no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/50-20-LB

Uitgebracht op : 02/02/2021
Publicatie datum: 03/06/2021

Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, tot wijziging van het Landsbesluit van de 12de december 1949 (P.B. 1949, no. 140) ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116) (Landsbesluit aanwijzing Stichting GCB als toezichthouder trekkingen Landsloterij) (zaaknummer 2019/006925)

Ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, tot wijziging van het Landsbesluit van de 12de december 1949 (P.B. 1949, no. 140) ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116) (Landsbesluit aanwijzing Stichting GCB als toezichthouder trekkingen Landsloterij) (zaaknummer 2019/006925)

Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 13 november 2020 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en naar aanleiding van de behandeling hiervan op 1 februari 2021, bericht de Raad u als volgt.

I.  Inhoudelijke opmerking met betrekking tot het ontwerp

Gelet op het feit dat de toezichthoudende taken van de Procureur-Generaal ten aanzien van de trekkingen van de Landsloterij aan de Directeur van de Stichting Gaming Control Board worden overgedragen, heeft de Procureur-Generaal met ingang van de dag waarop die overdracht plaatsvindt geen recht meer op een vergoeding voor het verrichten van die taken. Dat moet naar het oordeel van de Raad tot uitdrukking komen in het nieuwe artikel 9a, eerste lid, van het Landsbesluit van de 12de december 1949 ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116) waarin de vergoeding aan de Procureur-Generaal, de getuigen, de afroepers en de helpers voor iedere trekking vanaf 1 januari 1990 wordt vastgesteld.

De Raad adviseert de regering in het ontwerp een wijzigingsinstructie op te nemen voor het schrappen van “Procureur-Generaal” in bovengenoemd artikellid van het Landsbesluit van de 12de december 1949 ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116).

II.  Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.

Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging conform de in het ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, opgenomen voorstellen te besluiten, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.

 

Willemstad, 2 februari 2021

de Ondervoorzitter,                                                    de Secretaris,

____________________                                            _____________________

mevr. mr. L. M. Dindial                                               mevr. mr. C. M. Raphaëla

 

Bijlage behorende bij het advies van de Raad van Advies, RvA no. RA/50-20-LB

Zowel het ontwerp als de nota van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.

Het ontwerp
 
Het opschrift
Voorgesteld wordt in het opschrift van het ontwerp na “12de december 1949” “(P.B. 1949, no. 140)” te schrappen. Immers de vindplaats van de in het opschrift genoemde uitvoeringsregeling wordt al in een voetnoot vermeld.
 
Artikel I, aanhef
Voorgesteld wordt in de aanhef van artikel I “12de december 1949” te vervangen door “12de december 1949” en hierna “(P.B. 1957, no. 109)” te schrappen. De vindplaats van de betreffende uitvoeringsregeling is reeds vermeld in een voetnoot bij het opschrift.
 
Artikel I, onderdeel A
Voorgesteld wordt in artikel I, onderdeel A, van het ontwerp “In artikelen 1, tweede lid,6, derde lid, 8, eerste lid, te vervangen door “In de artikelen 1, tweede lid, 6, derde lid en 8, eerste lid,”
 
Artikel I, onderdeel B
Voorgesteld wordt in artikel I, onderdeel B, van het ontwerp vóór “artikelen” het lidwoord “de” in te voegen.
 
Artikel I, onderdeel C
Voorgesteld wordt in artikel I, onderdeel C, van het ontwerp vóór “artikelen” het lidwoord “de” in te voegen.
 
Artikel I, onderdeel D
In artikel 9a, eerste lid, van het Landsbesluit van de 12de december 1949 ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116) wordt de vergoeding aan de Procureur-Generaal, de getuigen, de afroepers en de helpers voor iedere trekking van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1989 vastgesteld. De Raad merkt op dat genoemde bepaling reeds is uitgewerkt. Met inachtneming van aanwijzing 170 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (hierna: Awr) adviseert de Raad daarom artikel 9a, eerste lid, van bovengenoemd landsbesluit te schrappen. 
 
Door het schrappen van artikel 9a, eerste lid, van bovengenoemd landsbesluit wordt voorgesteld artikel 9, tweede lid, van dat Landsbesluit te vernummeren tot eerste lid.
 
Voorgesteld wordt in artikel I, onderdeel D, van het ontwerp vervolgens aan artikel 9a een “tweede lid” in plaats van een “derde lid” toe te voegen en in “het tweede lid” “met ingang van inwerkingtreding” te vervangen door “met ingang van de inwerkingtreding”.
 
Artikel II
Voorgesteld wordt in het voorgestelde artikel II na “aanwijzing” de woorden “Directeur van de” in te voegen. Zie in dit verband het advies van Wetgeving en Juridische Zaken van 3 november 2020, kenmerk WJZ’ 19/0092, waarin terecht gesteld wordt dat niet de Stichting Gaming Control Board maar de Directeur van genoemde stichting als toezichthouder wordt aangewezen.
 
In navolging van aanwijzing 73 van de Awr wordt voorgesteld deze bepaling tot vaststelling van de citeertitel na de inwerkingtredingsbepaling in het ontwerp op te nemen.

De nota van toelichting
 
Pagina 3
 
Voorgesteld wordt in het opschrift van het ontwerp na “12de december 1949” “(P.B. 1949, no. 140)” te schrappen. Immers de vindplaats van de in het opschrift genoemde uitvoeringsregeling wordt al in een voetnoot vermeld. Overigens bestaat er een discrepantie tussen de vindplaats die in het opschrift en in de voetnoot staat. In de voetnoot moet naar de juiste vindplaats van bovengenoemde uitvoeringsregeling worden verwezen.
 
In de eerste volzin van het eerste tekstblok staat dat de Stichting Gaming Control Board verder in de tekst wordt aangeduid als Stichting. Opgemerkt wordt dat genoemde stichting verderop in de tekst toch op verschillende plaatsen wordt aangeduid als “Stichting Gaming Control Board” en als “Gaming Control Board” (zie het opschrift van het laatste tekstblok). In het laatste tekstblok op pagina 4 is zij zelfs aangeduid als “Stichting Curaçao Gaming Control Board”. Voorgesteld wordt voor de aanduiding van de Stichting Gaming Control Board in de nota van toelichting de Stichting te gebruiken.
 
In het tweede tekstblok, laatste volzin, staat dat de Stichting deskundigheid en expertise op het gebied van gambling heeft. Opgemerkt wordt dat deskundigheid en expertise synoniemen zijn. Voorgesteld wordt “expertise” te schrappen danwel deze te vervangen door “ervaring”.
 
Voorgesteld wordt in het derde tekstblok, eerste volzin, na “in het Landsbesluit van de 12de december 1949” “(P.B. 1949, no. 140)” te schrappen.
 
Voorgesteld wordt in het derde tekstblok, laatste volzin, “de artikelen 1, tweede lid,6, derde lid,8, eerste lid, van het bovengenoemde Landsbesluit van de 12de december 1949” te vervangen door “de artikelen 1, tweede lid, 6, derde lid, en 8, eerste lid, van het bovengenoemde Landsbesluit.”
 
Voorgesteld wordt de volzin van het vierde tekstblok als volgt te laten luiden:
De Procureur- Generaal blijft echter wel ambtshalve lid van de Raad van Toezicht en Advies
van de Landsloterij zoals artikel 38 van de Landsloterijverordening voorschrijft.
 
Overeenkomstig aanwijzing 161 van de Awr wordt bij het redigeren van een nota van toelichting ervan uitgegaan dat het betrokken besluit al is vastgesteld. Voorgesteld wordt daarom in de eerste volzin van het voorlaatste tekstblok “Het ontwerp” te vervangen door “Het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen,”.
 
Ook wordt voorgesteld in de eerste volzin van het voorlaatste tekstblok, “het bedoelde landsbesluit van de 12de december 1949” te vervangen door “het Landsbesluit van de 12de december 1949 ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116)”.
Voorgesteld wordt het opschrift van het laatste tekstblok als volgt te doen luiden “Consultatie van de Directeur van de Stichting en de Directeur van de Landsloterij”.
 
Voorgesteld wordt in de laatste volzin van het laatste tekstblok na “brieven” “gedateerd 9 januari 2020” te vervangen door “, beiden gedateerd 9 januari 2020,”.