgedaan, wordt verder niet ingegaan op de geconstateerde achteruitgang in het dienstjaar 2017.

Meest voorkomende (oorzaken van) tekortkomingen

De geconstateerde tekortkomingen c.q. fouten en onzekerheden in de Jaarrekening 2017 die doorslaggevend zijn bij de vaststelling van de oordelen door de controlerende organen zijn volgens de Raad hetzelfde als in de Jaarrekening voor het dienstjaar 2016. Uit de memorie van toelichting is volgens de Raad op te maken dat bij diverse terugkerende discussies tussen de controlerende organen en de regering – met significante gevolgen voor de beoordeling van de Jaarrekening 2017 –  de stand van zaken ongewijzigd is ten opzichte van de stand in de Jaarrekening voor het dienstjaar 2016. Voor wat de constateringen door de controlerende organen betreft en de reactie van de regering daarop, verschilt deze jaarrekening marginaal van de Jaarrekening voor het dienstjaar 2016. Onderstaand wordt ingegaan op een aantal tekortkomingen in de Jaarrekening 2017 die regelmatig terug te vinden zijn in de jaarrekeningen van de afgelopen dienstjaren van het Land.

Waarden die niet kunnen worden vastgesteld vanwege onvolledige dossieroverdrachten door het voormalige eilandgebied Curaçao
Bij tal van balansposten kunnen de juiste waarden niet worden vastgesteld omdat op 9 oktober 2010 onvolledige documentatie door het eilandgebied Curaçao is overgedragen. Deze tekortkomingen vormen in elke jaarrekening obstakels bij de waardevaststelling van bijvoorbeeld gronden en ondergrondse activa, bouwstructuren, leningen, enz. en resulteren in significante fouten c.q.onzekerheden in de jaarrekening.

Discussies gedreven door afwijkende meningen
Er zijn diverse onderwerpen waar er meningsverschillen over bestaan, die jaarlijks terugkeren en tot significante fouten c.q. onzekerheden leiden in de jaarrekening, zoals de discussie over begrotingsover- en begrotingsonderschrijdingen, het rechtstreeks bijwerken van het eigen vermogen bij mutaties in de debiteurenvoorzieningen, het (niet) kunnen beschikken over de besluitenlijst van de Raad van Ministers, enz.

Trajecten in uitvoering
Volgens de memorie van toelichting zijn er diverse verbetertrajecten in uitvoering, zoals de invulling van de financiële functies op de ministeries. Onbekend is wanneer alle voor de roadmap relevante functies zullen zijn ingevuld. De stand van zaken aangegeven in de memorie van toelichting behorende bij de onderhavige jaarrekening met betrekking tot de invulling van de financiële functies is exact hetzelfde als in de memorie van toelichting bij de Jaarrekening voor het dienstjaar 2016. Echter is evident dat zolang het proces tot invulling van de financiële functies niet voltooid is de desbetreffende tekortkomingen in de Administratieve Organisatie/Interne Beheersing zullen blijven bestaan waaruit  fouten en of onzekerheden zullen blijven terugkeren in de jaarrekeningen. 

Nog uit te voeren trajecten
Er zijn een aantal trajecten die nog in voorbereiding zijn. Ook hier geldt dat zolang deze trajecten niet compleet zijn uitgevoerd uit deze hoek fouten c.q. onzekerheden zullen blijven voortvloeien, zoals de belastinginkomsten waar de inkomensstromen niet volgens de richtlijnen worden geregistreerd en veel afhangt van de technische bijstand door Caribbean Regional Technical Center (CARTAC).

Ontbreken van onderliggende documentatie
In vele gevallen leidt het ontbreken van documentatie tot fouten c.q. onzekerheden en vergt deze  de invoering van verbetertrajecten danwel afronding van verbetertrajecten in de Administratieve Organisatie/Interne Beheersing

Niet opgevolgde instructies/richtlijnen
In diverse gevallen worden betalingsverplichtingen aangegaan en betalingen verricht door onbevoegde medewerkers omdat instructies/procedures niet bestaan dan wel niet worden opgevolgd. 

Een vaak gelezen opmerking van de regering is, dat bij de regering niet bekend is bij wie en wanneer door de accountant informatie zou zijn opgevraagd, terwijl volgens de regering de betreffende informatie wel beschikbaar zou zijn geweest. Deze opmerking toont de acute noodzaak voor verbetering van de coordinatie intern bij de overheid van het opstellen van de jaarrekening, het opleveren van de benodigde documentatie en het beantwoorden van vragen.

Gelet op de aard van de tekortkomingen en de omvang ervan in de Jaarrekening 2017 kan volgens de Raad worden geconcludeerd dat ten opzichte van voorgaande jaarrekeningen in 2017 geen grote vooruitgang te bemerken is in het financieel beheer c.q de kwaliteit van de jaarrekening van het land Curaçao.

De regering wordt gevraagd zich optimaal te blijven inzetten opdat de nodige inhaalslagen worden gemaakt bij de trajecten van de roadmap die achterstanden kennen en de nog uit te voeren trajecten conform planning uit te voeren opdat de met de roadmap beoogde doelstelling kan worden gerealiseerd. 

Vooruitzicht
De Jaarrekening 2018 – waarover de Raad in juni 2020 advies heeft uitgebracht – was volgens de Raad een nieuw ijkmoment. De reden hiervoor is dat de Jaarrekening 2018 de eerste jaarrekening was sinds de regering zich gecommitteerd heeft aan het verbeteren van het financieel beheer, waarvoor in oktober 2018 een roadmap met het Cft is afgesproken. Middels de roadmap wordt toegewerkt naar een goedkeurende controleverklaring bij de Jaarrekening 2021 te krijgen. Met het overeenkomen van de roadmap is volgens de Raad een duidelijke commitment gedaan voor de  verbetering van het financieel beheer op structurele basis. Echter is het evident dat de periode tussen het overeenkomen van de roadmap (17 oktober 2018) en einde van het controlejaar 2018 te kort was om reeds in 2018 significante verbeteringen door te voeren.  Het gevolg hiervan is dat de Jaarrekening 2018 geen significante verbetering ten opzichte van voorgaande jaarrekeningen toont, de oordelen door de controlerende organen zijn identiek aan die van Jaarrekening 2017. Echter vanwege de talrijke verbetertrajecten die volgens de memorie van toelichting bij de Jaarrekening 2018 in uitvoering zijn en anderen die binnenkort zullen worden uitgevoerd, heeft de Raad er goede hoop op dat in de Jaarrekening voor het dienstjaar 2019 wel grote progressie met betrekking tot het financieel beheer wordt gerealiseerd.
In dat kader adviseert de Raad de regering vooral de communicatie en relatie met de controlerende organen te optimaliseren – in deze dient de in het vierde kwartaal van het jaar 2018 ingestelde werkgroep zijn toegevoegde waarde te bewijzen. Voorts, gelet op het momentum dat thans opgebouwd is bij het streven naar het structureel op orde brengen van het financieel beheer middels de diverse reeds ingevoerde verbetertrajecten wordt geadviseerd zich uiterst te blijven inzetten, opdat het momentum niet verloren gaat en het ultieme doel – namelijk het krijgen van een goedkeurende controleverklaring voor de Jaarrekening 2021 – daadwerkelijk kan worden bereikt. Tot slot wordt geadviseerd bij de aanbieding aan de Staten van de Jaarrekening 2017 en vervolgens bij alle hierna volgende jaarrekeningen totdat de roadmap geheel geïmplementeerd is, inzichtelijk te maken wat de stand van zaken is met betrekking tot de uitvoering van de diverse elementen van de roadmap.

Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging de ontwerplandsverordening bij de Staten in te dienen, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden

 

Willemstad, 2 november 2020

de Ondervoorzitter,                                                    de Secretaris,

____________________                                            _____________________

mevr. mr. L. M. Dindial                                               mevr. mr. C. M. Raphaëla

 

[1] Controleverklaring SOAB, pagina 1.

[2] Verslag SOAB, pagina’s 2 tot en met 6.

[3] Zie “Hoofdstuk III. Rechtmatigheidsonderzoek” van de Landsverordening Algemene Rekenkamer Curaçao.

[4] Rapport Rekenkamer, pagina 10, eerste tekstblok.

[5] Rapport Rekenkamer, pagina 14, laatste tekstblok

[6] Rapport Rekenkamer, pagina 19, tweede tekstblok.

[7] Memorie van toelichting, pagina’s 2 (tabel) en 3, eerste tekstblok.

[8] Memorie van toelichting, pagina’s 2 (tabel) en 3, eerste tekstblok.

[9] Het advies van de Raad d.d. 9 mei 2018, RvA no. RA/15-18-LV (zaaknummer 2018/012074), pagina’s 3 tot en met 5, het advies van de Raad d.d. 1 november 2018, RvA no. RA/34-18-LV (zaaknummer 2018/043283), pagina 6, eerste tekstblok en het advies van de Raad d.d. 6 juli 2020, RvA no. RA/17-20-LV (zaaknummer 2020/014489), pagina’s 2 en 3.