Persbericht Thema Jaarverslag 2021

Bijdrage Prof Van Gestel in kader van gevolgen klimaatverandering

Dreiging gerechtelijk uitspraak over urgente milieumaatregelen

WILLEMSTAD – Als bijdrage aan het jaarverslag 2021 van de Raad van Advies Curaçao (RvAC) heeft Rob van Gestel, hoogleraar Theorie en Methode aan de University Tilburg en Rechtsmethodologie aan de Katholieke Universiteit Leuven, onder de uitdagende titel ‘Crisisklimaat of Klimaatcrisis?’ zijn licht laten schijnen op de mogelijke ingrijpende gevolgen van de komende klimaatcrisis en de noodzaak voor aandacht daarvoor op bestuurlijk niveau. In zijn bijdrage aan het jaarverslag staat hij ook stil bij de vraag of het huidige denken over de leer van machtenscheiding niet aan herijking toe is. Andere lichamen dan het parlement, zoals de rechterlijke macht kunnen onder meer in klimaatzaken als tegenmacht tegen de overheid functioneren.

Naast allerlei vormen van acute crises verwacht Prof Van Gestel dat Curaçao op termijn te maken krijgt met een klimaatcrisis die ingrijpender zal blijken dan de Covid-crisis. Klimaatverandering gaat gepaard met toenemende tropische stormen waarna toeristen het Caribisch gebied als onveilig beschouwen en het zullen mijden met alle gevolgen van dien. Daarnaast zullen stranderosie en koraalverbleking de regio minder aantrekkelijk maken. Ook kan schade verwacht worden aan strand en verblijflocaties aan de kust wanneer de zeespiegel gaat stijgen, wat o.a. gevolgen heeft voor het toerisme. Maar de politieke agenda’s besteden totaal geen aandacht aan die aspecten. Ondertussen zoekt Curaçao (net als Aruba) juist naar wegen voor heropening van de olieraffinaderij die te boek staat als de veroorzaker van de hoogste CO2 uitstoot per hoofd van de bevolking ter wereld. Net als in Nederland de Stichting Urgenda via de gerechtelijke weg in 2020 afgedwongen heeft dat de Regering de CO2-uitstoot versneld moet terugdringen, kan op Curaçao (en Aruba) een moment komen dat er een gerechtelijk uitspraak uitgelokt wordt over urgente milieumaatregelen. Als voorbode kan dienen de rechtszaak van Clean Air Everywhere (CAE) en omwonenden van de Isla raffinaderij tegen de Regering voor het niet hanteren van normen voor de luchtkwaliteit. De Curaçaose overheid kan zich niet langer verschuilen achter het argument dat er geen wetten zijn met beperkingen voor de uitstoot van schadelijke stoffen. De rechter oordeelde op grond van het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) dat op de overheid de verplichting rust een deugdelijk wettelijk en bestuurlijk kader te scheppen dat effectieve bescherming biedt tegen aantasting van het privéleven en de woonomgeving.

Scheiding van machten

Prof Van Gestel verwacht in dit soort zaken een actievere rol van de RvAC. Hij is van mening dat de trias politica leer uit 1748 van Montesquieu – voor scheiding van de uitvoerende macht (Regering), de wetgevende macht (Staten) en de rechtsprekende macht (Hof van Justitie) om elkaar in evenwicht te houden – toe is aan een herijking. De omstandigheden zijn zo ingrijpend veranderd. Indertijd was er nog geen sprake van politieke partijen, zelfstandige bestuursorganen, supranationale gerechtshoven, mensenrechtenverdragen, enz. Tegenwoordig komen ook nieuwe wetten tot stand, waar soms zelfs geen parlement aan te pas komt, als gevolg van internationale verdragen en jurisprudentie van bijvoorbeeld het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Daarnaast zijn er extraparlementaire instituties bijgekomen die voor de burger in de bres kunnen springen, zoals toezichthouders, Ombudsman, zelfs onderzoeksjournalisten; inclusief de rechter waar de burger zijn beklag kan doen over de Regering of het Parlement. Als bestuurders het niet eens zijn met een rechterlijke terechtwijzing, dan kunnen zij altijd nog wetten invoeren of aanpassen.

Samenwerkende machten

In dat kader ziet hij een belangrijke rol weggelegd voor de RvAC om te adviseren en waar nodig te bemiddelen in het spanningsveld tussen machten. Prof Van Gestel stelt dat de belangrijkste uitdaging voor de RvAC is om een bemiddelende rol te spelen tussen rechter en wetgever, zodat deze van concurrerende meer samenwerkende machten worden. De RvAC mag trouwens conform de Staatsregeling op eigen initiatief advies uitbrengen indien het nationaal belang of dat van het Koninkrijk in het geding is. Zo kan er gewezen worden op de risico’s die de regering – en dus de samenleving – loopt bij het uitblijven van overheidsbeleid of -wetgeving. De RvAC kan in zo’n kwestie voor nadere onderbouwing de SER (Sociaaleconomische Raad), de ARC (Algemene Rekenkamer Curaçao) of de Ombudsman raadplegen; dat zou die ongevraagde adviezen zelfs meer kracht geven. Covid-19 heeft andermaal getoond hoe kwetsbaar Curaçao sociaaleconomisch is en hoe snel de economie tot stilstand kan komen, waarna vaak voor steun bij Nederland wordt aangeklopt. Juist in een tijd dat de Regering de RvAC dreigt te overspoelen met verzoeken voor spoedadviezen, moet de Raad in het belang van toekomstige generaties oog blijven houden voor langetermijngevolgen, aldus prof Van Gestel. Hij stelt dat nu er sprake is van een klimaatcrisis met ernstige gevolgen voor de leefbaarheid van Curaçao voor komende generaties, het belangrijk is dat het Land samen met Nederland ervoor zorgt dat er structurele maatregelen worden genomen om de onomkeerbare gevolgen van de klimaatcrisis te voorkomen of het effect zoveel mogelijk te beperken. Er kan niet gewacht worden totdat het water letterlijk aan de lippen staat en bewoners als klimaatvluchtelingen hun heil elders moeten zoeken. Na het spraakmakende Urgenda arrest in Nederland van de Hoge Raad kan de Curaçaose wetgever zich niet langer vrijblijvend opstellen; dit besef zou juist de prikkel moeten geven om tot actie over te gaan.

De RvAC hoopt van zijn kant met deze uiteenzetting van prof Van Gestel de bewustwording te stimuleren over klimaatverandering en de noodzaak te onderstrepen tot het tijdig nemen van concrete maatregelen in nauwe samenspraak met in elk geval de overige landen in het Koninkrijk.