no Download PDF Print

Adviezen

RvA no. RA/58-16-LV

Uitgebracht op : 08/02/2018
Publicatie datum: 20/06/2018

Ontwerplandsverordening tot wijziging van de Eilandsverordening personenvervoer (zaaknummers 2015/042262 en 2015/042267)

Ontwerplandsverordening tot wijziging van de Eilandsverordening personenvervoer 
(zaaknummers 2015/042262 en 2015/042267)

Advies: Met verwijzing naar uw adviesverzoek d.d. 5 december 2016 om het oordeel van de Raad van Advies inzake bovengenoemd onderwerp en naar aanleiding van de behandeling hiervan op 6 februari 2017, bericht de Raad u als volgt.

Bovenbedoeld adviesverzoek heeft betrekking op zowel de onderhavige ontwerplandsverordening tot wijziging van de Eilandsverordening personenvervoer (hierna: het ontwerp) als op het ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, tot wijziging van het Eilandsbesluit personenvervoer (zaaknummers 2015/042262 en 2015/042267).

I. Inhoudelijke opmerkingen m.b.t. het ontwerp

1. Het aantal medeondertekenaars van het ontwerp

Het ontwerp zal ondertekend worden door zowel de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning als de Minister van Economische Ontwikkeling; beide verantwoordelijk voor de beleidsvelden waarop de Eilandsverordening personenvervoer betrekking heeft.

Het voorgaande houdt in dat de in artikel I, onderdeel A, onder 2, van het ontwerp bedoelde ministeriële regeling met algemene werking – indien in het ontwerp niet anders wordt bepaald – ook door beide ministers ondertekend zal moeten worden. De Raad kan uit de memorie van toelichting behorende bij het ontwerp niet opmaken wat in dit geval de bedoeling van de regering is. In elk geval wijst de Raad de regering erop dat het onderwerp dat het ontwerp beoogt te regelen – het kunnen vaststellen van tarieven van kleine, middelgrote en grote autobussen bij lagere regeling – primair betrekking heeft op het beleidsterrein van de Minister van Economische Ontwikkeling[1].

De Raad adviseert de regering met het voorgaande rekening te houden.

2. Verantwoording van tariefswijzigingen

In zijn advies van 31 juli 2014[2] betreffende een ontwerplandsbesluit, houdende algemene maatregelen, tot wijziging van artikel 11, eerste lid, van het Landsbesluit personenvervoer (zaaknummers 2012/71513 en 2011/57753) heeft de Raad de regering erop gewezen ten minste uitleg te moeten geven over de componenten waarop de berekening van de tarieven voor personenvervoer met kleine en middelgrote autobussen is gebaseerd. Het thans voorgestelde ontwerp maakt het mogelijk dat de tarieven voor kleine, middelgrote en grote autobussen niet meer bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, maar bij ministeriële regeling met algemene werking zullen worden vastgesteld. De ministeriële regeling met algemene werking is van lagere orde en wordt in het proces van totstandkoming niet door de Raad van Advies getoetst. Het verantwoordingsvereiste zal echter onverkort blijven gelden.

De Raad adviseert de regering bij het vaststellen van tarieven bij ministeriële regeling met algemene werking steeds aan te geven op welke componenten de berekening van de tarieven voor personenvervoer met kleine, middelgrote en grote autobussen betrekking heeft. Daarbij zal ook aangegeven moeten worden op basis van welke analyses het Ministerie van Economische Ontwikkeling tot de verhoudingen tussen de verschillende componenten of de wegingsfactoren van de componenten in het tarief, is gekomen.

II. Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard

Opmerkingen van wetstechnische en redactionele aard zijn in een bijlage bij dit advies opgenomen en worden geacht hiervan integraal onderdeel uit te maken.

Concluderend geeft de Raad van Advies de regering in overweging de ontwerplandsverordening bij de Staten in te dienen, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.

Willemstad, 8 februari 2017

de fungerend Ondervoorzitter,                                                de Secretaris,

___________________________                                          ____________________

mevr. mr. L.M. Dindial                                                             mevr. mr. C.M. Raphaëla

 

[1] Zie aanwijzingen 153 en 154 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

[2] met kenmerk RvA no. RA/19-14-LB.

 

Bijlage behorende bij het advies van de Raad van Advies, RvA no. RA/58-16-LV

Zowel het ontwerp als de memorie van toelichting heeft wetstechnische en redactionele onvolkomenheden. De Raad noemt de volgende voorbeelden.

a. Het ontwerp

De considerans

Voorgesteld wordt de koppeltekens na “kleine” en na “middelgrote” te schrappen.

Artikel I, onderdeel A

Voorgesteld wordt onder 1, “de woorden” telkens te schrappen.

Voorgesteld wordt onder 2, “Ministeriële regeling met algemene werking” te vervangen door “ministeriële regeling met algemene werking”.

Artikel I, onderdeel B

Voorgesteld wordt “de woorden” te schrappen.

b. De memorie van toelichting

Voorgesteld wordt in het eerste tekstblok, vierde volzin, “vervoer sector” te vervangen door “ vervoersector”, de komma achter “beschermd” te schrappen en een komma te plaatsen achter “worden”.

Voorgesteld wordt in het tweede tekstblok in de eerste volzin “voor het Land” na “gevolgen” in te voegen en de tweede volzin te schrappen.